Boekverslag: Parken en Woestijnen
Een uitgebreid verslag van de gedichtenbundel Parken en Woestijnen van M. Vasalis. Drie van de gedichten zijn uitgebreid geanalyseerd. Dit verslag mag gebruikt worden als naslagwerk.
Gegevens
- Titel: Parken en Woestijnen
- Auteur: M. Vasalis
Samenvattingen van de gedichten die niet worden geanalyseerd
Drank de onberekenbare
De ik-persoon heeft gedronken en vertelt over de dingen die in haar hoofd gebeuren. Ze vindt het jammer dat mensen alleen naar haar uiterlijk kijken. Haar verliefde heeft haar verlaten
Thema: Eenzaamheid, liefdesverdriet
De dood
De dood laat de ik-persoon dingen zien waarmee ze zichzelf van het leven kan beroven. Dan geeft hij de ik-persoon ook nog een portretje, dit zou dan een reden zijn om uit het leven te stappen. Ik denk dat dit een portretje is van een geliefde die ze is verloren.
Thema: Dood, eenzaamheid , liefdesverdriet
De idioot in het bad
Zoals de titel al verraad gaat er een idioot in bad. Daar voelt hij zich veiling, maar in de wereld buiten de badkuip niet.
Thema: Veiligheid
Tijd
De ik-persoon lijkt stil te staan in de tijd. Alles om haar heen schiet voorbij. Ze vindt het jammer dat alles zo snel dood gaat.
Thema: Dood, Tijd
Voorjaar
De ik-persoon was vergeten hoe tijdens de lente alles weer opbloeit. Alles wat in de winter zo kaal en dood had geleken begint weer te leven.
Thema: Het opleven van de natuur
Begrafenis van Mevrouw T.
Mevrouw T. is overleden en wordt begraven. Het gras lijkt te huilen omdat ze dood is. Maar de zon schijnt als eerbetoon, omdat ze een goede moeder is geweest.
Thema: Dood
De trek
Het gedicht gaat over een karavaan. De ik-persoon ziet in Afrika een karavaan langst trekken en verlangt ernaar om ook te gaan trekken.
Thema: Vertrekken / Heimwee
Luchtspiegeling
De ik-persoon zit in Afrika. Omdat het in Afrika zo warm is ga je dingen zien die er niet zijn. De ik-persoon ziet een luchtspiegeling van Nederland en wil graag terug gaan.
Thema: Heimwee
De krekels
’s nachts hoort de ik-persoon krekels. Ze moet denken aan een klok die tik. Dan bedenkt ze zicht dat er geen kracht bestaat om de tijd ook maar even stil te laten staan. De tijd zal door blijven tikken totdat ze dood gaat.
Thema: Dood, tijd
Het ezeltje
De ik-persoon komt tijdens een wandeling een ezel tegen. Deze doet haar herinneren aan vroeger. Ze wil graag weer terug in de tijd en weer kind zijn.
Thema: tijd
Afsluitdijk
De ik-persoon zit in een bus die over de afsluitdijk rijdt. Via de ramen ziet ze de buitenwereld en iedereen in de bus. Wat ze in de ramen ziet doet haar denken aan een tunnel zonder begin en zonder einde.
Thema: het oneindige
Fanfare-corps
De ik-persoon luistert naar mannen die op hoorns spelen. Het geluid wordt verstoord door een paar eenden. De eenden lijken bedroeft. De ik-persoon voelt zich ook bedroeft, maar ook een beetje goed tegelijkertijd.
Thema: verdriet
Herfst
Het gedicht gaat over de schoonheid van de natuur die ook heel duister kan zijn. Kalkoenen staan in een groepje. In de zon,maar ook in de regen.
Thema: tegenstrijdigheid
De onbekende van de Amstel
De ik-persoon ziet in de amstel een dode vrouw drijven. Ze wordt vergeleken met de maan. De maan die net als het drijvende lijk haar eigen weg gaat.
Thema: Dood
Vahine no te tiare
Er is een vrouw die er heel zelfverzekerd uitziet. Ze heeft een bloem in haar handen. Deze bloem verraad dat ze gedachten voor de buitenwereld schuil houdt. Eigenlijk zit ze vol met haat.
Thema: Haat en verdriet
Herfst
De ik-persoon is bang voor de dood. Ze vindt dat ze weinig in haar leven heeft bereikt.
Thema: Dood
Kind in het licht
Overal is het licht. Maar er is iets dat nog meer schijnt dat het licht, een klein gezichtje. Ik denk dat het over een baby’tje gaat.
Thema: (nieuw) leven
Onweer in het moeras
Het is stil. Dan het te onweren. De vogels vliegen weg. Het onweer is erg onverwacht en erg heftig. De ik-persoon schrikt er van.
Thema: Verandering
Vormkenmerken van de gedichten
De gedichten hebben ongeveer dezelfde lengte. Soms zijn de gedichten wat langer, soms wat korter. Je kunt wel zien dat de onderwerpen erg dicht bij mekaar liggen. Er zijn drie gedichten die de Herfst in de titel hebben.
Literaire stroming
Expressionisme, dit kun je goed herkennen aan de manier waarop Vasalis haar gevoelens weer probeert te geven.
Titelverklaring
De titel parken en woestijnen is een tegenstelling. In veel gedichten komen ook tegenstellingen voor. In de parken leven dieren en planten terwijl de woestijn niet meer is dan een grote zandbak zonder leven (een beetje overdreven, maar dat is om de tegenstelling duidelijker te maken)
Analyse van 3 gedichten
Angst
- Strofe-indeling: Dit gedicht bevat geen strofe-indeling
- Rijmschema: Als je naar de eerst 4 regels kijkt lijkt het een ABBA schema te zijn. Voor de rest van het gedicht gaat dit echter niet op. Het rijmschema: ABBACDECFDGHD
- Benoeming van de rijm: De rijm in het gedicht is eindrijm en volrijm.
Beeldspraak & Stijlfiguren
- Personificatie; Het ontluisterd licht treed de kamer binnen (regel 11 en 12)
- Metafoor; De ik-persoon wordt bedolven onder het gepraat (regel 9)
- Opsomming; De opsomming van alle angsten (regel 2,3,4,5)
- Hyperbool; Het bijna voor alles bang zijn geweest is volgens mij overdreven.
- Climax en anti-climax; Het toewerken naar een grote angst en het klein uitvallen van die angst
Parafrase
De ik-persoon verteld over haar angsten. Ze is voor veel dingen bang. Haar grootste angst is om eenzaam te zijn.
Interpretatie
De boodschap die de schrijfster wil afgeven is volgens mij dat je aan de meeste angsten wel gewend kan raken, maar dat je aan de angst om altijd alleen te zijn niet kunt wennen.
De weg terug
- Strofe-indeling: Het gedicht is een sonnet. Het bestaat uit 14 regels. De eerst twee strofe zijn kwartrijnen. Daarna volgen twee terzinen.
- Rijmschema: ABBACDDCEFGEFG
- Benoeming van de rijm: De rijm in dit gedicht is eindrijm en volrijm.
Beeldspraak & Stijlfiguren
- Metafoor ; De avondspin is een metafoor (regel 1)
- Vergelijking ; “We” wordt vergelijken met twee lijken (regel 8)
- Tautologie ; Gespannen is al strak (regel 9)
- Alliteratie ; Ontdooien van vast verdriet (regel 13)
Parafrase
I: De avond is gekomen en de tijd lijkt stil te staan
II : De ik-persoon ligt stil en kijkt samen met iemand naar het lege plafond en wordt daar bang van.
III : Het begin te regenen en de regen komt tegen het raamkozijn
IV : De ik-persoon wil niet bewegen.
Interpretatie
Voor de ik-persoon lijkt de tijd stil te staan tot het begint te regen. Ze vindt het verschrikkelijk om weer te bewegen en wil eigenlijk liever dood blijven liggen.
In de herfst
- Strofe-indeling: De eerste strofe is een terzet. De tweede strofe is een enkele regel. De derde strofe is een sextet.
- Rijmschema: ABCDEADBBE
- Benoeming van de rijm: Eindrijm
Beeldspraak & Stijlfiguren
- Metafoor ; Het geopende hart is een metafoor (regel 5)
- Tautologie;
- Hol en leeg (regel 1)
- Geel en amberen bomen (regel 2)
- Pijndoend, schrijnend (regel 8)
Parafrase
De ik-persoon vergelijkt haar verdriet met de herfst. Het gaat om liefdesverdriet. Daar droomt ze ook steeds over.
Interpretatie
De schrijfster vergelijk de herfst met haar gevoel. Ze voelt zich sober en heef waarschijnlijk liefdesverdriet.