Volwassenonderwijs

Vavo (voorbereid algemeen volwassenonderwijs) is bedoelt voor volwassenen die alsnog een diploma willen behalen in het voortgezet onderwijs te kiezen uit MAVO, HAVO en VWO. De manier waarop wordt geëxamineerd is vrijwel gelijk aan het reguliere voortgezet onderwijs.

Doelgroepen

• Jongeren die achttien jaar of ouder zijn
• Jongeren van zestien of zeventien jaar

Jongeren die achttien jaar of ouder zijn kunnen in elk geval deelnemen aan een opleiding op het VAVO. Een mogelijk is om de opleiding te combineren met werk door middel van een deeltijdopleiding; je kunt dan bijvoorbeeld 's middags werken en 's avonds naar school gaan. Als leerling kun je ingeschreven blijven staan bij je oude middelbare school als je daarna naar het VAVO wilt gaan; dit zal goedkoper zijn dan wanneer je dat niet doet.

Jongeren van zestien of zeventien jaar kunnen ook deelnemen aan het VAVO mits ze door de middelbare worden toegelaten. Je zult ingeschreven blijven staan bij je oude school. Dit kan handig zijn als je gezakt bent voor je eindexamen of als je gegronde moeilijkheden op je eigen school beleefd.

Kosten van de opleiding

De kosten een opleiding aan het VAVO lopen erg uiteen. Het maakt namelijk nogal wat uit of je eigen middelbare school meetbetaald aan je opleiding of dat je alles zelf betaald. Dit wordt de Rutte-regeling genoemd. Volwassenen zullen hierdoor sowieso geen voordeel van ondervinden als ze alsnog een diploma willen behalen, omdat het waarschijnlijk al een tijd geleden is dat ze van hun school zijn gekomen. Een andere mogelijkheid is dat de gemeente meebetaald aan je opleiding. Meestal betaalt de gemeente alleen mee als je nog geen voortgezet onderwijsdiploma hebt behaalt of als je nog geen startkwalificatie hebt. Als je geen recht hebt op beide tegemoetkomingen, zal je een heel groot deel zelf moeten betalen en het bedrag loopt dan al snel op tot de achtduizend euro. In deze situatie is er wel recht op een tegemoetkoming deeltijders; dat kan oplopen tot ongeveer zeshonderd euro.

Geschiedenis

In de negentiende eeuw was het VAVO vooral bedoelt voor volwassenen, omdat ze in hun tijd niet de kans hebben gekregen om een opleiding te volgen. Deze volwassenen waren dan ook opgegroeid voor de invoering van de mamoetwet in 1968. De overheid vond dat deze volwassenen zich ook moesten kunnen bijscholen. Vooral vrouwen kwamen hiervoor in aanmerking, omdat zij eerder vroegtijdig van school gingen dan mannen. Het percentage mannen en vrouwen op het VAVO is nu bijna gelijk in vergelijking met vroeger en de leeftijd van leerlingen ligt nu ook veel lager.