SPW: het maken van een doelgroepanalyse
Als je de opleiding SPW doet, moet je op een bepaald moment een doelgroepanalyse maken. Hoe doe je dat? Hieronder vind je een voorbeeld van een doelgroepanalyse voor peuters, dit kan je erg van pas komen tijdens je opleiding SPW.
De doelgroep:
Peuters van 2,5 jaar tot 4 jaar die als voorbereiding op de basisschool naar de peuterspeelzaal gaan om te spelen, te ontmoeten en zich te ontwikkelen. Dit, zonder prestatiegericht bezig te moeten zijn.
De peuterspeelzaal is vaak de eerste stap die het kind buiten het gezin zet. De mensen die de peuter daar opvangen zijn goed op de hoogte van zijn leefwereld. De peuter kan dit zelf moeilijk onder woorden brengen en een goed contact tussen leidsters en ouders ligt dan ook voor de hand.
De ontwikkeling van de peuter op de peuterspeelzaal:
Cognitief
Bij de peuter vindt er een grote cognitieve verandering plaats doordat de peuter steeds meer gebruik maakt van taal. De peuter leert nu met woorden duidelijk te maken wat hij bedoelt. Fantasie en werkelijkheid lopen nog door elkaar heen. Het denken van de peuter is animistisch: de peuter dient menselijke eigenschappen toe aan levenloze dingen.
Via zintuigen ontdekt de peuter de wereld. Omdat de peuter nog geen geweten heeft, hangt zijn zelfbeheersing nog sterk af van invloeden van buitenaf zoals de goed- en afkeuring van zijn ouders/verzorgers. Aan de cognitieve ontwikkelingsbehoeften van de peuter wordt tegemoetgekomen op de peuterspeelzaal door de kringmomenten: Hier worden allerlei liedjes, versjes en spelletjes gedaan en ook worden er namenspelletjes gedaan. Ook worden er ervaringen uitgewisseld.
Taalontwikkeling
Op de leeftijd van 2 jaar hebben peuters al een woordenschat van circa 200 woorden. Veel met de peuters praten vergroot de woordenschat snel. D.m.v. woorden goed zeggen, in de vorm van een vraag, een bevestiging of een compliment. Bijv. het kind zegt: vachtauto. Leidster zegt dan: goedzo dat is een vrachtauto. Kinderen hoeven niet alles meer te pakken. Ze kunnen nu met woorden duidelijk maken wat ze bedoelen. Begrijpen wordt nu bepraten. Een ander kenmerk van de peuter leeftijd is: dat voor peuters fantasie en werkelijkheid nog door elkaar lopen. We spreken ook wel van de “magische wereld” van het kind. Hij leert van alles over de realiteit om hem heen, maar de wereld word nog gezien met kabouters, monsters, draken en andere wonderen. De werkelijkheidszin is nog niet sterkt genoeg om bepaalde verschijnselen te verbannen. Het denken van de peuter is wat we noemen animistisch (de peuter dient aan levenloze dingen, menselijke eigenschappen toe.) bijv.: Een bord dat kapot valt is een stout bord. De peuter is ook nog niet in staat om logisch te denken. Oorzaak en gevolg zegt hem nog niks.
Sociaal-emotioneel
De peuter ontdekt dat hij iemand is. Hier ligt de bron van zelfvertrouwen. De jonge peuter speelt nog graag alleen (solitair spel). Als de jonge peuter naast een ander kind speelt is er sprake van parallel spel. Het ontmoeten van andere kinderen in een groep is erg belangrijk voor de ontwikkeling van het kind. Regelmatige groepsactiviteiten geven houvast en steunen de peuter bij het krijgen van een plaats in de groep, het leggen van contacten met andere kinderen en het meer samen leren spelen. In de peuterspeelzaal krijgt het kind de kans om te groeien van naast elkaar spelen, naar samen spelen. De leidsters begeleiden de kinderen om te leren rekening met elkaar te houden en stimuleren het maken van afspraken met elkaar. Dit biedt de kinderen de mogelijkheid om in een veilige omgeving hun grenzen te ontwikkelen, plezier te ervaren aan het gezamenlijk ondernemen van dingen en een vertrouwde plaats in de groep te vinden. De peuter leert ook naar regels te luisteren die een andere volwassenen, behalve zijn ouder(s)/verzorger(s), hanteert.
Lichamelijk en motorisch
De peuterspeelzaal beidt activiteiten om de grove en fijne motoriek te stimuleren. De speelzaal zorgt voor uitdagende spelmogelijkheden de leidsters brengen zoveel mogelijk variatie in bewegingsactiviteiten. Ook als stagiaire van de
SPW-opleiding kun je je op een peuterspeelzaal of kinderopvang naar hartelust uitleven. Het aanbieden van dans- en bewegingsspel is een belangrijk onderdeel. De motorische ontwikkeling krijgt meer kansen, wanneer er verscheidenheid is in ontwikkelingsmateriaal en speelgoed. Het materiaal past dan ook bij de leeftijd en de ontwikkelingsgebieden: het heeft een vaste plaats en is zodanig opgesteld dat het overzichtelijk is en binnen bereik van kinderen. De jonge peuters ontwikkelen de grove motoriek, de oudere peuters beginnen ook met het ontwikkelen van de fijne motoriek. De peuter houdt van kleien, knutselen, schilderen, knippen en plakken.