Economie: afval en uitval

Economie: afval en uitval Het berekenen van de afval en uitval is van belang bij het bepalen van de kostprijs, die weer de basis is voor de bepaling van de verkoopprijs. Wanneer de afval en uitval niet goed wordt ingeschat, bestaat de kans dat er een te lage kostprijs wordt berekend, waardoor er een te lage verkoopprijs wordt gecommuniceerd naar de klanten. Wat zijn afval en uitval en hoe worden deze berekend?

Afval en uitval als lesstof

Het berekenen van de afval en uitval is een vast onderdeel bij economische vakken op de middelbare school of vervolgonderwijs. Het doel is om tot een goede berekening van de inkoopkosten te komen. Alleen met een goede berekening van de inkoopprijs kan een goede verkoopprijs worden bepaald. Wanneer de afval en uitval stijgen, zullen ook de kosten stijgen, waardoor de winstmarge op een product afneemt. Het reduceren van afval en uitval is dus belangrijk voor de levensvatbaarheid van een bedrijf.

Afval

Met afval wordt de hoeveelheid grondstof bedoeld die tijdens het productieproces gebruikt wordt. Het kan gezien worden als de hoeveelheid grondstof die wel gebruikt wordt maar niet in het product verwerkt wordt. Een voorbeeld is een stof waar kledingstukken uit geknipt worden. Wanneer een jurk uit drie meter stof bestaat, kan er uit een rol stof van vijf meter maar één kledingstuk gehaald worden. De andere twee meter wordt beschouwd als afval. Het afval kan niet meer gebruikt worden in het productieproces, maar kan soms nog wel verkocht worden. Zo kan de overgebleven stof nog verkocht worden aan partijen die producten maken waar kleinere stukken stof voor nodig zijn. Afval is niet het gevolg van fouten in de het productieproces en wordt zodoende als onvermijdelijk beschouwd.

Uitval

Met uitval worden producten bedoeld die gereed zijn, maar niet de kwaliteitseisen voldoen om verkocht te worden. Uitval kan toenemen door hogere eisen (alleen de beste producten worden verkocht) of door een verslechtering van het productieproces (verouderde machines waardoor er eerder fouten ontstaan). In het geval van een modebedrijf kan het gaan om een kledingstuk waarbij de afmetingen niet helemaal kloppen of waarbij een naad niet recht loopt. Het product kan hierdoor niet tegen de normale verkoopprijs verkocht worden. Om het product toch te kunnen verkopen, dienen er reparatiekosten gemaakt te worden. Zijn deze kosten te hoog, kan ervoor gekozen worden om de uitval volledig als verlies te nemen of om deze producten tegen een lager tarief te verkopen. In het voorbeeld van het modebedrijf zijn er winkels die zogenaamde B-keuzes (kledingstukken waar kleine fouten in zitten) tegen lagere prijzen opkopen.

Het berekenen van afval, uitval en de kostprijs

Op basis van de afval en uitval kan de kostprijs van een gereed product berekend worden. Hieronder volgt een vereenvoudigd voorbeeld waarmee duidelijk wordt hoe deze berekening tot stand komt.

Modebedrijf X heeft voor de productie van één jurk (gereed product) de volgende grondstoffen nodig:

5 meter stof2 euro per meter
0,2 arbeidsuur30 euro per arbeidsuur
overige kosten2 euro

Hoeveel bedraagt nu de kostprijs voor 100 goedgekeurde gereed producten?

Het afval bedraagt 10% (10% van de stof kan niet gebruikt worden). Wel kan deze stof nog verkocht worden aan een ander bedrijf voor 0,40 euro per meter. De uitval bedraagt 5%. Deze kledingstukken kunnen nog verkocht worden voor 3 euro per stuk aan een opkoper.

Het afval bedraagt 100/90 (100 -/- percentage afval) x 5 meter = 5,56 meter -/- 5 meter = 0,56 meter stof. Deze stof kan niet gebruikt worden. De stof brengt nog 0,56 x 0,40 euro = 0,22 euro.

Daarnaast is er nog sprake van uitval. De uitval bedraagt 5%. Om 100 goedgekeurde producten te maken moeten er dus 100/95 (100% -/- percentage uitval) = 105 producten gemaakt te worden.

De kosten voor een product zijn:

Kosten stof5,56 x 2 euro = 11,12 euro
Personeel0,2 uur x 30 per uur = 6 euro
Opbrengst afval0,56 meter x 0,40 euro = 0,22 euro
Overige kosten2 euro

De kostprijs bedraagt 11,12 euro + 6 euro -/- 0,22 euro + 2 euro = 18,90 euro. Om 100 goedgekeurde producten te maken zijn er 105 producten nodig. 105 producten x 18,90 euro = 1.984,50 euro. De 5 uitgevallen jurken leveren 15 euro op (5 x 3 euro). De kostprijs per goedgekeurd product komt daarmee uit op 19,70 euro (1969,50 / 100).
© 2015 - 2024 Frank1982, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Het opstellen van een balans, resultatenrekening en afval enEen balans geeft inzicht in de financiële positie van een bedrijf 'op een bepaald moment'. De resultatenrekening is op t…
Hoe bepaal je de prijs van een product?Hoe bepaal je de prijs van een product?Aan ieder product hangt een bepaalde prijskaart. Deze prijs wordt door verschillende factoren bepaald. Uiteraard is een…
Soorten kostprijsberekeningEr bestaan meerdere methoden om de uiteindelijke kostprijs van een product te berekenen. Er zijn er enkele die vrij freq…

Concentratie en werkhouding bij kinderenConcentratie en werkhouding bij kinderenOm op een succesvolle wijze nieuwe vaardigheden te leren en te trainen zijn een goede concentratie en een goede werkhoud…
Het schoolsysteem van de middelbare school in NederlandHet schoolsysteem van Nederland is uniek en amper te vergelijken met de schoolsystemen in het buitenland. Dit is zeker h…
Bronnen en referenties
  • http://www.mba.noordhoff.nl/sites/7600/_assets/7329d23.pdf
Frank1982 (89 artikelen)
Gepubliceerd: 07-03-2015
Rubriek: Educatie en School
Subrubriek: Diversen
Bronnen en referenties: 1
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.