Economie: Redeneren van markt naar markt met Vraag en Aanbod
Redeneren is een belangrijk onderdeel om Economie te begrijpen. Redeneren is uitleggen waarom de stijging/daling van iets (bijv. rente) gevolg heeft voor de stijging/daling van iets anders (bijv. de wisselkoers). Hiervoor gebruik je de wet van vraag en aanbod. Ongeveer 30% van je examenvragen bestaat uit redeneer vragen, soms letterlijk, soms met een verhaaltje eromheen. Hieronder wordt precies uitgelegd hoe je moet redeneren en onderaan staat nog een voorbeeldsom met uitwerking.
Inhoud
Uitleg van gebruikte symbolen:
- V = Vraag
- A = Aanbod
- ↑ = stijging
- ↓ = daling
- Ev = Effectieve vraag
- C = Consumenten
- I = Investeerders
- O = OVerheidsbestedingen
- bb = buitenlandse beleggers
- E = Export
- M = Import
- R = Rente
- ICP = internationale concurrentie positie
Wet van vraag en aanbod
- V↑ - product wordt schaarser - P↑
- V↓ - product wordt minder schaars - P↓
- A↑ - product wordt minder schaars - P↓
- A↓ - product wordt schaarser - P↑
De verschillende markten
Er zijn vier markten waarmee we gaan redeneren:
De Goederen en dienstenmarkt, de arbeidsmarkt, de geldmarkt (of kapitaalmarkt) en de valutamarkt.
Op elke markt zijn er aanbieders, vragers en een prijs. Met de prijs wordt de manier van betalen bedoeld.
1. Goederen en Dienstenmarkt | 2. Arbeidsmarkt |
Vragers: Iedereen die goederen vraagt (C, I, O, E) | Vragers: Werkgevers (iedereen die arbeid wil) |
Aanbieders: Producenten | Aanbieders: Werknemers en werklozen |
Prijs: (markt)prijs | Prijs: Loon |
3. Geldmarkt (kapitaalmarkt) | 4. Valutamarkt |
Vragers: Iedereen die geld wil lenen (C, I, O) | Vragers: Iedereen die € wil (bb, E) |
Aanbieders: Spaarders en buitenlandse beleggers | Aanbieders: Iedereen die € aanbied (M, C) |
Prijs: Rente | Prijs: Wisselkoers |
Tip: print het bovenstaande schema uit en trek pijlen van markt naar markt met de beredenering erbij.
Redeneren van markt tot markt
Arbeidsmarkt → Goederen en Dienstenmarkt
Als het loon omhoog gaat, wat gebeurt er dan met de marktprijs?
Redenering:
Het loon stijgt, dus consumenten besteden meer, dan komt er meer vraag en producten worden dus schaarser. Als producten schaarser worden, stijgt de prijs.
Loon↑ - C↑ - Ev↑ - product wordt schaarser - P↑
een andere redenering:
Het loon stijgt, de loonkosten voor de werkgever gaan omhoog, die berekent de loonkosten door in de prijs, dus de prijs stijgt.
Het is een andere redenering, maar je krijgt dezelfde uitkomst.
Loon↑ - loonkosten↑ - doorberekenen in prijs - P↑
Goederen en dienstenmarkt → Valutamarkt
Als de marktprijs stijgt, wat gebeurt er dan met de wisselkoers?
Als de prijs hier omhoog gaat, verslechterd de Internationale concurrentie positie, daardoor daalt de vraag naar goederen uit nederland en dus daalt de vraag naar de Euro. Doordat de vraag naar de euro daalt, daalt de 'prijs' van de euro, oftewel de wisselkoers.
P↑ - ICP↓ - V goederen ↓ - V€ ↓ - P€ ↓ - wisselkoers ↓
Valutamarkt → Goederen en Dienstenmarkt
Als de wisselkoers stijgt, wat gebeurt er dan met de marktprijs?
De wisselkoers stijgt, dus wordt de euro duurder. De internationale concurrentie positie verslechterd, dus de Export daalt. Daardoor daalt ook de effectieve vraag en dus daalt de prijs.
Wisselkoers↑ - ICP↓ - E↓ - Ev↓ - P↓
Geldmarkt → Valutamarkt
Als de rente stijgt, wat gebeurt er dan met de wisselkoers?
De rente stijgt, het is dus aantrekkelijk om hier te beleggen. Het aantal buitenlandse beleggers stijgt dus, waardoor de vraag naar de euro ook stijgt. Als de vraag naar de euro stijgt, stijgt de wisselkoers.
R↑ - bb↑ - V€ ↑ - Wisselkoers↑
Geldmarkt → Goederen en Dienstenmarkt
Als de rente stijgt, wat gebeurt er dan met de marktprijs?
De rente stijgt, het is dus aantrekkelijker om te beleggen dus meer mensen gaan sparen. Mensen sparen meer dus consumeren minder, dus de effectieve vraag gaat omlaag. Hierdoor daalt de prijs.
R↑ - Spaarders↑ - C↓ - Ev↓ - P↓
Andersom redeneren: de pijltjes omdraaien
Al deze redeneringen werken natuurlijk ook andersom. Bijvoorbeeld: als het Loon
omlaag gaat, wat gebeurt er dan met de prijs? Bij deze vraag keer je gewoon alle pijltjes van de redenering van arbeidsmarkt naar goederen en diensten markt om.
Loon↓ - C↓ - Ev↓ - product wordt minder schaars - P↓
Let op! Je moet deze beredeneringen gewoon uit je hoofd leren, bij je examen of tentamen heb je geen schema waar je naar kan kijken!
Redeneervragen oplossen
Er zijn 6 stappen om een redeneervraag makkelijk op te lossen:
- Lees de Vraag
- Schrijf je beginpunt op
- Schrijf je eindpunt op (laat er ruimte tussen!)
- Kijk op welke markt je begint
- Kijk op welke markt je eindigd
- Bedenk welke pijlen je moet volgen om daar te komen en schrijf altijd je tussenstappen op!
Voorbeeldvragen beantwoorden in de 6 Stappen
Vraag: Wat gebeurt er met de marktprijs als de rente omhoog gaat. Gebruik de wisselkoers.
- Stap 1: lees de vraag
- Stap 2: Het beginpunt: R↑
- Stap 3: Het eindpunt (en tussenpunt): R↑........................wisselkoers.......................... P
- Stap 4: Je begin op de Geldmarkt
- Stap 5: Je eindigt op de goederen en dienstenmarkt, maar via de valutamarkt
- Stap 6: Je moet eerst van de rente naar de wisselkoers beredeneren, en dan van de wisselkoers naar de prijs.
Je hebt geleerd:
R↑ - bb↑ - V€ ↑ - wisselkoers ↑
Dan kan je redeneren van een stijgende wisselkoers naar de prijs:
wisselkoers ↑ - ICP↓ - E↓ - Ev↓ - P↓
Antwoord: De prijs daalt als de rente omhoog gaat.