Het Middelnederlands
Het Middelnederlands werd tussen 1200 en 1500 in Nederland gesproken. In dit artikel bespreek ik een aantal kenmerken van het Middelnederlands in relatie tot het moderne Nederlands van nu.
Het Middelnederlands
Het Middelnederlands is de taal die in Nederland tussen 1200 en 1500 werd gesproken. Het is de voorloper van het Nieuw Nederlands en de opvolger van het Oudnederlands. Een andere benaming voor het Middelnederlands is 'Diets'.
Onderscheid tussen Oud- en Middelnederlands
Één van de belangrijke verschillen tussen het Oud- en Middelnederlands is het afzwakken van de vocalen, wat vocaalreductie genoemd wordt. Een voorbeeld hiervan zie je in het verschil tussen het Oudnederlandse 'vogala' en het Middelnederlandse 'vogele' (vogels).
Geen standaardtaal
Het Middelnederlands was geen standaardtaal, maar meer een verzamelnaam voor verschillende dialecten die op het Nederlands grondgebied gesproken werden. Men gaat er wel vanuit dat alle dialecten wel wederzijds verstaanbaar waren.
De grootste dialectgroepen waren de volgende:
- Brabants
- Hollands
- Limburgs
- Oostmiddelnederlands
- Vlaams
Naamvallen
In het Middelnederlands werd nog volop gebruik gemaakt van de naamvallen. De taal kende de volgende naamvallen: nominatief (onderwerp van de zin), accusatief (lijdend voorwerp, maar werd ook na bepaalde voorzetsels gebruikt), genitief (aanduiding van bezit) en datief (meewerkend voorwerp). Het gebruik van deze naamvallen heeft als gevolg dat er geen strikte volgorde in de zinsopbouw nodig is, wat onnatuurlijk aan kan doen voor sprekers van het moderne Nederlands.
Vrijheid in spelling
In tegenstelling tot wat wij van het moderne Nederlands gewend zijn, kende het Middelnederlands een grote vrijheid op het gebied van spelling. Dit komt onder andere door het gebruik van de verschillende dialecten en doordat men een woord schreef zoals het uitgesproken werd.
Als voorbeeld geef ik het modern Nederlandse woord maagd, wat wij alleen op die manier schrijven, maar wat in het Middelnederlands geschreven kon worden als: maghet, meget, magt, maget, magd of mecht. Dit maakt het lezen van Middelnederlandse teksten voor ons gecompliceerd.
Een ander groot verschil met het moderne Nederlands is dat men in het Middelnederlands grote waarde hechtte aan het duidelijk opschrijven van alle klanken die ze hoorden. Dit heeft te maken met hoe men in die tijd las, hardop, of wanneer er voor zichzelf werd gelezen; mompelend. Alles werd dus in feite zo opgeschreven zoals het gezegd werd.
Als voorbeeld hiervan geef ik een stukje uit 'Vanden Vos Reynaerde': 'ochtire an winnen.‘ Ochtire ziet er voor ons heel vreemd uit als één woord, maar wanneer je het hardop leest zul je al gauw ontdekken dat het iets moet betekenen als 'Mocht hi er an winnen’.
Ontkenning
Ook een ontkenning werd in het Middelnederlands anders gevormd dan in het moderne Nederlands dat wij kennen. Men gebruikte het woordje 'en' of 'ne' voor het werkwoord, en plaatste dan nog een ontkenning in de vorm van niet, nooit, niemand of nog iets anders elders in de zin. Dit heet een dubbele ontkenning.
Voorbeeld uit 'Vanden Vos Reynaerde': 'Reynaert, ne sorghet niet' wat betekent 'Reynaert, maak je geen zorgen Hier zie je duidelijk de dubbele ontkenning.
Overgang naar het Nieuwnederlands
In de 16e eeuw ontstond in Nederland de behoefte aan één geuniformeerde standaardtaal en het systeem van dialecten verdween geleidelijk aan. De taal die op deze manier ontstond werd het latere Standaardnederlands.