Het ontstaan van straatnamen
De meeste mensen hebben als kind al heel vroeg hun adres moeten leren van hun ouders. Nou ja het hele adres was misschien nog te moeilijk, maar de straatnaam was wel heel belangrijk! Voor ons is het gebruik van straatnamen volkomen normaal maar er was ooit een tijd dat je niet op elke hoek van de straat een bordje vond met een naam daarop. Iemand moet verzonnen hebben dat straatnamen handig waren, maar wie? Kortom waar komen onze straatnamen eigenlijk vandaan?
Inhoud
Geschiedenis van de straatnamen
De officiële naam van de straatnaam is hodoniem. Een hodoniem is een woord om wegen mee te kunnen aanduiden. Onder wegen worden straten, lanen, steegjes en dergelijke verstaan. Het hodoniem vormt een onderdeel van de toponymie (plaatsnaamkunde).
Als je rond de Middeleeuwen de weg wilde weten kreeg je een bloemrijke beschrijving; bij het bruggetje rechts, bij de klokkentoren links, bij de oude gevel rechtdoor. Maar op een gegeven moment werd dit toch te omslachtig. Vanaf de middeleeuwen begonnen de mensen met het geven van kortere omschrijvingen aan een straat of omgeving. Straatnamen uit die tijd zijn ook erg logisch en passen of beschrijven vaak de omgeving. In die tijd werden er op drie manieren namen aan straten gegeven:
- Een straat werd vernoemd naar een eigenschap; bijvoorbeeld de lengte van de straat -> de Langestraat of de ouderdom van een straat -> Nieuwstraat.
- Een straat werd vernoemd naar de handel die er plaats vond of naar de ambachten die er werden uitgevoerd -> Vismarkt, schoenmakersteeg.
- Bij het benoemen van een straatnaam werd de relatie van de straat met iets of iemand aangeven -> Schoolstraat, Willem Ruyslaan.
Uit oude bronnen blijkt dat er al vanaf de twaalfde eeuw namen aan straten werden gegeven maar deze lagen niet officieel vast. Hierdoor kwam het vaak voor dat één en dezelfde straat wel drie of vier benamingen had.
Straatnamen aan het begin van de negentiende eeuw
In 1851 kwam hier verandering in. In dat jaar is in de Gemeentewet vastgelegd dat straatnamen voortaan officieel vastgelegd moesten worden. Ook moest elk huis in een straat een vast nummer krijgen. Belangrijke redenen voor dit besluit was dat het simpelweg steeds drukker werd overal. De postbode kon mensen niet meer vinden en ook hulpdiensten zoals politie, brandweer en ambulance hadden moeite met het vinden van het juiste adres.
Veel straten hadden in die periode al een naam in de volksmond, veelal werd deze naam over genomen door de gemeenten en aangenomen als officiële straatnaam. Vanaf dit moment werden straten ook vernoemd naar uithangborden die prominent in de straat aanwezig waren of naar gevelstenen van bepaalde huizen. Vanaf het jaar 1851 werden er ook officiële straatnaambordjes geplaatst.
Vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw werd het populair om straten te vernoemen naar personen met een bepaalde staat van dienst. Toen er rond 1900 compleet nieuwe woonwijken gebouwd werden moesten er veel nieuwe straatnamen verzonnen worden. Het werd toen populair om bepaalde wijken een thema mee te geven voor de straatnamen zoals de Vogelwijk, Kruidenbuurt of Drentse buurt. Ook het Koningshuis is een tijd in zwang geweest net als bomen en schilders.
Hoe wordt een straatnaam bepaald?
Zoals eerder gezegd is sinds 1851 de gemeente verantwoordelijk voor het geven van straatnamen. Het college van burgemeesters en wethouders stellen de naam vast, vaak in samenwerking met een advies commissie straatnaamgeving. In bijna alle Nederlandse gemeenten zijn er wel richtlijnen opgesteld omtrent het geven van straatnamen. De gemeenten zijn vrij om hun eigen regels te bepalen maar dienen wel binnen de richtlijnen van de Vereniging van Nederlandse gemeenten te blijven met betrekking tot het benoemen van straten.
Straten die vernoemd worden naar een persoon
Als de gemeenten er voor kiest om de straat naar een persoon te vernoemen dan wordt er vaak gekozen voor een persoon die al overleden is. Per gemeenten is de termijn dat de persoon overleden moet zijn verschillend, in sommige gemeenten kan iemand al binnen vijf jaar na zijn dood benoemd worden in andere gemeenten hebben ze de regel om minimaal 25 jaar te wachten. De reden hiervoor is dat de gemeenten de kans wil verkleinen dat iemand na zijn dood nog "besmet" raakt met negatieve berichtgeving. Mocht er na iemand zijn dood nog (wan)daden boven komen dan is een benoeming van de straat nog moeilijk terug te draaien. Op deze regel wordt wel een uitzondering gemaakt voor leden van het Koninklijk Huis en soms wordt er per geval beslist of er een uitzondering gemaakt kan worden. Een goed voorbeeld hiervan is de Anton Geesink straat (Nederlandse judoka), deze straat is bij uitzondering vernoemd naar een persoon die nog in leven is.
Afstemmen van straatnamen
Tegenwoordig wordt er geprobeerd zo veel mogelijk logica aan te brengen in de straatnamen. Waar er vroeger jaren de tijd was om een straatnaam in de volksmond te laten ontstaan is er nu amper tijd om een nieuwe naam te verzinnen voor er weer een geheel nieuwe woonwijk uit de grond wordt gestampt. De gemeenten hebben daarop verzonnen om de gemeenten in te delen in wijken. Alle straatnamen in een bepaalde wijk verwijzen dan naar een bepaald thema. Denk aan de Vogelbuurt met de Merel-, Lijster- en Eksterstraat. Ook zijn er vele bloemenbuurten, dichterswijken, rivierenbuurten, Indische buurten en dergelijke te vinden in de grote steden in Nederland.
In het buitenland zien we veel dat straten naar belangrijke historische data vernoemd zijn, vooral in Italië komt dit veel voor (de Via XX Settembre, hier vond de val van Rome plaats in 1870). Dit gebruik is in Nederland minder bekend al hebben wij ook een paar straten en pleinen die naar belangrijke data zijn vernoemd. Denk maar aan het Plein '40-'45 in Amsterdam-Slotermeer, of Plein 1813 in Den Haag (vernoemd naar het einde van de Franse overheersing).
Straat, plein of laan
Als je goed naar de Nederlandse straatnamen kijkt zie je dat achter veel namen bewust het woord straat, laan of buurt is gezet. Dit komt voort uit het verleden, de straten werden toen vernoemd naar het type weg. Verharde straten vond je bijvoorbeeld van oudsher alleen in de stad en en statige lanen zag je niet overal. Daarom komen we in de steden veel meer straten, singels en leien tegen en in de buitengebieden vaak hof, erf of laan. Ook werden er wat meer fantasievolle achtervoegsels gebruikt zoals strook, weide, landen, of heerd. Voor mensen die van straatnamen hun dagelijks beroep hebben gemaakt is vooral het achtervoegsel erg belangrijk. Zij kunnen aan de hand daarvan afleiden waar de straat ongeveer ligt, in welke buurt en zelfs uit welke tijd een wijk of straat komt. Ook de achtervoegsels van straatnamen zijn onderhevig aan de mode, in de jaren '60 was het populair om het woord "dreef" achter een straatnaam te zetten. Sinds het jaar 2000 zien we dat bij de nieuwe straten juist de toevoegingen achterwege worden gelaten en dat korte straatnamen zoals Hazelaar of Rietgors weer in de mode raken.
Geen straatnaam maar -nummer
Sommigen gemeenten hebben straten die geen naam hebben maar een nummer. Waarom de gemeenten hier voor gekozen heeft is niet helemaal bekend. In Nijmegen zijn er twee stadsdelen die geen straatnamen hebben maar straatnummers, dit zijn de stadsdelen Dukenburg en Lindenholt. Ook in grote delen van Lelystad zijn straatnummers gebruikelijk in plaats van straatnamen. Een adres in Nijmegen is bijvoorbeeld Malvert 3322, deze persoon woont in Malvert, 33e straat op nummer 22.
Ook in Hoofddorp vinden we een wijk die alleen huisnummers kent, dit is de wijk Graan voor Visch. Van deze wijk is wel bekend waarom er voor nummers in plaats van namen is gekozen. Deze hele wijk is in de jaren '70 van de 20e eeuw gebouwd, omdat er toen zoveel nieuwe straatnamen verzonnen moesten worden is er gekozen om de straten te nummeren omdat dit makkelijker en sneller was. Dit zou ook een verklaring kunnen zijn waarom andere straten in Nederland een nummer hebben gekregen in plaats van een naam.
In hele kleine dorpen vinden we nog wel eens alleen huisnummers, om toch een straatnaam te kunnen gebruiken in de naam, adres en woonplaatsgegevens wordt de naam van het dorp vaak als straatnaam gebruikt. Het is Nederland gebruikelijk om alleen een naam te geven aan wegen waar ook daadwerkelijk huizen, of zogenoemde adressen, aan liggen. Hierdoor komt het dat de autowegen in Nederland allemaal een nummer hebben en geen naam, maar Nederland zou Nederland niet zijn als we ook hier weer een paar uitzonderingen op hadden. Sommige wegen hebben naast een nummer ook nog een officiële naam; bijvoorbeeld de A10 in Amsterdam-West heet de Einsteinweg en de A9 in de Amstelveen heet Burgemeester van Sonweg.
Oeps, foutje
In bijna elke gemeente in Nederland is wel een straat te vinden waarvan de naam niet klopt. Een foutje in een naam wordt helaas snel gemaakt maar is ongelooflijk duur voor een gemeente om aan te passen. Het is helaas niet zo dat er alleen een nieuw straatnaambordje opgehangen moet worden. De Gemeentelijke Basisadministratie moet worden aangepast, de kadastrale gegevens moeten worden aangepast en zo nog vele andere dingen. Ook speelt de vraag wie de kosten voor de bewoners van de betreffende straat moet betalen. Ook zij moeten vele instanties af om dingen te laten aanpassen en hier kunnen de nodige kosten bij komen kijken. Hierdoor komt het dat de gemeenten er vaak voor kiezen om een klein foutje in de naam te laten zitten. Het gaat hier dan vooral om spellingfouten. Een aantal voorbeelden van deze kleine spelfouten zijn:
- De Libellestraat in Hengelo -> deze straat had eigenlijk de Libelstraat moeten heten, nu wordt er namelijk gesuggereerd dat de straat naar het bekende tijdschrift is vernoemd in plaats van naar het insect.
- In Rotterdam vinden we de Melanchtonweg, hier is een h vergeten in de naam, de officiële naam had moeten zijn Melanchthonweg.
- Ook kan er verwarring optreden als straatnamen te veel op elkaar lijken. Hiervan vinden we een goed voorbeeld in Den Haag, daar hebben ze een Parijsstraat, deze vind je in de stedenbuurt, maar ook een Patrijsstraat en deze ligt in de vogelbuurt.
Het bewijs dat de straat echt bestaat! /
Bron: Maddylover1, Wikimedia Commons (Publiek domein)Leuke straatnaam feiten
Zoals bij alles wat een naam moet krijgen worden er wel eens uitschieters gemaakt. Laten we zeggen dat sommige gemeenten zo graag creatief wilde zijn dat ze hun doel een beetje voorbij geschoten zijn... Als we kijken naar de langste straatnamen van Nederland kunnen we onderscheid maken tussen namen zonder spaties of namen met spaties. Bij beide vind je bijzondere namen terug:
Positie | Naam zonder spaties | Naam met spaties |
1 | Haaldersbroekerdwarsstraat in Zaandam (Noord-Holland) | Burgemeester Jonkheer Hesselt van Dinterstraat in Pijnacker |
2 | Blindeliedengasthuissteeg in Dordrecht | Wethouder Fierman Eduard Meerburg senior Kade in Katwijk |
3 | Reijmerstokkerdorpsstraat in Gulpen | Burgemeester Jonkheer Quarles van Uffordlaan in Apeldoorn |
4 | Borgercompagniesterstraat in Hoogezand | Burgemeester Baron van Voorst tot Voorstweg in Tilburg |
5 | Noordscharwouderpolderweg in Heerhugowaard | Burgemeester Groeneveld de Katerstraat in Maasdam |
6 | Noordhollandschkanaaldijk in Amsterdam-Noord |
7 | Goidschalxoordsedijk tussen Goidschalxoord en Oud-Beijerland |
Daarnaast vinden we ook gemeenten waar ze juist te weinig creativiteit hadden bij het verzinnen van een straatnaam. Dit zijn tevens ook de kortste straatnamen die we hebben in Nederland. In het Zuid-Hollandse Ottoland vinden we de straten genaamd A en B en in het Drentse Zuidlaren vinden we de straat genaamd E.
Als laatste hebben we ook de bijzondere straatnamen. Zo vinden we in Enkhuizen het Hoerejacht, de Brommy en Tommystraat in Almere zijn ook bekend om hun bijzondere namen en de Slettenhaarsweide in Nijverdal en Naadzak in Zutphen scoren ook hoog op de lijst. Ook onze zuiderburen kunnen er wat van. In de plaats Maldegem vinden we de straat Pispot, in Mechelen kan je op zoek naar de Befferstraat en de Bruine Broekstraat vindt je in Langemark-Poelkapelle. Leuk om te vermelden is dat het dorp Londerzeel en Menen de trotse eigenaar is van een Pikstraat.
Straatnamen en huisnummers in het buitenland
Elk land heeft zijn eigen manier om straten te benoemen. In sommige landen in Midden-Amerika worden straatnamen niet tot nauwelijks gebruikt. Hier doen ze het nog op de manier zoals wij het vroeger deden, zoek je de weg dan krijg je meteen een mooie omschrijving van alle hoogtepunten in die wijk. Ook huisnummers kennen ze niet dus om een huis aan te duiden wordt er aangegeven hoeveel meter het ten noorden (of een andere windrichting) van een bepaald herkenningspunt ligt. Wil je iemand in zo'n land een brief sturen, dan heb je vrijwel de hele voorkant van de envelop nodig om het adres te omschrijven. Zoals je ongetwijfeld begrijpt levert dit veel verwarring en gezoek op, zekers als een bepaald herkenningspunt opeens wordt afgebroken of veranderd wordt.
Hieronder vind je een voorbeeld van het adres van de Nederlandse Ambassade in Managua in Nicaragua:
Carretera a Masaya km 5
Del Colegio teresiano 1c sur, 1c abajo
Letterlijk vertaald staat hier:
5 kilometer over de weg naar Masaya, bij het Colegio Teresiano 1 blok naar het zuiden en 1 blok naar het westen
Verder zijn er ook nog veel Noord en Zuid-Amerikaanse landen die werken met straatnummers per blok. Denk maar aan New York, als je daar op zoek bent naar een adres zal je vermoedelijk een beschrijving krijgen als hoek Fifth Avenue en East 57th Street. Duitsland daar en tegen gebruikt in Mannheim een systeem van een letter en een cijfer om de straat te benoemen. Zo woon je bijvoorbeeld op de J7 in Mannheim.
Straatnaamborden
Net als het geven van straatnamen is het ophangen van straatnaambordjes nog niet zo heel oud. In 1728 waren het de Franse die als eerste bedachten dat het wel handig was om de straten herkenbaar te maken door middel van een bord. De eerste straatnaambordjes waren van hout en de letters werden er in gestandaardiseerde letters op geschilderd. In sommige straten, bijvoorbeeld in de Amsterdamse Jordaan, waren de bewoners de gemeenten al voor geweest en hadden ze zelf al handgemaakte houtenbordjes opgehangen om de straten aan te duiden. In 1863 werden zo langzamerhand de houten straatnaambordjes vervangen door stevigere emaillen bordjes. Straatnaamborden die op huizen worden bevestigd blijven daar vaak hangen totdat het huis gesloopt wordt. Sommige bordjes op huizen kunnen daardoor wel 100 jaar oud zijn.
Regelgeving omtrent straatnaamborden
De straatnaamborden in Nederland moeten uitgevoerd worden in het blauw en voorzien worden van witte letters, tekens en cijfers. Ook moet de naam in een wit kader worden geplaatst. Dit betekend niet dat we overal dezelfde straatnaamborden zien. De borden worden namelijk pas vervangen als dat nodig is, omdat ze bijvoorbeeld stuk of niet meer leesbaar zijn. Het nieuwe bord wat geplaatst wordt moet aan de huidige regelgeving voldoen. De gemeenten is in Nederland verantwoordelijk voor het onderhouden en plaatsen van de straatnaamborden. Ook is er in de wet vastgelegd waar straatnaamborden geplaatst moeten worden:
- Bij elke aanrijdrichting op een kruispunt
- Bij het overgaan van de ene straat in de andere straat als deze straten in elkaars verlengde liggen
- Bij een splitsing van een straat of weg
Uiteraard zullen regels geen regels zijn als er geen uitzonderingen op bestaan. Een straatnaambord mag namelijk ook wit zijn met zwarte letters maar dan alleen om een wijk- of buurtnummer of een wijk- of buurtnaam aan te geven. Kijk maar eens goed rond in het centrum van een grote stad, wedden dat je al gauw witte borden hebt gevonden!
Als laatste mag er ook extra informatie gegeven worden op straatnaamborden, bijvoorbeeld een korte tekst waar de naam van de straat vandaan komt. Dit is overigens niet verplicht en lijkt nog al willekeurig te worden toegepast.
Lees verder