Spreekbeurt over theater
Bijna iedereen gaat wel eens naar het theater. Wat moet er allemaal gebeuren voordat de voorstelling gespeeld kan worden? Wat is eigenlijk een éénakter? Hoe kan decor zo snel wisselen en wat wordt bedoeld met 'licht inhangen'? Juist omdát zoveel mensen theaters bezoeken is het goed om eens wat te weten wat er moet gebeuren voordat het doek opengaat.
Een dag in een theater
Je hoeft bijna niet aan artiesten te vragen waar ze vandaan komen. Het grootste deel woont in de Randstad, vooral in Amsterdam. Toch treden de artiesten in het hele land op. Dat betekent dat ze soms best een eind moeten rijden.
‘s Morgens
Bij voorstellingen met veel decor en licht, komt een speciale groep technici vaak al ’s morgens binnen. Er is een soort regel die zegt dat het theater net zo veel technici levert als het gezelschap. Komen zij met 2, dan verwachten ze ook 2 mensen van het theater. Eerst wordt de vrachtwagen uitgeladen. Dat is vaak zwaar werk. Decor wordt neergezet, doeken worden opgehangen en licht wordt ingehangen. Zo noemen ze dat. Dan hangen ze die grote spots aan een stalen pijp die hoog boven het podium hangt. Dat heet een trek.
Aan de zijkant van het toneel was altijd een trekkenwand. Daar werden allemaal gewichten opgehangen om te zorgen dat de ‘trek’ en alles wat daar aan vast hangt, even zwaar is. Als een achtergrond snel verwisselt moet worden, hoefde je niet de hele trek omhoog te tillen maar werd je geholpen door de gewichten (kluiten) Dat was vreselijk zwaar werk. Sinds 2006 hebben alle grotere theaters een geautomatiseerde trekkenwand. Alles wordt nu bestuurd met computers. Daardoor is het werk lichamelijk lichter geworden. Maar om de computers te kunnen besturen, moeten er een paar moeilijke cursussen worden gevolgd. Dat kan niet iedereen zo maar. Maar voor de gezondheid is het nu veel beter.
‘s Middags
’s Middags wordt alles getest, het geluid, het licht. Alles moet precies zo staan zoals de maker het bedacht heeft. De lampen worden ook allemaal door lichtcomputers aan en uit gedaan. Maar dit moet van te voren wel worden geprogrammeerd. En goed getest.
Aan het eind van de middag komen de artiesten. De acteurs, dansers of muzikanten hebben een tijdje nodig om zich voor te bereiden. Ook zij gaan vaak het geluid nog wel even testen, soundchecken noem je dat. En gewoon even wennen aan de zaal. Een uur voor de voorstelling is het een drukte van belang achter de schermen. Artiesten kleden zich om, maken zich op en maken hun spieren en stemmen warm.
‘s avonds
De eerste bezoekers komen ook een uur voor de voorstelling. Die nemen alle tijd om nog een kopje koffie te drinken, de nieuwe expositie bekijken, jassen bij de garderobe afgeven en ook zo een beetje aan het theater te wennen. De brandweer wil dat het publiek de jassen op de kapstok doet. Stel dat iedereen z’n jas onder de stoel legt, dan kan een ander er over struikelen als er paniek uitbreekt. Nog even naar de w.c. voordat het allemaal gaat beginnen want als je tijdens de voorstelling moet, dan stoor je de rest van het publiek. Ongeveer een kwartier voordat de voorstelling begint, gaan de deuren open.
Bij de ingang worden alle kaartjes gecontroleerd door de gastdames/gastheren. Zij helpen het publiek ook naar de plaats. Het is soms best lastig om je plek te vinden. Je moet opletten of je een plaats hebt in de zaal, ring, 1e balkon of 2e balkon. En of je een even of een oneven stoelnummer hebt. Op de muur staat van welke kant je dan het beste naar binnen kunt gaan.
De voorstelling
Bij sommige voorstellingen kun je heel hard lachen, meezingen, klappen en gek doen. Maar er zijn ook voorstellingen waar je stil van wordt. Bij zulke voorstelling is het heel vervelend als een ander lawaai maakt met een snoeppapiertje of nog erger, als er een mobiele telefoon afgaat! Vreselijk. Door zulke geluiden kunnen de acteurs ook helemaal in de war raken en niet meer zo goed spelen als ze anders doen. Probeer bij de stille voorstelling zo weinig mogelijk geluid te maken. Kun je geen uur zonder snoep? Zorg dan van te voren dat het papiertje er al af is. Soms is er een pauze, soms niet.
Als de voorstelling echt afgelopen is, dan kun je de artiest bedanken door te klappen. Artiesten zelf noemen dat “applaus halen”. Dan komen ze nog een keer terug om het applaus in ontvangst te nemen. Je kunt door hard of zacht te klappen, laten merken hoe mooi je het vond. Hoe mooier je het vond, hoe harder je klapt. Is het helemaal fantastisch, dan mag je er bij gaan staan. Het gekke is dat mensen de laatste jaren bijna altijd gaan staan. Maar de bedoeling was dat je alleen ging staan als het echt super was. Niet ieder stuk hoeft een staande ovatie te krijgen. Eigenlijk is het jammer dat dat nu wel gebeurt omdat er nu geen verschil is tussen goed en heel erg goed.
Na de voorstelling kun je in de foyer of in het café nog iets drinken. Heel vaak komen de artiesten na het omkleden ook nog even in het café. Ze vinden het vaak leuk om even na te praten, te horen wat het publiek er van vond.
Ondertussen wordt op het toneel dan weer keihard gewerkt. Alles wordt afgebroken, de spullen weer in de vrachtwagen gezet. Soms rijdt een vrachtwagenchauffeur gelijk door naar het volgende theater waar hij dan gaat slapen in z’n truck. Dat scheelt veel tijd. Is een voorstelling bv. om 22.30 uur afgelopen? Dan zijn de technici nog tot na middernacht bezig.
Mensen die in het theater of bij een gezelschap werken zijn in de zomer vaak wel heel lang vrij. Vaak vanaf mei tot september.
Verschillende soorten voorstellingen
Er zijn heel veel voorstellingen in het theater te vinden. Zo zijn er voorstellingen voor peuters, voor de jeugd, voor familie en voor volwassenen.
De voorstellingen zijn onder te verdelen in de volgende genres ( thema’s):
- Peuter: Dit is voor kinderen vanaf 2 jaar.
- Jeugd: Deze voorstellingen zijn voor kinderen tot en met 12 jaar.
- Familiemusical: Hier kun je samen met je ouders, broertjes, zusjes, opa, oma, naar toe gaan. Het is dus geschikt voor alle leeftijden.
- Rap, street en breakdance: In deze voorstellingen wordt veel gerapt en veel gedanst op populaire muziek.
- Festival: Verschillende groepen die op 1 dag dezelfde soort muzieksoort spelen of meerdere toneelstukken die over 1 onderwerp gaan.
- Wereldmuziek: In deze voorstelling wordt muziek gemaakt vanuit de hele wereld.
- Dans en ballet: In deze voorstelling wordt veel gedanst.
- Musical: Het verschil tussen een musical en een toneelstuk is dat bij de musical het verhaal vooral wordt gezongen en bij een toneelstuk is er veel meer tekst wat gesproken wordt.
- Toneel: Een verhaal wat uitgespeeld wordt.
- Opera en koor: Een gezongen verhaal met klassieke muziek.
- Pop en theaterconcert: Een groep die populaire muziek maakt.
- Muziektheater: Een tussenvorm met van alles maar vooral muziek.
- Show en entertainment: Dit zijn de voorstellingen waar gezongen en gedanst wordt maar waar meestal geen verhaal in zit.
- Klassieke muziek: Dit zijn oudere muziekstukken.
Veel verschillende woorden voor veel verschillende soorten voorstellingen (oftewel terminologie)
- Klucht: Een toneelstuk waar je om moet lachen
- Blijspel: Een toneelstuk met verschillende bedrijven, meestal drie. Aan het begin van het toneelstuk ontstaat er een probleem dat aan het eind van het stuk opgelost is.
- Eenakter: Een toneelstuk wat uit één bedrijf (act) bestaat.
- Monoloog: Een toneelstuk dat door één persoon gespeeld wordt.
- Drama: Een toneelstuk waarin emoties centraal staan.
- Detective: Een toneelstuk waarin een misdaad (moord) centraal staat.
- Pantomime: Een manier van uitbeelden waarbij niet gesproken word maar er alleen iets uitgebeeld word. Vaak heeft de speler witte handschoenen en een wit gezicht.
- Musical: Een toneelspel waarbij muziek zang en dans worden gecombineerd.
- Toneelschrijver: Schrijver van het toneelstuk.
- Regisseur: De regisseur bepaald aan de hand van de teksten hoe er gespeeld wordt.
- Souffleur: Iemand die tijdens het spelen tekst doorgeeft als de speler het vergeet.
- Repetitie: Het oefenen van een toneelstuk
- Generale repetitie: de laatste keer oefenen voor de uitvoering.
- Auditie: Een oefening om te kijken hoe goed je toneel kan spelen. De regisseur bepaald dan of je mee mag doen.
- Decor: De omgeving en/of achtergrond van het toneelstuk.
- Dubbelrol: Iemand die twee verschillende personen speelt in één toneelstuk.
- Personage: Een persoon in het toneelstuk.
- Hoofdrol: Iemand met een belangrijke rol in het toneelstuk.
- Figurant: Iemand die een kleine rol heeft in het toneelstuk.
- Scène: Een moment in het toneelstuk.
Wat moet je wel en niet doen als je naar een voorstelling gaat?
Als je naar het theater gaat, moet je ervoor zorgen dat je op tijd bent. Het is jammer als je het begin mist maar erger nog is het dat je andere bezoekers én spelers stoort. Zorg er ook voor dat je voordat het begint naar de wc gaat. Als je ineens tijdens de voorstelling nodig naar de wc moet, mis je ook weer heel veel!
Als iets grappig is mag je altijd lachen! Je hoeft je echt niet te schamen. Ook als je de hele voorstelling heel mooi vond, klap je na die tijd. De mensen op het toneel hebben zo hun best gedaan dat ze dat heel fijn vinden. En als je het heel erg mooi vond, ga je bij het laatste applaus zelfs staan. Dat noem je een staande ovatie.
Probeer een uurtje niet te snoepen, knapperige snoeppapiertjes stoort de voorstelling maar ook de mensen die naast en voor je zitten.
Wat moet je niet doen? Huilen als het afgelopen is, je komt gewoon een keertje terug.