De beginselen van muziek als therapievorm
Dit artikel vat de beginselen van muziek als therapievorm, beginnend bij het Papyrus Ebers stammend uit de 18e dynastie, samen. Wat zijn de belangrijkste observaties uit het verleden en wat is er nog over van de, door de voorgangers van onze tijd, opgedane kennis? Belangrijk is de ontwikkeling van het geloof in een magisch universum, beheerst door bovennatuurlijke krachten naar een meer rationele houding en wetenschappelijk bewustzijn.
Het Papyrus Ebers, hier wordt de behandeling van kanker beschreven. /
Bron: Publiek domein, Wikimedia Commons (PD)
Het Papyrus Ebers
Het Papyrus Ebers (of het Ebers Papyrus) is een van de belangrijkste papyrusrollen met medische informatie. Waaronder de informatie dat er in Egypte in de 15e eeuw v. Chr. drie soorten heelmeesters bestonden, te weten: De exorcist of magiër, de priester en de arts, die we tegenkomen in alle soorten beschavingen onder verschillende benamingen. Tevens vinden we over de hele geschiedenis een aantal muzikanten die als therapeuten optraden, zoals de oude Egyptische musicus –priesteres Shebut-n-mut, David the harpspeler uit de Bijbel, de Griekse lierspeler Thimoteus, de Arabische Al Farabi, de Italiaanse 18e –eeuwse zanger Farinelli etc.
Heling –rituelen
De primitieve mensheid geloofde dat het universum magisch was en werd beheerst door geesten en bovennatuurlijke krachten, wiens manifestaties doorgaans slecht of bedreigend waren. Deze primitieve mens, levend in een wereld vol kwade geesten en magische logica, geloofde dat aan ziekte een bovennatuurlijke oorzaak ten grondslag lag en dat voor genezing een magische remedie vereist was. Hij geloofde dat ziekte veroorzaakt werd door de aanwezigheid van een kwade geest die moest worden uitgebannen. De magiër, de medicijnman of de sjamaan werden verondersteld de geheime magische formules te beheersen waarmee ze de kwade geesten aan zich konden onderwerpen. Hij gebruikte orders, dreigementen, vleierijen, soms zelfs bedrog, gedurende speciale en complexe ceremonies gericht op het uitdrijven van de geest. Muziek, ritmes, liederen en dans speelden een vitale rol in deze magische, geheimzinnige heling –rituelen die individueel waren of gedeeld werden door de gemeenschap. Klank en muziek van magische origine, werden gebruikt om direct met de geesten te communiceren. De magische eigenschappen konden helpen de weerstand van de ziekmakende geest te doorbreken. Bepaalde natuurlijke middelen als planten, kruiden, aarde of water moesten genezend werken, enkel omdat de geest die hen bewoonde de slechte geesten kon verdrijven.
Hedendaags gebruiken we nog steeds enkele van deze planten, vanwege hun chemische waarde, maar zonder de incantatie of liederen die in het verleden voor de riten onmisbaar waren. Bepaalde heling –rituelen, vooral tezamen met muziek, moeten een krachtige uitwerking hebben gehad op de psychische en fysieke gesteldheid van de zieke man.
Medicine music
Onder de leden van de Indiaanse stammen van Ontario en Red River waren er enkelen die tegelijkertijd magiër, priester, profeet en muziekleraar waren. Zij bezaten grote kennis over de genezende werking van wortels en planten. Deze moesten gebruikt worden met een speciale incantatie of een lied dat het gebruik effectief maakte. Enkele genezende liederen, waren afkomstig uit bovennatuurlijke bron en werden in dromen of visioenen aan de eigenaar bekendgemaakt. Samen met de instructies voor gebruik en de kennis van kruiden. Deze werden vervolgens geheim gehouden. Ondanks het monotone karakter van de muziek, kende de performance verschillende emotionele fasen, aangezien het probeerde de kwade geest over te halen, te overtuigen, te flatteren en te bedreigen. Verscheidene antropologen hebben primitieve muziek verzameld in Amerika, Afrika en Europa en een aantal ervan zijn ‘medicine music’. Waaronder enkele met een traag karakter en lange, aangehouden noten. De meeste echter, waren snel van karakter (minimaal 100 beats per minuut), ritmisch en repetitief. Een paar bevatten drumbegeleiding.
Waar muziek in het heden gebruikt wordt om de angst van de cliënt te verminderen, zo had de therapie van de magiër niets te maken met compassie of mededogen. Het was puur een communicatie met de geestelijke wereld. Bij religieuze heling, werd muziek nog steeds gebruikt om te communiceren met de geesteswereld, maar met een compleet andere opvatting over de relatie die werd gecreëerd door ziekte.
Het aanroepen van de goden
De primitieve opvatting dat ziekte veroorzaakt werd door de aanwezigheid van kwade geesten bleef bestaan, vooral ten opzichte van mentale ziektes. Tegelijkertijd kreeg de opvatting over ziekte echter een ander vorm. Langzaamaan werd het idee verworven dat ziekte een pathologische staat is, zelfs al geloofde men nog steeds dat de aanwezigheid ervan te wijten viel aan bovennatuurlijke krachten. Men dacht dat de ziekte veroorzaakt werd door een Boze god, op straffe van zonde. Isis en Serapis waren in het oude Egypte de grote genezers. De Griek Apollo was de god van muziek alsook de god van medicijnen. Mannen uit hoge klassen werden na hun dood vaak vergoddelijkt. De Egyptenaren maakten een god van hun arts Imhotep, terwijl de Grieken Aesculapius en Orpheus, de grote musicus, vergoddelijkten. Apollo, de god van de muziek, werd vaak opgeroepen in geval van ziekte. De mensen konden hem met muzikale middelen, zoals de lier die hij zelf bespeelde, bereiken. De aangrijpende legende van Orpheus, laat de kracht zien die de Grieken aan muziek toeschreven wat betreft de natuurlijke, maar ook de bovennatuurlijke wereld. Aangezien muziek en muziekinstrumenten gezien werden als een gift van de goden, werden deze gebruikt om de goden te bereiken en gunstig te stemmen. Het geloof dat ziekte door goddelijke tussenkomst genezen kan worden is tot aan onze tijd blijven bestaan. Het christendom en de kerk brachten nieuwe, ethische opvattingen met zich mee, over een liefhebbende god. Compassie en liefdadigheid jegens de armen, de zieken en de zwakkeren in de samenleving hoorden bij een Christelijke levensstijl. De houding tegenover ziekte was er één van nederigheid. Heilige gehoorzaamheid richting het lijden, kon de mensheid naar eeuwige gelukzaligheid en genade toe helpen. Beethoven schreef enkele van zijn meest inspirerende werken, ter ere van god, om hem te bedanken voor zijn terugkerende gezondheid na een periode van aanhoudende ziekte. Zijn muziek kwam niet alleen ‘recht uit het hart’, het kwam recht uit het hart en ging naar god, zijn heler.
Wetenschappelijk bewustzijn
In Babylon en het oude Egypte werd een rationele houding tegenover ziekte geboren, dat verder groeide bij de Grieken, wortel schoot en van daaruit naar Rome ging. De Grieken waren de eerste die, wat Charles Singer noemde, een ‘wetenschappelijk bewustzijn’ bezaten, dat min of meer verdween met hun beschaving. Hand in hand met magie en religieuze gebruiken vinden we in het oude Griekenland veel van onze moderne ideeën wat betreft ziekte en gezondheid. Deze worden niet in verband gebracht met magie en religie, maar zijn rationeel, wetenschappelijk alsmede ethisch en filosofisch. Aangezien de Grieken kennis bezaten over wiskunde, filosofie, medicijnen en muziek, nemen ze een unieke plaats in, in de geschiedenis van muziektherapie. Het feit dat Apollo de god van de medicijnen en de muziek was, mag symbool staan voor de verbintenis van deze twee disciplines.
De Grieken
De Griekse psychosomatische opvatting van ziekte verklaart waarom muziek, hetgeen orde en harmonie met zich meebrengt en de hele mens treft, zo’n belangrijke rol speelde in de Griekse benaderingswijze van ziekte. Muziek vormde een voltallig onderdeel van de Griekse levensstijl. De filosofen leverden een belangrijke bijdrage, door grondig onderzoek te verrichten naar zijn karakter en ethiek en zijn effecten op lichaam en geest. Ze trokken conclusies wat betreft de therapeutische meerwaarde van muziek. De Grieken pasten muziek systematisch toe als een genezend en preventief hulpmiddel dat kon en moest worden gecontroleerd, aangezien de effecten op de menselijke psyche en fysieke staat konden worden voorspeld. Zij gingen zelfs zover om te zeggen dat het gebruik en de toepassing van muziek door de staat gecontroleerd diende te worden. Als Hippocrates gezien mag worden als de grondlegger van de geneeskunde, dan mogen we Plato en Aristoteles zien als de grondleggers van de muziektherapie, wat immers een gecontroleerd gebruik van muziek inhoudt. Aristoteles geeft muziek een definitieve medische waarde wanneer hij zegt dat ‘mensen die leiden aan oncontroleerbare emoties, na het luisteren van muziek die de ziel in extase brengt, herstellen alsof ze een medische behandeling hebben ondergaan’.
De Grieken analyseerden de muziek en haar elementen. Hun theorieën stonden in verband met toonaarden en sequensen die een wiskundige betekenis hadden. Van Pythagoras, de wiskundige arts, wordt gezegd dat hij muziek gebruikte en toepaste bij mentale cliënten. Hij noemde deze muziek ‘musical medicine’. Hij ontwikkelde een numerologische mystiek die hij in muzikale termen uitdrukte. De muzikale emotie werd uitgelokt door zekere combinaties van geluiden in verschillende toonladders en toonaarden, die waarschijnlijk verband hielden met de afstemming van de lier, Apollo’s gift aan de mensen. Spijtig genoeg, zijn er bijna geen overblijfselen van de Griekse muziek. We weten dat deze muziek hoofdzakelijk melodisch was, sterk verband houdend met het ritme van de taal. Harmonie bestond nauwelijks; het effect werd veroorzaakt door melodische intervallen, toonkleuren en ritmes, waarover we alleen maar kunnen speculeren. We kunnen er op geen enkele manier achter komen hoe de muziek klonk en waarom het de effecten had, die zo zorgvuldig worden beschreven in de geschriften uit die tijd.
Het verdwijnen van de medische geschriften
De Arabieren namen veel van de Griekse tradities in de geneeskunde over. Een duidelijk voorbeeld hiervan is het gebruik van de fluit als therapeutisch instrument. Zij gebruikten de fluit in hun ziekenhuizen voor mentale cliënten. Sommige artsen in de oudheid dachten dat het bijzondere geluid van de fluit het lichaam van de mens, los van de emoties, kon aanspreken. Democritus raadde de fluit in een medische verhandeling over dodelijke infecties aan als medicijn bij vele ziektebeelden. De vibraties werden ook verondersteld een ziek lichaamsdeel (zoals bij ischias), aan te kunnen spreken en zouden de kracht bezitten het vlees in trilling te brengen en het te laten herleven wanneer de musicus het lichaam van de cliënt ‘bespeelde’. De Grieken observeerden slechts enkele puur fysiologische effecten van muziek, bijvoorbeeld het effect op slapeloosheid. Gedurende maaltijden werd passende muziek aangeraden, bij voorkeur op de citer, om de spijsvertering te bevorderen. De meeste van de observaties van auteurs uit diverse tijdperken gaan over de effecten van het luisteren naar muziek. Desondanks vonden sommige amateur –performers een uitlaatklep voor zorgwekkende gevoelens in het maken van muziek. Aristoteles beval het gebruik van een muzikale rammelaar aan als uitlaatklep voor de energie van kinderen met een grote vernielzucht, die anders het meubilair zouden ruïneren. Maar over het algemeen was het Griekse begrip van muziektherapie eerder gericht op het luisteren naar, dan op het maken van muziek.
Het Griekse begrip van muziek als helend middel was noch magisch noch religieus. De Grieken pasten hun kennis en logica toe in het therapeutisch gebruik ervan, wat werd voortgezet in de Romeinse tijd. Bij het vallen van het Romeinse rijk, verdwenen in de middeleeuwen de wetenschappelijke geest en de rationele opvattingen over muziektherapie. Na het vallen van het Romeinse rijk en gedurende de Middeleeuwen werd de toepassing van geneeskunde levend gehouden in Alexandrië en doorgegeven aan de Arabieren in de Zuid –Europese landen die zij bezetten. Vele Griekse medische geschriften werden in Europese kloosters verbrand. Aangezien het medische werk van de Grieken en de Romeinen praktisch verdween, werd de algemene houding tegenover ziekte vooral bepaald door het christendom.
De Renaissance
De Renaissance was één van de meest dynamische en creatieve periodes in de menselijke geschiedenis. De nieuwe ontdekking van anatomie met als belangrijk persoon Vesalius (1514 -1564) domineerde de volgende eeuwen. Het gaf de mens een rationele kijk op het mechanisme van zijn lichaam en opende de deuren naar de moderne, wetenschappelijke kijk op geneeskunde. Deze vooruitgang beïnvloedde alle maatregelen tot herstel, inclusief het gebruik van muziek binnen de geneeskunde.
Het eerste boek in de muziekgeschiedenis werd geschreven door Pierre Michon Bourdelot (1610 -1685), arts van de koning van Frankrijk en koningin Christina van Sweden, en werd na zijn dood gepubliceerd. Vele artsen uit die tijd hebben over muziek, gezondheid en ziekte geschreven en zijn daarmee de voorlopers op Dr. Agnes Savil en Dr. Sidney Licht uit de twintigste eeuw. De arts Robert Burton was een van de eerste artsen in de Renaissance die observeerde en schreef over de helende kracht van muziek. Zelf leed hij aan een chronische depressie en zijn ideeën over muziek zouden wel eens op zijn eigen ervaringen gebaseerd kunnen zijn.
David en Farinelli
Tot aan de twintigste eeuw speelden muzikanten een empirische rol in muziektherapie. Zij werden niet verondersteld de therapeutische effecten van de muziek, waarin de arts geïnteresseerd was, te begrijpen. De namen van twee muzikanten springen er in de geschiedenis van de muziektherapie uit, namelijk: David, de harpspeler en Farinelli, de zanger. De twee verhalen werden tot in detail verteld, maar in de getuigschriften missen de significante feiten. In de verhalen vinden we de essentiële factoren die de muziektherapie kent, namelijk: de persoonlijkheid en het ziektebeeld van de cliënt; de persoonlijkheid en de muzikale vaardigheden van de musicus; hun inter-persoonlijke relatie en de variërende effecten van de muziek volgens de actuele gemoedstoestand van de cliënt.
Conclusie
De therapeutische effecten van muziek werden gedurende de geschiedenis, soms uitermate nauwkeurig, geobserveerd. Echter, zijn er steeds minder referenties naar het soort muziek dat werd gebruikt. Het gat dat hierdoor ontstaat, creëert een leemte in de verzamelde kennis over experimenten uit het verleden en we moeten ons daarom verlaten op onze huidige observaties. We kunnen uit de oude geschriften vaag afleiden welk soort muziek leidde tot zekere gevoelens en gedragingen, maar deze observaties zijn te algemeen om te leiden tot een gecontroleerde toepassing van muziek. (Alvin, 1966).