Belgische vluchtelingen eerste wereldoorlog
Hoe werden de Belgische vluchtelingen die in de Eerste Wereldoorlog naar de stad Utrecht kwamen, opgevangen en ondersteund?
Hoe werden de Belgische vluchtelingen in Utrecht behandeld?
Onderwijs
In december 1914 is een verzoek binnengekomen van de schoolopziener van het district Utrecht, met de vraag om leermiddelen. Het was gericht aan de Burgemeester en Wethouders van Utrecht. Dit verzoek kwam namens een commandant van de 2e afdeling van het internerings-depot in Zeist, waar veel Belgische vluchtelingen zaten. Onder hen waren ook een aantal leerkrachten en een heleboel leerlingen, die graag onderwijs wilden geven of ontvangen. Daarvoor hadden ze die leermiddelen nodig. De vraag was voor afgeschreven leerboeken en overige spullen, die in het magazijn van het college waaraan de brief gericht was zaten. Zo konden ze toch redelijke schoolboeken in hun bezit krijgen, zonder hiervoor te betalen. Ze wilden graag van elk soort boek minstens 10 exemplaren, zodat er klassen gevormd konden worden waarvan de leerlingen dezelfde leermethode hadden. Ook wilden ze boeken voor het lager onderwijs, het middelbaar onderwijs en het herhalingsonderwijs. De commandant had al een onderwijsplan opgesteld voor het lager onderwijs. Daar wilden ze graag behalve lezen, Nederlandse taal en rekenen ook nog aardrijkskunde, geschiedenis en natuurkennis geven. Qua vreemde talen wilden ze alleen Frans geven.
In het antwoord op deze brief stond dat de scholen de boeken wel beschikbaar wilden stellen, maar er werd verzocht aan de commandant de leermiddelen af te halen bij de scholen, en in ruil daarvoor de schriftelijke verklaringen van de Belgische vluchtelingen om onderwijs te volgen of te geven. Ook wilde de Burgemeester de antwoorden op de vragen in de beschikbaar gestelde boeken van de Belgische vluchtelingen hebben om zo het geheel te controleren.
De Utrechters probeerden dus de Belgische vluchtelingen goed onderwijs te laten volgen. Ze wilden echter wel zeker weten, dat de schoolboeken echt voor de Belgen werden gebruikt en niet voor een illegaal schooltje. Ook wilden ze er niet echt geld aan uitgeven, want de schoolopziener regelde gratis boeken, en nam alleen Belgische vluchtelingen als leerkracht aan en zonder betaling.
Ontspanning
Er was een Comité voor Ontspanning der Belgische geïnterneerden te Utrecht-Zuilen. Dit comité organiseerde verschillende dingen, om het leven van de Belgische vluchtelingen te veraangenamen. Zo hebben ze een keer een feestavond georganiseerd ter ere van de naamdag van Koning Albert, destijds de koning van België. Deze feestavond vond plaats in een zaal in Zuilen, Buitenlust, waar het al snel helemaal vol zat. Ook was er een goede sfeer bij de Belgische vluchtelingen, zeker toen de Brabançonne (het nationale volkslied van België) werd gespeeld. Ook toen het Wilhelmus werd gespeeld, gingen de Belgen met de voetjes van de vloer! Toen het portret van Koning Albert op het grote scherm verscheen, kon de avond niet meer stuk. Daarna werd er een toespraak gegeven door de voorzitter van het Comité waarin onder andere werd vermeld dat Nederland geen beter volk gastvrijheid had kunnen geven dan het Belgische. En dat hoewel de Nederlanders de taak hadden neutraal te blijven, ging toch hun sympathie uit naar België en hadden ze veel bewondering voor wat België verricht had. Na deze toespraak weerklonk een daverend applaus. Ook werd de toespraak in het Frans herhaald. Tijdens beide speeches werd de Brabançonne een aantal keer spontaan aangeheven. Daarna waren er nog optredens van xylofonisten, violisten en jongleurs. Het feest ging tot in de vroege uurtjes door. Dit soort feesten werden vaker georganiseerd, en de Belgische vluchtelingen konden voor zo’n 50 cent een kaartje kopen. Ook werden concerten, lezingen en andere uitvoeringen georganiseerd.
De Nederlanders zorgden dus goed voor de ontspanning van de Belgen. Ze organiseerde veel dingen om hun gedachten te verzetten en het verblijf in Nederland zo verdraagzaam mogelijk te maken. Ze respecteerden het thuisland van de Belgen en toonden veel medeleven.
2. Welke problemen waren er met Belgische vluchtelingen in Utrecht?
De Problemen
Het was niet goed voor Nederland dat de vluchtelingen langer dan nodig bleven, maar ook niet goed voor de Belgen zelf. In Nederland steeg de werkloosheid en de mensen gingen een moeilijke wintertijd tegemoet. Alles wat voor de vluchtelingen afscheid moeilijk maakte, moest weggenomen worden, daarbij hoort onder andere overdreven goede voeding. De mededelingen van de Nederlanders, ook wel ziekelijke uiting van overdreven zorgzaamheid, waren zeker dus zeker op zijn plaats. Ook werden vluchtelingen in de particuliere nijverheid aan het werk gesteld, dit maakte de terugkeer wederom erg moeilijk. Niet alleen was het moeilijk voor de Belgen om hierdoor terug te keren, ook was het onrechtvaardig tegenover de werkloze Nederlanders, omdat al hun werk door de Belgen ingenomen werd. De Nederlanders vonden dus dat het wel tijd werd dat de Belgen weer naar hun vaderland terugkeerden en werden dan ook uitgenodigd door het Utrechtse Provinciale Comité medewerking te geven en in geen enkel geval meer hulp te verlenen aan de vluchtelingen om zo hun doel te bereiken. Bovendien waren de kosten van het geven van onderdak aan de Belgische vluchtelingen voor de ingezetenen (persoon/bedrijf behorende tot de Nederlandse economie) en plaatselijke steuncommissies. De Belgen werden dus niet altijd even goed behandeld. In het begin wel, maar naarmate de gevolgen voor Nederland te zien waren, hielden de goede daden voor België al gauw op en begon Nederland meer waarde aan hun eigen economie en land te hechten. Utrecht wilde er dus voor zorgen dat de Belgen weer naar hun eigen land konden keren.
Wat deed Utrecht?
Het bestuur van Utrecht wilde daarom graag een geheel overzicht van de vluchtelingen in hun provincie en dat er gevolg gegeven werd aan de door hen gedane verzoeken. Er waren namelijk nog een paar gemeenten die dit nog niet doorgegeven hadden. Het Utrechtse bestuur verzocht hen dit alsnog te doen. Ook waren er nog gemeenten waarvan zij zeker wisten dat daar nog vluchtelingen aanwezig waren, waarvan zij nog geen, of onvolledig ingevulde formulieren ontvangen hadden. Het Utrechtse bestuur verzocht hen dit binnen 24 uur alsnog te doen. Wanneer er namelijk onvolledige formulieren waren, was het onmogelijk vermisten op te sporen en kon er geen sprake zijn van gelijkmatige distributie. Langzamerhand keerden vele vluchtelingen terug naar hun vaderland. Een vermelding van het aantal vluchtelingen was niet voldoende, ook moest het nummer vermeld worden van de persoon op het formulier. Het Utrechtse bestuur maakte tenslotte van deze gelegenheid gebruik om enkele zaken een spoedige terugkeer van vluchtelingen duidelijk te maken.
Terug naar België
De Maatschappij van Staatsspoorwegen verklaarde dat de vluchtelingen die terug gingen naar hun vaderland gratis te vervoeren via de trein naar Antwerpen tot zover dit mogelijk was, waarschijnlijk zouden ze binnen een aantal dagen in Antwerpen aankomen. Maar eerst moesten zij voorzien worden van een verklaring, ondertekend door het Afdelings-Comité, waarin stond dat zij vluchtelingen zijn en terug wilden naar hun vaderland, met daarop hun namen. Wanneer er echter meer dan 30 vluchtelingen terug gingen, moesten zij dit vooraf doorgeven aan het Provinciale Comité, zodat er voor voldoende ruimte in de trein gezorgd kon worden. Eenmaal aangekomen in Antwerpen, moesten de vluchtelingen zich melden bij de Stationschef, die voor verder vervoer zorgde.
4. Welke overeenkomsten en verschillen zijn er tussen de opvang van Belgische vluchtelingen in de Eerste Wereldoorlog en hoe vluchtelingen tegenwoordig worden opgevangen?
Onderkomen
Tussen het verblijf van de Belgische vluchtelingen en de vluchtelingen van nu zijn wel een aantal overeenkomsten te vinden, maar vooral verschillen. En dan in negatieve zin voor de tegenwoordige vluchtelingen.
Zo waren er voor de Belgische vluchtelingen militaire huizen waar zij konden verblijven, slapen en eten. Het eten was zelfs uitermate goed. Er waren natuurlijk niet genoeg opvangplaatsen om die enorme golf van vluchtelingen op te vangen, dus zij zaten meestal opgepropt in de centra. Daar is niet veel aan veranderd. Nu is er natuurlijk wel genoeg tijd om de centra te ontwikkelen, maar de gemeente doet de moeite niet. De asielzoekers die wachten op een verblijfsvergunning worden nu in te kleine, donkere kamers gepropt, waar de omstandigheden onmenselijk slecht zijn, daar moeten ze wachten op een verblijfsvergunning en daarna op een huis. De autochtonen mensen in Nederland kan dit allemaal niets schelen en heeft het zelfs over overlast.
Dat was in 1917 wel anders! In een brief van het Comité tot Ontspanning van Belgische geïnterneerden aan inwoners van Utrecht staat een oproep om geld te storten voor een militair huis voor de vluchtelingen. In die brief staat dat de vluchtelingen de eerste zijn die hun hulp konden gebruiken, omdat zij meer dan 3 jaar van huisgezin en vaderland zijn weggeweest en een kampleven hebben geleefd. Ook wordt er veel ethiek in de brief gebracht, door te zeggen dat de mensen er zelf ook de vruchten van zullen plukken en het een werk van groot belang is. Verder staat er dat die mannen nu de hele dag rondzwerven en ’s nachts in cafés hangen, omdat ze nergens anders terecht kunnen. Van het geld wilde het Comité een gezellig lokaal maken waar gezelligheid & warmte heerst en lectuur & gezelschapsspellen hen wacht. Het was dus dringend nodig, volgens het Comité. Ze sluiten de brief af met dat het geld goed besteed zal worden, namelijk aan de mannen die plichtsgetrouw voor hun vaderland klaarstonden en onze belangstelling dus volledig verdien. Onderaan de brief zat een strookje waarop een naam, adres en maandelijks of een eenmaal bedrag kon worden ingevuld. Dit strookje is, aan de bijlagen te zien die bij dit archief stuk zat, vrij vaak ingevuld en met best grote bedragen voor die tijd. Hieraan kan je dus zien dat de mensen toen het beste met de Belgen voor hadden. Ze hadden ongelofelijk veel medelijden met die zielige Belgen die in hun thuis moesten missen en uit oorlog komen. Ze hadden erg veel medelijden.
Maar zo’n brief sturen voor geld om een opvangcentrum op te halen, hoef je nu echt niet meer te doen. Als er nu bekend wordt dat er een opvangcentrum wordt geopend, dan is alles wat je kunt verwachten protest. Dat is eigenlijk raar, omdat de vluchtelingen van nu ook 9 van de 10 keer uit landen komen waar het oorlog is en gescheiden zijn van hun familie. Dus die komen uit dezelfde situatie als de Belgische vluchtelingen destijds. Maar medelijden kan nu niet meer gewekt worden!
Ontspanning
Vermaak is ook iets wat een groot verschil is tussen vroeger en nu. Vroeger was er namelijk voor de vluchtelingen veel mogelijkheden voor ontspanning, zoals hierboven valt te lezen. Er werd van alles georganiseerd speciaal voor de vluchtelingen, waarbij er van alles vanuit België werd laten zien. Er werd dus zoveel mogelijk gedaan om de Belgen het naar hun zin te maken. Nu wordt er niets voor de vluchtelingen gedaan, en is er voor hen geen tijd voor vermaak, en de gemeente maakt het niets uit.
Terug naar Huis
De Belgische vluchtelingen moesten natuurlijk op een gegeven moment ook naar huis, tijdens of na de oorlog. Nu worden er ook mensen het land uitgezet. Ook werden de Belgische vluchtelingen als ze terug moesten/wilden naar hun thuisland veel beter behandeld. Ze kregen, zoals hierboven valt te lezen, een gratis treinreis aangeboden naar Antwerpen. Er werd in de trein zelfs rekening gehouden met hoeveel mensen er in die trein konden, zodat deze vluchtelingen niet met zijn allen opgepropt zaten. Nu is dat wel anders, als je hier weg wil dan moet je het maar uitzoeken waar je heengaat. Maar het is nog erger, want nu worden mensen zelfs weggestuurd, zonder dat je weet waar je heen moet! Dus ook dat is veel slechter geregeld. De overeenkomst is echter dat de Belgische vluchtelingen vaak ook niet naar huis wilden. De gemeente dwong ze alleen niet, maar maakte het aantrekkelijk door bijvoorbeeld die gratis treinreis.
Conclusie
Kortom, de Belgische vluchtelingen werden veel beter behandeld dan de vluchtelingen nu. Er was vroeger vermaak, betere leefomstandigheden en mensen hadden medelijden met de vluchtelingen. Nu worden de asielzoekers opgepropt in opvangcentra en vinden de mensen hen maar hinderlijk. Dat is eigenlijk raar, omdat die mensen uit precies dezelfde situatie zijn gevlucht als de Belgen honderd jaar geleden: oorlog. Overeenkomsten heb ik wel gevonden, maar niet door dezelfde redenen.
4. Antwoord op de hoofdvraag
Kijkende naar alle bronnen die we hebben gekregen en nu we dat zo hebben uitgewerkt, kunnen wij eigenlijk maar tot één conclusie komen: de Belgische vluchtelingen werden erg goed ontvangen en ondersteund in Utrecht. Vooral nu we het vergeleken hebben met de situatie van vluchtelingen nu, kunnen wij niets anders zeggen. De Belgen kregen een goed onderdak, werden geholpen en gerespecteerd door de inwoners en er werd voor ontspanning gezorgd. En toen de oorlog was afgelopen, hielpen de Utrechters de Belgen gewoon gratis weer terug naar Antwerpen. Het was dus helemaal zo slecht nog niet om als vluchteling in Utrecht terecht te komen. Vluchteling zijn is natuurlijk nooit leuk, maar als wij zouden kiezen, zouden we wel weten waar en wanneer we het zouden willen zijn!
© 2012 - 2024 X-laau, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Onderzoeksvraag opstellenWanneer je voor je werk of school een onderzoek wilt uitvoeren, dien je tot een conslusie te komen die antwoord geeft op…
Inhoud plan van aanpakDit artikel beschrijft hoe een plan van aanpak ingedeeld kan worden. De verschillende hoofdstukken en inhoud hiervan wor…
Bronnen en referenties
- Archiefstukken in het Utrecht's archief - http://www.hetutrechtsarchief.nl/