Het Christendom in het Romeinse Rijk
Het christendom is de grootste godsdienst in de hele wereld. Iedereen kent de eniggeboren Zoon van God: Jezus Christus, en zijn apostelen, waaronder Paulus en Petrus. Hoe was het christendom in het Romeinse Rijk? Wat gebeurde er met de overleden christenen? En wat zou een vrouw aan tafel doen bij het Laatste Avondmaal, geschilderd door Leonardo Da Vinci? Wie zou zij geweest kunnen zijn, en wat zou zij voor invloed gehad kunnen hebben op het christendom in het heden, als we de laatste verhalen moeten geloven? Het houdt mensen nog steeds bezig. Maar hoe is het christendom eigenlijk zo bekend geworden? In ieder geval niet door Keizer Nero, die ze doodde alsof het geen mensen waren, maar wezens die niets konden voelen. Misschien door een andere keizer, die inzag wat voor een groot geloof het christendom was en zou kunnen worden? Antwoord op al deze vragen is te vinden in dit werkstuk. Veel plezier met lezen!
Een nieuwe godsdienst
Het Romeinse Rijk heeft in de loop der eeuwen veel veranderingen meegemaakt, ook op het gebied van het geloof. Het christendom was 2000 jaar geleden een ‘nieuwe’ godsdienst in het Romeinse Rijk. Het christendom wilde graag groeien, maar wilde de Romeinen dit wel?
Het Romeinse geloof was niet helemaal hetzelfde als het christelijke geloof. De Romeinen waren sterk beïnvloed op hun kijk op de wereld (en zichzelf) door de Grieken, terwijl het christendom een andere kijk op de wereld had. De christenen vonden ook dat God liefde gaf, bijvoorbeeld naastenliefde, zorg voor armen en gehandicapten, en dat niet Venus (Aphrodite) de godin was die daarvoor zorgde.
In het Romeinse Rijk was het zeer belangrijk dat iedereen meerdere goden vereerde, en ook de keizer. Het christendom heeft maar 1 god, en de keizer stond onder God, en er kwamen steeds meer mensen die in het openbaar de Romeinse godsdienst aanvielen.
In het jaar 14 na Christus werd Tiberius keizer, en hij liet de volgelingen van Christus, die nog niet met grote aantallen waren, vervolgen. Deze vervolgingen waren vreselijk. Vooral onder het gezag van keizer Nero (vanaf 65 na Christus) hebben de christenen het zwaar te verduren gehad.
Een groeiende godsdienst
Er zijn veel verklaringen voor de opkomst van het christendom in het Romeinse Rijk. Keizer Constantijn maakte het christendom, in het jaar 313, legaal, maar er zijn ook andere verklaringen. Keizer Theodosius maakte in 390 van het christendom de staatsgodsdienst, en het was verboden voor de Romeinen om in hun oude goden te geloven en voor hen te offeren.
Een socioloog uit Amerika, Rodney Stark, noemt o.a. een aspect waar veel minder vaak over geschreven is: De grote epidemieën in het Romeinse Rijk:
‘Een aantal keer brak er een golf van ernstig besmettelijke ziektes uit. Vaak was hier weinig tegen te doen, behalve uit de buurt te blijven van de zieke mensen. Veel mensen vluchtten dan ook de stad uit. Een van de dingen die christenen deden, was juist wel blijven zorgen voor de zieke mensen in hun omgeving. Hierdoor bleven er meer mensen in leven en kreeg je relatief meer christenen in de samenleving.’
Wat Stark ook als verklaring noemt, is dat het binnen het christendom verboden is abortus te plegen of voorbehoedsmiddelen te gebruiken. De Romeinse bevolking gebruikte de ‘verboden middelen’ wel en er kwamen dus meer Christen-baby’s ter wereld.
Christus
Jezus Christus werd geboren uit de Maagd Maria, nadat zij aan God had gevraagd of ze een kind kon krijgen. Jozef, haar man, wilde eigenlijk niets meer met haar te maken hebben nadat ze had verteld dat ze zwanger was, maar hij kreeg die nacht een visioen waarin werd verteld wat het plan was voor Jezus: Hij zal de mensen redden van hun zonden. Josef bleef, en Maria kreeg een kindje in een stal in Bethlehem.
Jezus Christus werd opgevoed als een joods jongetje, en moest de Thora en de 10 geboden van Mozes uit zijn hoofd weten. Toen Jezus 30 jaar oud was ging hij naar Johannes de Doper, een man die de komst van Jezus aan de mensen verkondigde. Hij zei dat Jezus hen zou helpen, en hen kon bevrijden uit de macht van de Romeinen. Jezus liet zichzelf door Johannes dopen. Maar mensen vonden Johannes niets en niemand, dus ze lieten hem gevangen nemen en hij werd onthoofd, omdat de dochter van de keizer zijn hoofd wilde hebben. Jezus nam zijn werk over en verkondigde dat het einde van de wereld nabij was. In het jaar 33 werd hij door de stadhouder Pontius Pilatus ter dood veroordeeld. Dit werd gedaan omdat hij godslasterlijke uitspraken had gedaan, het christendom was in die tijd namelijk niet het grootste geloof in Jeruzalem en omstreken. Hij werd gekruisigd op de heuvel die Golgotha (Aramees voor ‘Schedelplaats’) heette. Samen met hem werden ook 2 misdadigers gekruisigd. Boven zijn hoofd bevestigde men een bordje met de tekst ‘Iesus Nazeremus Rex Iudaeorum’ (betekenis: Jezus van Nazareth, koning der joden). Op veel schilderijen staat daarom ook ‘INRI’. De volkeren die tegen Christus waren, waren blij dat hij gedood was. Ze waren dan ook erg teleurgesteld dat Jezus na 3 dagen weer uit de dood opstond. Na meer dan 5 weken op de aarde te zijn geweest, ging hij dan eindelijk naar zijn Vader, God, die in de hemel op hem wachtte.
Maria Magdalena
Iedereen kent de naam Maria wel: De moeder van Jezus. Maar er is nog een Maria: Maria Magdalena, de belangrijkste persoon onder de volgelingen van Jezus. Tot laat in de vorige eeuw werd zij afgeschilderd als een prostituee. Maar paus Johannes Paulus II zorgde voor eerherstel van Maria Magdalena.
Het Vaticaan wilde de woorden ‘Maria Magdalena, de vrouw van Jezus Christus’ niet horen. Het Vaticaan zorgde dan ook voor de neergang van Maria Magdalena. In werkelijkheid was ze van Koninklijke komaf. Het Vaticaan ontkende ook dat er ooit een evangelie was van Maria, terwijl in Caïro (1896) het evangelie van haar werd ontdekt.
Er is een moderne legende, die vertelt dat toen Jezus gekruisigd werd, Maria zwanger was van hem, en ze een dochter kreeg, Sarah. Maria moest direct vluchten na de kruisiging en kreeg haar dochter in Frankrijk. In dit verhaal wordt Maria Magdalena gezien als de San Greal (Latijn voor Heilige Graal). Soms wordt Maria gezien als de echtgenote van Jezus. Het zou dus best kunnen dat er nu nog nakomelingen van Jezus Christus op de wereld rondlopen, maar dit staat niet vast en is geen feit, omdat het niet zeker is of Maria zwanger was tijdens de kruisiging.
Paulus
Paulus, een apostel, was een strijdvaardig voorvechter van de nieuwe godsdienst. Hij zorgde voor de verspreiding van het christendom in de landen rondom de Middellandse Zee. Hij werd 1 keer gearresteerd en berecht in Rome, huisarrest was het vonnis. Rond 60 sprak Keizer Nero het doodvonnis uit. Paulus werd met het zwaard onthoofd. Volgens de legende viel zijn afgeslagen hoofd 3 keer op de grond. Waar zijn hoofd neerkwam, ontsprongen drie bronnen.
Petrus
Simon was een leerling van Jezus die zeer belangrijk was. In het evangelie komt hij het meeste voor van alle apostelen. Hij kreeg een nieuwe naam, Petrus, en een opdracht: ‘Gij zijt Petrus,’rots’, en op deze petra zal ik mijn gemeente bouwen’. Petrus verdedigde zijn meester toen hij gearresteerd werd. Hij hakte een oor af van een slaaf die bij een hogepriester hoorde, en hij bleef na de gevangenneming op een afstandje. In Jeruzalem beweerde Petrus dat hij Jezus niet meer kende, wat hij zich pas realiseerde toen hij een haan hoorde kraaien. Hij realiseerde toen pas wat hij had gedaan, want eerder die avond had Jezus voorspeld dat Petrus hem zou verraden, toen Petrus juist gezworen had dat nooit te doen. Na de dood van Jezus nam hij de leiding over in de jonge beweging. Net als Paulus werd Petrus rond 60 op bevel van Nero geëxecuteerd. Als niet-romein stierf hij de kruisdood, maar op eigen verzoek werd hij ondersteboven gekruisigd, omdat hij niet wilde sterven zoals zijn grote meester deed. Hij werd gekruisigd op Vaticaan Heuvel.
Keizer Constantijn
In de 4e eeuw na Christus streden verschillende keizers om de macht in het rijk. Constantijn wilde de eenheid herstellen, maar hij moest nog 1 rivaal verslaan. Volgens de legende kreeg keizer Constantijn de nacht voor de beslissende slag een visioen, waarin de God van de christenen hem vertelde het teken van Christus op de schilden van zijn soldaten de schilderen: de letters chi (X) en rho (P). Dat zou hem de overwinning opleveren. Hij won de slag en in 313 kondigde hij het Tolerantie-edict af, wat vrijheid van godsdienst inhield. Er waren geen vervolgingen meer van de christenen en Constantijn liet in de belangrijkste plaatsen kerken bouwen. Boven het graf van Paulus liet hij een basiliek neerzetten. Op de plaats waar Petrus gekruisigd werd, Vaticaan Heuvel, werd 1 van de bekendste kerken uit die tijd gebouwd: de Sint Pieter.
Constantijn wilde een nieuwe orde in zijn rijk. Hij liet bij het Griekse stadje Byzantium het nieuwe Rome bouwen: Nova Roma. Deze stad zou het middelpunt van het Romeinse Rijk worden. Maar al snel werd Nova Roma anders genoemd: Stad van Constantijn, Konstantinopolis in het Grieks. En inderdaad, Contantinopel zou uitgroeien tot de machtigste en rijkste stad van de bewoonde wereld. Onder Constantijn onderging de cultuur van de Romeinen een drastische wijziging. Hij schafte bijvoorbeeld in 315 de executie door kruisiging af. In het jaar 325 ontnam hij de Romeinse burgers het recht om naar gladiatorspelen te kijken.
Constantijn zou zich pas op zijn sterfbed hebben laten dopen, hoewel hij zich al tot het christendom bekeerd had. Hij werd als een heilige vereerd en soms wordt hij de 13e apostel genoemd.
De christenen in Rome
In 64 na Christus woedde er een felle brand in Rome. Het gerucht ging dat Keizer Nero de brand zelf had laten aansteken, maar hij gaf de christenen de schuld. Hij vervolgde vele christenen op een gruwelijke manier. Hij gooide ze voor de leeuwen, hij kruisigde hen en hij had geen respect voor het nieuwe geloof. Door het werk van o.a. apostel Petrus kreeg het christendom vaste voet aan de grond. Vele mensen sloten zich aan bij het opkomende geloof.
Veel christenen waren niet erg rijk. Vaak waren de aanhangers van het christendom, en vooral in het begin, arme mensen die op de onderste trede van de maatschappelijke ladder stonden. Ze konden een fatsoenlijke begrafenis niet betalen. Daarom werden zij begraven, samen met andere overleden geloofsgenoten, in grote catacomben. Dit waren tunnelstelsels met ondergrondse begraafplaatsen. Omdat de christenen in de 2e eeuw in Rome vervolgd werden, zochten ze een plek waar ze in het geheim hun doden konden begraven. De ondergrond in Rome bleek uit zachte tufsteen te bestaan en ze konden gemakkelijk tunnels graven. Ook bleek dat tufsteen harder wordt als het wordt blootgesteld aan lucht, dus ze konden verschillende verdiepingen op elkaar bouwen.
Bij de Via Appia, een van de belangrijkste Romeinse wegen, bevond zich een laag gelegen terrein. Hier bevonden zich de catacomben. Na de christenvervolgingen werden deze catacomben vergeten, want de christenen begroeven hun doden nu vaak in de kerk. Pas in de 16e eeuw werden de catacomben voor het eerst wetenschappelijk onderzocht.
2000 jaar later
Door de toelating van het christendom door keizer Constantijn gebeurde er veel in het Romeinse Rijk. Constantijn voerde het christendom in omdat hij dacht dat het de welvaart en eenheid zou verbeteren in zijn rijk. Na verloop van tijd kreeg de bisschop van Rome (Papa genoemd) een nieuwe titel: Paus. In de 16e eeuw maakte de oude Sint-Pieter van Constantijn plaats voor een nieuwe kerk die het centrum was en is van het rooms-katholieke geloof.
Door de invoering van het christendom zijn er vandaag de dag veel kerken in het oud Romeinse Rijk. Maar ook buiten dit immense rijk zijn er vele volgelingen van het christendom, zo’n 2 miljard gelovigen!
In het begin van de 21e eeuw blijft het christendom zich uitbreiden en krijgt het steeds meer nieuwe volgelingen. In de Verenigde Staten zijn er zelfs dominees die op televisie optreden om zoveel mogelijk mensen te overtuigen van het christelijke geloof. Dominee Martin Luther King won de Nobelprijs voor de vrede door zijn campagne voor gelijke rechten voor zwarten in de V.S.
Conclusie
In dit werkstuk heeft u kunnen lezen dat de Romeinen het christendom niet accepteerden, omdat ze de eenheid van Staat en eenheid van Religie wilde bewaren in het Romeinse Rijk. Nadat keizer Constantijn het Tolerantie-edict had ingevoerd, werd het christendom een legale godsdienst die steeds meer mensen begon aan te spreken. En hoewel het niet zeker is dat Maria Magdalena tijdens de kruisiging van Jezus zwanger was van hem, waarschijnlijk zullen we dat nooit te weten komen, houdt het de mensen nog steeds bezig.