Economie: vaste en variabele kosten
Voor een bedrijf is het beheersen van de hoogte van de kosten van essentieel belang. In een bedrijf worden over het algemeen vaste kosten en variabele kosten onderscheiden. Variabele kosten bewegen mee met de omzet, vaste kosten blijven (vrijwel) stabiel. Hoe kunnen deze kosten in beeld worden gebracht en welke specifiekere kostensoorten zijn er?
Omzet en kosten
Wanneer een bedrijf omzet wil maken, dient er natuurlijk rekening gehouden te worden met verschillende kosten. Een winkelier die een product wil verkopen, zal een winkel nodig hebben die gekocht of gehuurd moet worden. Er moet voorraad ingekocht worden en er moet personeel aanwezig zijn om advies te kunnen geven. De verschillende kosten die een bedrijf maakt zijn te onderscheiden in variabele kosten en vaste kosten.
Variabele kosten
Variabele kosten zijn kosten die meestijgen wanneer de omzet stijgt en meedalen wanneer de omzet daalt. Een webshop die online speelgoed verkoopt, zal onder andere inkoop, logistieke kosten en retourkosten als variabele kosten hebben. Immers, wanneer de omzet verdubbelt, zullen er ook twee keer zoveel producten moeten worden ingekocht, zullen de kosten voor het verzenden van de producten stijgen en zullen er ook meer producten geretourneerd worden, wat tot retourkosten leidt. Variabele kosten bestaan uit drie soorten.
Proportioneel variabele kosten
Dit zijn variabele kosten die evenredig meestijgen met de afzet/productie. Wanneer de afzet met 20% stijgt, stijgen de betreffende variabele kosten ook met 20%. Een voorbeeld is de verzending van de producten. Wanneer het verzenden van een pakket € 4 kost, en de verkoop van de webshop stijgt van 100 naar 150 producten per dag, dan stijgen de verzendkosten van € 400 naar € 600 per dag. Zowel de omzet als de variabele kosten stijgt dan met 50%.
Progressief variabele kosten
Bij progressief variabele kosten stijgen de kosten procentueel harder dan dat de omzet stijgt. In het bovengenoemde voorbeeld kan het zijn dat door de stijging van het aantal verkochte producten de logistieke dienstverlener ook 's avonds voor de webshop aan het werk gaat om de producten op tijd bij de klant te krijgen. Omdat de logistieke dienstverlener 's avonds meer loon betaalt aan haar personeel en deze extra kosten doorberekent aan de webshop, stijgen de kosten van een verzending van € 4 naar € 4,50. Wanneer de omzet van 100 naar 150 producten stijgt, en de logistieke dienstverlener rekent voor de extra 50 producten een tarief van € 4,50 dan stijgen de kosten met € 225 (56%), terwijl de omzet met 50% stijgt. Relatief gezien daalt de marge dan.
Degressief variabele kosten
Dit is de meest gewenste vorm. De variabele kosten stijgen hierbij minder hard dan de omzet. Wanneer de webshop 100 producten voor € 10 inkoopt bij de fabrikant, kost het de fabrikant geld om de producten bij de webshop te krijgen. Wanneer de webshop 150 producten inkoopt, en de fabrikant deze 50 extra producten mee kan sturen zonder dat hem dit extra geld kosten (bijvoorbeeld omdat er nog ruimte in de bestelbus is), kan er een extra korting worden gekregen. De leverancier levert de producten dan voor bijvoorbeeld € 9 in plaats van € 10. Wanneer de verkoopprijs gelijk wordt gehouden, leidt de stijging van de omzet van 50% tot slechts 35% stijging van de inkoopkosten. De winstmarge neemt hierdoor toe.
Bij omzetverhoging komt het meestal voor dat de variabele kosten per product dalen. Een bedrijf zal meer onderhandelingskracht hebben bij leveranciers en logistieke dienstverleners en kan haar schaalgrootte benutten. Dit is niet altijd het geval. Het gevaar ontstaat dat wanneer een organisatie verder groeit er, door de groei van de interne organisatie, minder efficiënt gewerkt wordt (er is meer overleg nodig, processen worden langer, mensen zijn met hetzelfde werk bezig).
Constante kosten
Constante kosten zijn kosten die niet stijgen of dalen wanneer de omzet of afzet stijgt of daalt. Een voorbeeld hiervan is de huur van een pand of de aflossing van de financiering van een machine. Een winkel die voor € 2.000 per maand huurt, zal altijd de € 2.000 per maand moeten betalen, of er (binnen dezelfde ruimte en uren) nu 100 of 200 producten per dag worden verkocht. Hetzelfde geldt voor een machine met een aanschafwaarde van € 50.000 die in 5 jaar moet worden afgelost. Als de aankoop van de machine gefinancierd is met een lening van € 50.000, betaalt de onderneming rentekosten, of de machine nu wel of niet gebruikt wordt.
Wel zit er vaak een limiet aan constante kosten. Een winkel met een bepaald huurbedrag per maand, kan niet een onbeperkt aantal klanten aan en er kan geen ongelimiteerde voorraad opgeslagen worden. Wanneer de organisatie groeit en er meer voorraden nodig zijn, zal bijvoorbeeld een tweede vestiging geopend moeten worden. Dit betekent dat er nieuwe vaste kosten ontstaan.