De taal van de Thai
Thai is de officiële taal van Thailand. Of zoals the Thai zelf zegt: ‘ภาษาไทย (phasa thai), de taal van de Thai.’ Op het eerste gezicht lijkt de Thaise taal erg moeilijk voor westerlingen, mede doordat in Thailand een ander alfabet wordt gebruikt. Echter bij serieuze interesse en gerichte studie is de taal goed te leren spreken, het schrijven zal daarna een volgende stap worden welke meer uitdaging vergt door het niet westerse alfabet.
Oorsprong en familie
De Thaise taal behoort tot de familie van de Tai-Kadaitalen, deze talen komen vooral voor in zuidoost Azië en het zuidelijk deel van China. De oorsprong van deze taalfamilie is in zuid China, daar zijn nu nog steeds de meeste Tai-Kadai subtaalfamilies te vinden. De mensen die deze taalfamilie spraken emigreerden eeuwen geleden naar zuidoost Azië om nieuwe naties te stichten, een daarvan is het huidige Thailand.
Verschillende vormen
De Thai taal kent verschillende vormen, die in verschillende situaties gebruikt worden, te weten:
- Straat Thai (Informeel)
- Elegant Thai (Officiele (schrijfftelijke versie)
- Retorisch Thai (Nog formeler, voor toespraken e.d.)
- Sacraai Thai (Gesproken door de Elite)
- Koninklijk Thai
Hierbij moet opgemerkt worden dat laag geschoolde Thai alleen de eerste vorm spreken, en maar erg weinig mensen het Sacraai Thai en het Koninklijk Thai spreken.
Het Alfabet
Het Thai Alfabet bestaat uit 44 medeklinkers en 22 klinkers, beide met 21 klanken. De medeklinkers worden op de zelfde manier gebruikt als wij hier onze medeklinkers gebruiken. De klinkers echter, worden boven, onder of naast de medeklinkers gebruikt, of een combinatie hiervan.
In onderstaand overzicht worden alle medeklinkers weergegeven samen met de uitspraak ervan.
ก (ko kai) | ข (kho khai) | ฃ (kho khuat) | ค (kho khwai) | ฅ (kho khon) | ฆ (ko ra-khang) | ง (ngo ngu) | จ (cho chan) | ช (cho chang) |
ซ (so so) | ฌ (cho choe) | ญ (yo ying) | ฎ (do cha-da) | ฏ (to pa-tak) | ฐ (tho san-than) | ฑ (tho mangnom-tho) | ฒ (tho phu-thao) | ด (do dek) |
ต (to tao) | ถ (tho thung) | ท (tho thahan) | ธ (tho thong) | น (no nu) | บ (bo baimai) | ป (po plaa) | ผ (pho phueng) | พ (pho phan) |
ฟ (fo fan) | ภ (pho sam-phao) | ม (mo ma) | ย (yo yak) | ร (ro ruea) | ล (lo ling) | ว (wo waen) | ศ (so sala) | ส (so suea) |
ห (ho hip) | ฬ (lo chu-la) | อ (o ang) | ฮ (ho nok huk) | | | | | |
Toontaal
Thai is een toontaal, dit wil zeggen dat er verschillende tonen zijn om een woord uit te spreken. Afhankelijk van de toon heeft een woord een andere betekenis. Er worden 5 tonen onderscheiden, namelijk: Midden, laag, hoog, stijgend en dalend. Wanneer je je Thai woorden zou opschrijven in het westerse aflabet gaat deze toonhoogte verloren, en daarmee dus ook de exacte betekenis. Daarom wordt voor het leren van het Thai, wanneer de woorden in westers alfabet worden geschreven, vaak een accent op de letter gezet om de toonhoogte aan te geven.