Lesgeven over indianen
Stereotypen zijn gevaarlijke dingen. Ze nestelen zich in je onderbewuste en je raakt ze vaak voor de rest van je leven niet meer kwijt. Uiteraard zijn kinderen hier het gevoeligst voor. Zij hebben nog niet de kritische vaardigheden om zich te verzetten tegen dergelijke clichés.
Het is daarom ook belangrijk om hen van kleins af aan vertrouwd te maken met een correcte voorstelling van de wereld rondom hen. Dit geldt zeker ook voor het beeld dat ze zich over indianen vormen, want er zijn maar weinig bevolkingsgroepen waar zo’n clichématig beeld van bestaat dan van de inheemse Amerikaanse volkeren. Al wie kinderen begeleidt – ouders, onderwijzers, leiders in de jeugdbeweging… - kan helpen om hen een juist beeld voor te houden van wie ‘indianen’ zijn en waren, en hen kritisch te leren kijken naar de stereotypen die hun worden voorgeschoteld. Misschien kunnen de volgende tips hierbij helpen…
Wat je best NIET doet:
1. Gebruik geen alfabetkaarten zoals: A is een appel - B is een banaan - I is een indiaan.
Hoewel dit een detail lijkt, is het belangrijk dat kinderen opgroeien met respect voor wie en wat indianen zijn. Ze gelijkstellen met appelen en bananen, banaliseert deze bevolkingsgroepen.
2. Spreek niet over indianen alsof ze enkel vroeger leefden.
Het is fout om indianen enkel af te schilderen als een volk uit het verleden. Het is helemaal niet zo dat ze in de 19de eeuw volledig zijn uitgeroeid en niet meer bestaan. Ook vandaag leven er nog miljoenen indianen en hebben ze te kampen met diverse problematieken.
3. Gooi niet alle indianen op een hoopje.
Ook nu nog zijn er honderden verschillende indianenstammen, die over heel Amerika verspreid zijn. Elke groep heeft haar eigen cultuur, geloof, taal, kledij… De ‘indiaan met pijl en boog en verentooi’ is slechts een beeld van een beperkte groep indianen uit een ver verleden.
4. Werk niet met tegenstellingen.
Indianen worden steeds geassocieerd met hun ‘tegengestelde’, de cowboys. Dit klopt helemaal niet. Veel indianen, waren, en zijn nu nog steeds, zelf cowboys. Veruit de meeste indianen kwamen zelfs nooit in contact met cowboys.
5. Gebruik geen stereotiepe tekeningen en kleurplaten.
Veel te vaak krijgen kinderen nog beelden voorgeschoteld van indianen die voor hun tipi dansen rond een totempaal waar een cowboy aan vastgebonden is. Indianen die in tipi’s leefden hadden helemaal geen totempalen, en die waren zeker niet bedoeld om mensen aan vast te binden.
6. Maak niet de fout om indianen voor te stellen als ‘goed’ of ‘slecht’.
Vroeger werden indianen steeds voorgesteld als de wilde slechteriken, die enkel in de weg stonden van de heldhaftige blanken. Tegenwoordig is het beeld omgekeerd, en worden indianen meestal voorgesteld als de weerloze slachtoffers van de
hebzuchtige blanken. Beide voorstellingen zijn fout, of op zijn minst zeer eenzijdig.
7. Werk niet met clichématige project- of themadagen.
Heel wat kleuter- of lagere scholen organiseren ‘indanendagen’. Dit willen we uiteraard aanmoedigen, maar hoed je wel voor clichés. Stel niet enkel maar tipi’s op; laat de kinderen geen dansjes rond een totempaal doen; zorg ervoor dat tomahawks
en verentooien niet het enige zijn wat kinderen met indianen associëren.
8. Gebruik geen indianennamen.
Geef kinderen geen namen als ‘stoere beer’ of ‘snel paard’. Laat ze absoluut zichzelf geen namen geven. Naamgeving is voor veruit de meeste indianenstammen een uitermate belangrijk aspect in hun levenswijze. Het populaire ‘indianennamen geven’ mag dan misschien wel leuk zijn, maar gaat tegen alles in waar naamgeving bij indiaanse volkeren om draait en ridiculiseert dit gebruik.
Wat je best WEL doet:
1. Maak kinderen visueel gewend aan beelden van de grote verscheidenheid.
Gebruik prenten, kleurboeken en kleurplaten die de rijke verscheidenheid aan indiaanse culturen voorstellen.
2. Vermijd het woord ‘indiaan’.
Dit klinkt misschien gek, maar geef liever les over de Sioux, de Navajo, de Seminole, de Kwakiutl… Uiteindelijk is ‘indiaan’ slechts een verzamelnaam voor zeer vele groepen die vaak niets meer met elkaar te maken hebben dan het feit dat ze allemaal in Amerika leefden toen de Europeanen dat werelddeel ontdekten.
3. Gebruik de juiste terminologie
Een tipi is niet hetzelfde als een wigwam, medicijnman en sjamaan zijn geen synoniemen, 'manitou' is zeker geen woord dat door alle volkeren gebruikt wordt om de ‘schepper’ te benoemen…
4. Laat stereotypen niet onopgemerkt voorbijgaan.
Tv-programma’s, films, boeken en strips geven meestal een zeer eenzijdig beeld. Bespreek met de kinderen wat ze over indianen te zien krijgen; geef telkens ook alternatieven.
5. Stel ‘indianen’ voor als mensen die nu nog leven.
Gebruik de verleden tijd enkel als je iets vertelt over geschiedenis. Laat foto’s zien van hedendaagse indianen die net zoals wij gekleed gaan. Spreek ook over de problemen die de oorspronkelijke Amerikaanse bevolkingsgroepen nu kennen – stel ze voor als echte mensen, niet als karikaturen uit een ver verleden.
6. Gebruik project- of themadagen om de kinderen vertrouwd te maken met de diversiteit.
Laat de kinderen gerust indiaantje spelen, maar doe dat op een verantwoorde manier. Vorm je school om tot een realistisch Amerika, waarbij vele verschillende indianenstammen worden uitgebeeld, en niet – zoals meestal gebeurt - enkel de indianen van de vlaktes. Laat ze gerust eens een echte tipi zien, maar laat ze ook kennis maken met de tientallen andere soorten woningen die bij indianenstammen voorkwamen (wigwam, chickee, longhouse, graswoning, plankwoning, pueblo…). Maak met de kinderen gerechten uit alle uithoeken van het continent… Laat zien hoe rijk de vele indiaanse culturen zijn. Dit soort themadagen biedt zoveel mogelijkheden; laat deze niet onbenut.
7. Val niet in de ‘spektakel’-val.
We weten het ook: de grootse verentooien, wilde dansen en indianenkreten zijn heel spectaculair en je zal er zeker de waardering van de kinderen mee krijgen. Maar wat voor zin heeft het themadagen te organiseren met het doel respect voor indianen op te wekken, als je net het tegenovergestelde bereikt? Met wat creativiteit is het echt wel mogelijk om ‘spektakel’ te brengen door meer waarheidsgetrouwe activiteiten te organiseren.
8. Ga respectvol om met het indiaanse gebruik van naamgeving.
In plaats van kinderen ‘indianennamen’ te geven, leer je ze beter respect te hebben voor hun eigen naam. Laat ze nagaan wat hun naam betekent, waarom hun ouders die naam gekozen hebben, welke roep- of bijnaam ze hebben gekregen en waarom… Vergelijk naamgeving bij ons met naamgeving bij indianen. Het is pas door respect te leren hebben voor hun eigen naam, dat het indiaanse gebruik echt betekenis kan krijgen voor kinderen.
9. Wees zelf kritisch
Al wie kinderen wil laten kennismaken met indiaanse culturen, doet dat met de beste bedoelingen en dat verdient alle respect. Jammer genoeg zijn ook wij al te vaak het slachtoffer van de vele clichés en stereotypen waarmee we zijn opgegroeid. En wie meer achtergrondinfo zoekt over indianen in de vele boeken en op het internet, stuit dan nog vaak op de vaak meest ridicule en/of clichématige informatie. Durf je eigen beeld van ‘de indiaan’ in vraag stellen, wees kritisch over de informatiebronnen die je raadpleegt en zoek vooral uit waar je betrouwbare informatie kunt vinden.
© 2008 - 2024 Nas1, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
PresentatievaardighedenHet geven van een cursus of presentatie vereist oefening (ervaring). Vanuit mijn jarenlange ervaring in het spreken voor…