Regulier onderwijs in Nederland
In Nederland gaan dagelijks 1,5 miljoen kinderen naar de basisschool. De verzamelnaam voor dit onderwijs is ‘primair onderwijs,’ waarna het voortgezet onderwijs volgt. Op dit moment is het primair onderwijs opgedeeld in drie verschillende vormen, namelijk het regulier-, het speciaal basis- en het speciaal onderwijs. In dit artikel zal verder ingegaan worden op het regulier onderwijs en hoe kinderen met leer- en/of ontwikkelingsproblemen tóch gewoon naar een reguliere basisschool kunnen gaan.
Regulier onderwijs
Regulier onderwijs is de verzamelterm voor onderwijs dat zich niet richt tot speciale doelgroepen, zoals buitengewoon en speciaal onderwijs. Op een reguliere school zitten dus overwegend kinderen die een gewone ontwikkeling doormaken. Toch zijn er ook kinderen met onderwijsproblemen, als gevolg van bijvoorbeeld ADHD, dyslexie, PDD-NOS of een visuele handicap. Voor deze kinderen zijn verschillende vormen van ondersteuning nodig om in het regulier onderwijs te kunnen blijven;
Intern begeleider
In het regulier onderwijs maken veel basisscholen gebruik van een intern begeleider (IB). De taken van de IB kunnen per school verschillen, maar de nadruk ligt vaak op twee hoofdgebieden:
- De organisatie van de zorgverbreding op school niveau
- Collega-leerkrachten ondersteunen bij hun hulp aan kinderen met problemen
Zo ondersteunt de IB bijvoorbeeld leerkrachten bij het signaleren, analyseren en hulp bieden aan kinderen met onderwijsproblemen, al dan niet als gevolg van een psychiatrisch aandoening.
De IB meld het kind ook aan bij de regionale schoolbegeleidingsdienst. De mensen van de schoolbegeleidingsdienst komen dan op de basisschool langs om allerlei testen bij het kind af te nemen, bijvoorbeeld op dyslexie en mate van concentratie.
Remedial teaching
Een andere vorm van ondersteuning voor kinderen met onderwijsproblemen is de Remedial Teaching (RT). Scholen zijn niet verplicht dit aan te bieden, maar tegenwoordig doen veel scholen dit wel. RT is een vorm van extra ondersteuning waarbij het kind lesstof oefent die het nog niet goed beheerst. De Remedial Teacher geeft hierbij handige tips en ezelsbruggetjes. De RT wordt gegeven in een aparte ruimte in de school en in kleinere groepjes. Ook worden er soms testen afgenomen om het niveau van het kind te bepalen en te onderzoeken op welke gebieden de onderwijsproblemen het meest tot uiting komen.
Kinderen met leer- en/of ontwikkelingsproblemen in het regulier onderwijs
Ouders van kinderen met een onderwijsprobleem kunnen via de Commissie voor Indicatiestelling (CvI) een zogenaamd rugzakje aanvragen. Dit rugzakje is een afgepaste hoeveelheid geld voor de school om te besteden aan middelen die nodig zijn om het betreffende kind in het regulier onderwijs te kunnen houden. De school is onder andere verplicht een ambulant begeleider aan te nemen, dit is iemand die gespecialiseerd is in de begeleiding van kinderen met een beperking, handicap of chronische ziekte in het regulier onderwijs.
Op 1 augustus 2014 is de Wet passend onderwijs ingevoerd en in de plaats gekomen van de leerlinggebonden financiering (lgf). Omdat het zogenoemde 'rugzakje' daardoor niet meer van toepassing is, kan de informatie in dit artikel op sommige punten mogelijk verouderd zijn.
Een handelingsplan
Als een school financiële steun krijgt voor een kind met een onderwijsprobleem is de school verplicht voor dit kind een handelingsplan op te stellen. In dit plan staat hoe de school het geld gaat besteden om het voor het kind mogelijk te maken regulier onderwijs te volgen. De ouders en de ambulant begeleider zijn betrokken bij het opstellen van dit handelingsplan en moeten hier uiteindelijk mee akkoord gaan.
Ook voor kinderen die geen rugzakje ontvangen, maar wel speciale zorg binnen de school nodig hebben kan een handelingsplan opgesteld worden. Dit wordt dan gedaan in samenwerking tussen de school en de ouders.
In een handelingsplan moeten de volgende dingen staan:
- Het niveau van het kind op het moment dat het handelingsplan in de maak is
- De onderwijsdoelen die de school voor het kind nastreeft
- De maatregelen die de school neemt (bijvoorbeeld individuele begeleiding)
- Welke externe deskundigen de school inschakelt
- De speciale voorzieningen die de school aantreft
- De manier waarop de school het geld uit het rugzakje inzet
- De manier waarop de vorderingen gevolgd en geregistreerd worden (het leerlingvolgsysteem)