Nederlandse taal: Stijl
Nederlands is een moeilijke taal, niet alleen een correcte spelling is belangrijk, maar ook een correcte stijl. Hiermee bedoelen we de manier van weergeven wat je wilt zeggen. Hier worden een aantal moeilijke stijlvormen uitgelegd.
Betrekkelijke voornaamwoorden
Een betrekkelijk voornaamwoord heeft betrekking op een voorafgaand woord (of een zin), het woord waarop het betrekking heeft noemen we een antecedent.
Die:
Het betrekkelijk voornaamwoord 'Die' heeft betrekking op een mannelijk of vrouwelijk zelfstandig naamwoord.
Ook wordt het gebruikt bij zelfstandig naamwoorden in het meervoud.
Voorbeeld:
- De kat, die daar loopt, is van mijn opa.
- De stoelen, die daar staan, zijn kapot.
Dat:
Het betrekkelijk voornaamwoord 'Dat' heeft betrekking op een onzijdig zelfstandig naamwoord.
Voorbeeld:
- Het huis, dat te koop staat, is al erg oud
Wat:
Het betrekkelijk voornaamwoord 'Wat' gebruik je in drie verschillende gevallen.
- Als het betrekking heeft op een onbepaald voornaamwoord (bijvoorbeeld: iets, veel, alles)
- Als het betrekking heeft op een overtreffende trap
- Als het betrekking heeft op een hele zin
Voorbeeld:
- Zij verkoopt alles wat zij niet leuk meer vindt.
- Het leukste wat ik ooit heb gedaan, is parachutespringen.
- Wij gaan volgende week samen uiteten, wat altijd erg leuk is.
Congruentie
Congruentie is dat het onderwerp in de zin hetzelfde getal (enkelvoud of meervoud) moet hebben als de persoonsvorm.
Als dit niet het geval is, noemen we dat incongruentie.
Voorbeeld:
- De man loopt over de weg
- De mannen lopen over de weg
Contaminatie
Contaminatie is het door elkaar halen van verschillende woorden of uitdrukkingen.
Voorbeelden:
- Zich beseffen: Zich realiseren of beseffen
- Duur kosten: Duur zijn of veel kosten
- Zich irriteren: Iets irriteert je of je ergeren aan
Sommige contaminaties worden zo vaak en veel gebruikt, dat ze uiteindelijk goedgekeurd worden. Bijvoorbeeld: nachecken (checken, nazoeken) of uitselecteren (selecteren, uitzoeken).
Pleonasme
Pleonasme is het extra vermelden van een kenmerk of eigenschap van een woord.
Voorbeelden:
- Een ronde cirkel: een cirkel is altijd rond
- Witte sneeuw: sneeuw is (over het algemeen) altijd wit
- Groen gras: gras is altijd groen
Tautologie
Tautologie is het gebruiken van twee woorden of begrippen die precies hetzelfde uitdrukken. Tautologie en pleonasme zijn soms erg moeilijk te onderscheiden. Een tautologie bestaat uit twee woorden (of woordgroepen) die tot dezelfde woordsoort horen.
Voorbeeld:
- Hij moet zo snel mogelijk per ommegaande reageren.
Zo snel mogelijk en per ommegaande betekenen hetzelfde, je moet dus één van de twee weglaten.