Op welke leeftijd kunnen kinderen het best leren zwemmen?

Leren zwemmen is geen basisvaardigheid
Het leren zwemmen is geen basisvaardigheid zoals het leren lopen, hinkelen, praten of tekenen. Het is namelijk niet iets dat kinderen vanzelf gaan doen, maar ze moeten het echt leren. Net zoals fietsen. Overigens is fietsen gemakkelijker aan te leren dan zwemmen. Fietsen kan geleerd worden als kinderen in evenwicht kunnen blijven bij niet-symmetrische activiteiten. Dat is bijvoorbeeld op één been staan of hinkelen. De bewegingen bij fietsen zijn groot en worden met het hele lichaam gedaan. Ook is de fietsbeweging zelf symmetrisch. Gaat het zitten op de fiets eenmaal goed en valt het kind niet om, dan gaat het fietsen meestal vanzelf.Leren zwemmen: nadenken over alle bewegingen
Bij zwemmen gaat dat heel anders. Leren zwemmen betekent namelijk ook nadenken over de bewegingen. Er moet namelijk heel veel tegelijk gebeuren en dat is een behoorlijke inspanning. Benen en armen moeten afzonderlijk van elkaar bewegen. Maar ook het hoofd moet meedoen. Dat is erg moeilijk te leren als een kind nog te jong is. Qua motorische ontwikkeling zijn de meeste kinderen pas in staat om al die zaken tegelijk op te pakken als ze zo’n 6 jaar oud zijn. Bovendien is er voor het leren zwemmen ook nog zelfvertrouwen en concentratie nodig. Het is namelijk voor veel kinderen best eng om in zo’n poel met water te springen. Een kind dat bovendien wordt opgezadeld met het snel moeten behalen van een diploma ervaart daarvan ook vaak stress. Kinderen kunnen wel voor dat ze zes jaar zijn watervreesvrij worden gemaakt. Let daarbij echter wel op dat ze zo weinig angst hebben dat ze zomaar in het water springen terwijl ze niet kunnen zwemmen.Leren zwemmen: eerst afwachten tot kinderen bepaalde basisvaardigheden beheersen
Het advies aan ouders is dan ook dat het beter is om kinderen pas te leren zwemmen als ze bepaalde basisvaardigheden onder de knie hebben. Die basisvaardigheden zijn:[OLIST]Kruipen
Staan
Lopen hinkelen[/OLIST]
Bovendien vormen het karakter en het temperament van kinderen de snelheid waarmee ze die basisvaardigheden kunnen aanleren. Het ene kind kan met vijf maanden al staan aan de hand van de ouders, maar het andere kind doet daar dan nog een aantal maanden over. En het ene kind kan zich met vier maanden al omrollen, terwijl het andere kind dat pas kan als het zeven maanden oud is.