Het Leids ontzet (3 oktober)
In dit verslag breng ik u informatie over het Leids ontzet, dat Leiden nu elk jaar viert op 3 oktober. Mijn verhaal begint in de periode dat Koning Philip II aan de macht was in Leiden in het jaar 1566, en eindigt op het moment dat Leiden bevrijd werd door het water uit de doorgestoken dijken van de Noordzee waardoor de Spanjaarden op de vlucht sloegen en Leiden bevrijd werd. Ik wens u veel leesplezier.
Voorgeschiedenis
Vroeger, eeuwen geleden, was er in Nederland geen koningshuis en geen koning of koningin die de macht in handen had. Op dat moment was Nederland verdeeld in de 7 provinciën, waar in elke provincie een landheer de macht had. Dit waren de provinciën Holland (wat wij nu als Zuid-Holland kennen), Zeeland, Utrecht, Friesland, Groningen, Overijssel en Gelderland.
Hertog van Alva
In juni 1566 was in sleutelstad Leiden wat tot de provincie Holland behoorde, koning Filips II uit Spanje aan de macht. Koning Filips II is in de tachtig jarige oorlog Nederland binnengevallen en had o.a. Leiden veroverd. Toen een jaar later in 1567, stelde koning Filips II een landvoogd aan over Leiden. Dit betrof de succesvolle Spaanse generaal Don Fernando Alvarez de Toledo (hertog van Alva).
Hertog Alva.
Toen hertog van Alva aan de macht was gekomen, nam hij door de jaren heen diverse maatregelen tegen de godsdienstvrijheid. Dit pikte de inwoners niet en naar mate er meer maatregelen tegen de godsdienstvrijheid werden toegepast, werden de inwoners meer ontevreden over de landvoogd. Toen in 1572 de inwoners van Leiden genoeg hadden van het leiderschap van hertog van Alva, begonnen zij een opstand en werd hertog van Alva van zijn leiderschap ontnomen en de inwoners kozen Willem van Oranje in 1572 als leider en landvoogd.
Het 1e beleg
Om Leiden weer onder Spaans gezag te krijgen, besloot hertog van Alva in eind oktober 1573 rond Leiden een beleg te leggen en volledig af te sluiten zodat er niemand meer naar binnen of naar buiten kon. Willem van Oranje en zijn volgers hadden dit bericht al ruim van tevoren gehoord en sloegen grote voorraden voedsel, water en andere levensmiddelen in zodat zij voor een zolang mogelijke tijd het beleg konden weerstaan. Na enkele maanden van beleg, werd het beleg in de maand maart 1574 onderbroken om manschappen te verzamelen voor de Slag op de Mookerheide wat plaatsvond vlakbij Nijmegen. Hierdoor kreeg Willem van Oranje de kans om nieuwe voorraden van levensmiddelen in te slaan en militairen te rekruteren voor een eventueel tweede beleg. Alleen heeft Willem van Oranje hier geen gebruik van gemaakt ondanks waarschuwingen van hertog van Alva, wat een grote misstap was in zijn carrière als landvoogd wat duizenden mensen het leven heeft gekost.
Het 2e beleg
Want in de nacht van 25 op 26 mei 1574, kwam hertog van Alva terug om het beleg op Leiden voort te zetten. Maar dit keer waren primaire levensbehoeften schaars en de honger sloeg al snel toe. Doordat er te weinig voedsel, water en andere levensmiddelen waren stierven er vele inwoners aan de honger of de pest. Een groot deel van de inwoners van Leiden wilden de stad verlaten, maar wie de stad verlaatte werd gedood door de Spanjaarden. Alleen bij een capitulatie werd er niemand gedood en het beleg opgeven zodat hertog van Alva weer aan de macht kon komen. Maar Willem van Oranje wilde niet capituleren en het beleg ging door.
Burgermeester van der Werff. De burgermeester die tijdens het Leids ontzet volgens verhalen zijn arm aanbood als voedsel voor de uitgehongerde.
Doorgstoken dijken
In september 1574 was het leed in Leiden zo erg, dat er 6000 van de 18000 inwoners waren gestorven aan de honger of de pest. Het stadsbestuur overwoog om zich over te geven vanwege de barre omstandigheden, totdat zij een bericht wisten te ontvangen via postduiven van de Nederlandse edelen, die nu “Watergeuzen” worden genoemd. Zij zouden de dijken doorsteken zodat het water uit de Noordzee het Polderland in zou stromen, waarna er afhankelijk van de stand van de wind er water Leiden in zou stromen. Het plan verliep succesvol en in de nacht van 2 op 3 oktober 1574 waaide een westenwind water uit het Polderland Leiden in. Het water kwam hier tot een aanzienlijke hoogste en was zo hoog, dat de hertog van Alva en zijn manschappen het beleg op Leiden moesten opheffen en verlaten.
Toen in de ochtend van 3 oktober 1574, er een jongeman genaamd Cornelis Joppenszoon de poort uitliep en één van de kampen van de Spanjaarden bezocht, trof hij een leeg kamp aan en geen Spaanse soldaten. Wel vond hij roggebrood en een ketel met nog warme hutspot. Vervolgens rende hij terug naar de poort om te melden dat Leiden ontzet was van de Spanjaarden en er voedsel was in ieder geval in één van de kampen.
Zo is het ontzet van Leiden verlopen, en wordt dit al vanaf 3 oktober 1574 elk jaar gevierd door middel van feestelijke activiteiten door de gehele stad en uitgedeelde hutspot.