Het gebruik van het menu ‘CALC’ op de TI-84
De rekenmachine genaamd TI-84 is een veelgebruikt hulpmiddel bij Wiskunde, Scheikunde, Economie- en Natuurkundelessen op de middelbare school, maar ook daarbuiten. Het gebruik van het menu CALC is bij allen handig. Het CALC-menu wordt gebruikt om bepaalde waarden te vinden die zich in een grafiek bevinden. Er zijn verschillende waarden die kunnen worden gevonden in grafieken. Je kunt een Y-waarde bij een X-waarde vinden (CALC value), een nulpunt berekenen (CALC zero), een top of dal berekenen (CALC minimum of CALC maximum) en ten slotte kan een snijpunt van twee grafieken worden berekend (CALC intersect).
Functie invoeren in het CALC menu
Op de rekenmachine TI-84 kun je met het menu CALC bepaalde waarden berekenen die zich in een grafiek bevinden. Het gaat om de X- en/of Y-waarde van een bepaald punt in de grafiek. Eerst is het nodig om hiervoor een grafiek zichtbaar te maken. Dit wordt ook wel plotten of tekenen van een grafiek genoemd. Hiervoor druk je op de rekenmachine op de knop ‘Y=’. Bij Y1 voer je dan de gewenste functie in waarvan je de grafiek wilt plotten.
CALC value
Met CALC value kun je bij elke gewenste X-waarde de bijpassende Y-waarde vinden. Druk daarvoor op ‘2ND’, ‘CALC’ en vervolgens op ‘value’. Vervolgens krijg je de grafiek in beeld, met daaronder ‘X=’. Vul de X-waarde in die je wilt weten, dan verschijnt de bijbehorende Y-waarde daarnaast in beeld.
CALC zero
CALC zero, de naam zegt het eigenlijk al, is om het nulpunt te berekenen op de X-as. Druk daarvoor op ‘2ND’, ‘CALC’ en vervolgens op ‘zero’. Je krijgt weer een scherm met de grafiek daarin afgebeeld. Onderin staat ‘Left bound?’, beweeg met de pijltjes in de curve een stuk naar links van het nulpunt en klik op Enter. Dan verschijnt: ‘Right bound?’. Beweeg weer met de pijltjes, nu naar rechts van het nulpunt. Druk vervolgens nog een keer op Enter. Hierna verschijnen de waarden van het nulpunt onderin het scherm, met de X- en Y-waarden aangegeven.
CALC minimum en maximum
Deze functie is er de top of het dal van een grafiek te berekenen. Druk daarvoor op ‘2ND’, ‘CALC’ en vervolgens op ‘minimum’ of ‘maximum’. Minimum gebruik je bij een dal in de grafiek, maximum bij een top. Weer verschijnt: ‘Left Bound?’ en ‘Right Bound?’. Deze gebruik je hetzelfde als bij CALC zero: dus bij ‘Left Bound?’ beweeg je met de pijltjes naar links, bij ‘Right Bound?’ beweeg je naar rechts. Druk ten slotte op Enter en de X- en Y-waarden van de top of het dal verschijnen in beeld.
CALC intersect
Voor de functie CALC intersect heb je niet één maar twee functies nodig. Je voert dan bij ‘Y2=’ de tweede grafiek in die je nodig hebt. Wanneer de twee grafieken een snijpunt hebben, kun je CALC intersect gebruiken. Zorg wel dat je het snijpunt in beeld hebt wanneer je drukt op GRAPH. Druk weer op ‘2ND’, ‘CALC’ en vervolgens op ‘intersect’. Je krijgt in beeld ‘First Curve?’. Druk op Enter als je je bevindt op een grafiek waarvan je het snijpunt wil berekenen, bij ‘Second Curve?’ druk je dan op de andere grafiek met welke de eerste snijdt. Onder in beeld verschijnt ‘Intersection’ met hieronder de X- en Y-waarden van het snijpunt.