Talent en oefening baart kunst: deliberate practice
Oefening baart kunst wordt er wel gezegd. Zo ook bij talent: Ericsson geeft aan dat talenten van vandaag minimaal 10.000 uur (10000 uren regel of ten-year rule) geoefend hebben en daarom nu als talent bestempeld worden. Hij stelde de deliberate practice theory op. Wat is deliberate practice?
Deliberate practice
Dr. Anders Ericsson, een Zweeds-Amerikaanse, is de man die onderzoek deed naar talent en oefening. Hij kwam tot de conclusie dat niet alleen de hoeveelheid oefening van belang was, maar ook de kwaliteit van die oefening. Hij heeft er dan ook zijn levenswerk van gemaakt om de kwaliteit van de oefening te onderzoeken. Naar aanleiding van dit onderzoek kwam hij tot de theorie Deliberate Practise. Vrij vertaald betekent dit 'doelbewust oefening'. Hij beschreef waar oefening aan moest voldoen, wil je uiteindelijk uitgroeien tot een zogenoemd talent. Daarnaast gaf hij ook aan dat de hoeveelheid oefening van belang is.
Deliberate practice: doelbewuste oefening
Deliberate practice betekent vrij vertaald ‘doelbewuste oefening’. Het is dus niet alleen zoveel mogelijk oefenen, maar ook de kwaliteit van die oefening telt mee. Om de kwaliteit van deliberate practice te meten, zijn er een aantal criteria opgesteld.
Ten eerste moet er duidelijk zijn wat er geleerd moet worden. Zonder een duidelijke beschrijving kom je nergens. Wil je leren schrijven? Dat is te vaag. Onderdelen kunnen zijn ‘de letter A schrijven’, ‘het woord ‘schrijven’ leren, enzovoort. Het moet dus concreet zijn.
Daarnaast moeten de trainings- of oefentaken aansluiten bij het niveau. Dit betekent dat het niet te makkelijk mag zijn, maar zeker ook niet te moeilijk. De lerende zou daardoor verveeld of juist gefrustreerd raken.
Ook moeten de oefeningen herhaald worden bij deliberate practice. Ondanks dat dit vanzelfsprekend lijkt, worden er vaak in oefensituaties geen tweede kans geboden om iets te herhalen en daarmee ‘opnieuw’ te leren. Denk eens aan de wiskundeles: per les een bepaald onderdeel. Op school is er vaak geen tijd voor herhaling, want het volgende onderdeel moet alweer aangeboden worden.
Verder is het belangrijk dat er fouten gemaakt mogen worden en gecorrigeerd kunnen worden. Daarbij is het belangrijk dat er aan fouten geen negatieve consequenties zitten.
Een fout in het verleden/heden is de wijsheid van de toekomst. - Dale Turner
Tot slot moet er goede feedback gegeven worden. Goede feedback leidt namelijk tot inzicht in dingen die goed en minder goed gaan. Hier kan de lerende aan werken, zodat hij zich op alle fronten tot het maximale kan ontwikkelen. In het ideale geval is de feedbackgever dan ook een ervaren coach.
Bij deliberate practice is dus een voortdurende confrontatie met de eigen beperkingen. De oefening zorgt daarbij voor uitdaging en reflectie zorgt voor ontwikkeling. Het eerder behaalde resultaat zal en moet altijd overtroffen worden.
Ten-year rule: talent door 10 jaar oefenen
Belangrijk in de deliberate practice theorie is dat het niveau dat iemand heeft behaald verklaard kan worden door het aantal oefenuren. Simon en Chase deden hier onderzoek naar en kwamen met de ten-year rule. Zij bewezen op verschillende domeinen dat de toppresteerders minimaal 10.000 uur geoefend hadden (over 10 jaar is dat ongeveer 2,7 uur per dag! Dat lijkt misschien weinig, maar houd het maar eens vol voor 10 jaar).
Zij onderzochten artsen, schakers, muzikanten en nog veel meer doelgroepen. Overal kwam hetzelfde naar voren: de toppresteerders hadden minimaal 10.000 oefenuren gemaakt.
Het bekendste voorbeeld hiervan is het onderzoek van Anderson naar vioolstudenten. Op een conservatorium in Duitsland liet hij de professoren hun vioolstudenten indelen in drie groepen: zij die een internationale carrière konden nastreven, zij die in een orkest konden spelen en zij die hooguit muziekdocent zouden worden. Na het voorleggen van een vragenlijst aan de vioolstudenten bleek dat de studenten die het meest geoefend hadden door hun studenten als meer talentvol werden ingeschat.