Dekolonisatie na de Tweede Wereldoorlog
Voor de Tweede Wereldoorlog, hadden veel Europese landen verscheidende kolonies. Na de oorlog veranderde dit echter en werden de kolonies onafhankelijk. Dit gebeurde niet van de ene op de andere dag. Het ging vaak gepaard met problemen en moeilijkheden.
In dit artikel zullen de volgende vraagstukken besproken worden:
- Wat is de invloed van de Tweede Wereldoorlog en de Koude Oorlog op de dekolonisatie?
- Wat zorgde voor armoede en instabiliteit na dekolonisatie?
- In hoe verre zijn voormalige kolonies echt onafhankelijk?
Wat is de invloed van de Tweede Wereldoorlog en de Koude Oorlog op de dekolonisatie?
De wereld voor de Tweede Wereldoorlog bestond uit grote rijken. Deze rijken hadden vaak kolonies die op vele plekken van de aardbol te vinden waren. Er ontstond echter een steeds grotere druk om een einde te maken aan het hebben van kolonies. Na de Tweede Wereldoorlog gebeurde dit ook. Tijdens de oorlog waren veel kolonies ingenomen door Japan. Toen de Jappen verslagen werden in 1945, probeerden de rijken hun kolonies terug te claimen, maar dit had vaak weinig succes. De bewoners van de landen vochten terug en kregen uiteindelijk onafhankelijkheid. De landen die gebruik maakten van het Marshal plan, werden door de USA ook onder druk gezet om de kolonies te laten gaan. Verder hadden veel bewoners van de kolonies gediend tijdens de Tweede Wereldoorlog en zij hadden gezien hoe het ook kon. Ze wilden dezelfde vrijheid en rijkdom als de Europeanen. De Europese landen waren door de oorlog ook arm geworden. Het hebben van een groot rijk, was erg duur. Verder was de druk van de USA, USSR en de UN om de kolonies op te heffen, groot.
De eerste landen die zich vrij maakten van hun moederlanden, waren Aziatische landen. Na de onafhankelijkheid van India, volgden vele anderen. Afrikaanse landen volgden pas veel later. Dit had een aantal redenen. De nationalistische bewegingen in Afrikaanse landen waren niet zo overtuigend als die in Aziatische landen. Verder leverden Afrikaanse kolonies nog meer op dan Aziatische en waren ze niet aangevallen door Japan. De landen die onafhankelijk werden, werden hierbij geholpen door de USA of de USSR. Deze supermachten wilden namelijk graag dat de nieuwe landen hun ideologie aanhingen.
Wat zorgde voor armoede en instabiliteit na dekolonisatie?
Met de onafhankelijkheid van hun moederland, waren de problemen in de kolonies niet opgelost. Gebrek aan leiderservaring zorgde voor chaos. Verder waren de landen arm. Dit betekend dat de landen meteen leningen af moesten sluiten met bijvoorbeeld de USA. Vervolgens raakten ze steeds verder in de schulden. Ook was er aan hen geleerd dat Europese waarden en normen goed waren. Deze wilden zij ook hebben, daarom probeerden ze Europa te volgen. Echter, dit betekende dat ze altijd stappen achter liepen. Een ander probleem was verdeeldheid in het land. In veel landen woonden verschillende stammen of religieuze groepen. Iedereen wilde de macht wel hebben. Dit zorgde voor conflicten. Het zorgde er onder andere voor dat India als snel in tweeën werd gesplitst. Een hindoeïstisch India en een Islamitisch Pakistan. Ook kwam het voor dat er meerdere naties in een staat kwamen te wonen. Dit is nu nog zichtbaar in onder andere Israel.
In hoe verre zijn voormalige kolonies echt onafhankelijk?
Hoewel de nieuwe landen officieel politiek onafhankelijk zijn, zijn ze dit economisch gezien zeker niet. De landen hebben grote schulden bij andere machten zoals Amerika. De schulden zorgen ervoor dat het moeilijk is voor de landen om economisch onafhankelijk te worden. Hoe meer leningen ze nodig hebben, hoe moeilijker het is om echte onafhankelijkheid te bereiken.