De "lange ij" in de Nederlandse taal
In het Nederlands kennen we twee schrijfwijzen voor de klank "ei"("ij"). Hiernaast ziet U het ei. Meteen de juiste schrijfwijze van de klank. Hoe we dan aan de andere schrijfwijze komen? In dit artikel hopen we dit duidelijk te maken.
Middelnederlands
In de middeleeuwen schreven en spraken de mensen in de lage landen bij de zee het middelnederlands, zoals voordie periode (1000-1500) ook gesproken wordt over het middelengels, middelfrans en middelhoogduits. In het middelnederlands was de letter ij zoals wij die gebruiken, onbekend.
Het kwam in die tijd vaak voor dat men achter een klinker die lang moest klinken, een i plaatste. Wij gebruiken daarvoor (in gesloten lettergrepen wel te verstaan) dezelfde klinker tweemaal: aa, ee, oo, uu. Als twee dezelfde klinkers gebruikt worden, houdt dat in dat de klank lang moet klinken. In het middelnederlands ging men er toe over om achter de enkele klinker dus de letter i te zetten. Enkele voorbeelden: het woord "heir" (leger), de plaatsnaam "Oisterwijk". Het was dus de bedoeling dat de e in heir, lang aangehouden moest worden, evenals de o van Oisterwijk. Dus: heer en Oosterwijk.
Men ging dit ook doen achter de letter i, zodat er twee i's naast elkaar verschenen. Het betekende dus: spreek de letter i lang uit. Die tweede i was waarschijnlijk lastig. Misschien om verwarring met de letter u te voorkomen, maakte men van die tweede i een j. Ziedaar: de letter ij verscheen op het toneel! Let wel: uitgesproken als een i (ie)!
Als men "Hij" schreef, moest dat dus worden uitgesproken als "Hie".
Het is wel leuk om in dat verband de herkomst van enkele woorden te noemen. Het middelnederlandse woord "lic" had de betekenis "vlees". Dit woord werd, na plaatsing van de tweede i, "liic". Nadat de tweede i vervangen was door een j, verschijnt het woord "Lijc". De laatste letter werd in later tijd vervangen door een k. We lezen dan het woord "lijk". Vlees dus, niets anders dan stoffelijk omhulsel, waaruit de geest geweken is. Zo ook met het woord Likdoorn, alleen is daar geen sprake van het plaatsen van een tweede i. Eigenlijk dus licdoorn. De betekenis laat zich raden: een doorn in het vlees. Evenzo het woord litteken. (pas op: nooit: lidteken!). Van origine schreef men licteken. De c (k) is later verbasterd tot t. Ook deze betekenis ligt voor de hand: een teken in het vlees. Zelfs het eerste deel van de samenstelling lichaam heeft de betekenis van vlees. Hier is het middelnederlandse lic trouwens geheel gehandhaafd. Lic-haam; lic met de betekenis vlees en haam, of heem, met de betekenis woonplaats of vaderland. Lic-haam heeft dus de betekenis "huis van vlees". Het huis (de woonplaats) van de geest, de ziel.
Amsterdam
Dat Amsterdam iets met Het IJ te maken heeft, weet iedereen. Dat Amsterdam ook iets met de ij van doen heeft, zal minder bekend zijn. De Amsterdammers spreken vanouds een stadsdialect. Dat was in de middeleeuwen niet anders, hoewel het Amsterdams van toen niet hetzelfde geklonken zal hebben dan het Amsterdams van nu. In ieder geval gingen de Amsterdammers de middelnederlandse letter ij, oorspronkelijk dus een ie-klank, zó uitspreken dat het op de klank "ei" ging lijken. Zo komt het dat de "ie"-klank voor de letter ij verdween en plaatsmaakte voor de "ei"-klank. Het Amsterdamse dialect is er dus de oorzaak van de wij al geruime tijd de mening zijn toegedaan dat de ij uitgesproken moet worden als ei.
Gebieden echter die in de middeleeuwen en de eeuwen direct daaropvolgend weinig tot geen (handels-)contacten hadden met Amsterdam, grofweg de gebieden die meer dan honderd kilometer van Amsterdam verwijderd lagen, bleven de ij als "ie" uitspreken. In Groningen, Drenthe, Overijssel, delen van Gelderland en Zeeland doet men dat nog steeds. De Zeeuwen spreken van "hòge bòmen an den diek". En ze hebben geliek.
Ook in het normale, alledaagse spraakgebruik, doen wij er allemaal aan mee, ver van Amsterdam of dichtbij, ja zelfs tot ín de stad. Wie zegt er nu: "Wat heeft
hij gedaan?" Niemand zegt dat. Elke Nederlander zegt in zo'n geval: "Wat heeft-ie gedaan? "Kiek es an! De middeleeuwen zijn, ook in ons aller taalgebruik nog niet voorbij!
De "korte" ei
De ei werd oorspronkelijk als ee uitgesproken. Men had in de middeleeuwen de i niet voor niets achter de e gezet. Na verloop van tijd schijnt de ei van klank te zijn veranderd. Rond het jaar 1600 sprak men die klank bijna overal uit als "ai". In heel veel dialecten komt men deze uitspraak nog steeds tegen. Rond 1700 zijn de uitspraak van ei en ij parallel gaan lopen en viel het verschil weg. Dat in veel dialecten, vooral in het westen van het land, ook de ij als ai wordt uitgesproken, heeft te maken met de identiek geworden uitspraak van beide schrijfwijzen.
En nu?
We hebben er echter wel een extra taalprobleem bijgekregen. Want wanneer schrijven we nu een ij en wanneer moet het ei zijn? Tientallen oefeningen staan er in taalboeken om de verschillende schrijfwijzen in te scherpen. "Je moet het zien", wordt dan gezegd. Dat is dus niet helemaal waar. Voor kinderen die in hun dialect gewend zijn de ij als ie uit te spreken, is het probleem niet zo moeilijk; zij schrijven dan de "lange" ij. Zogezegd dus een "eitje", oftewel: het ei van Columbus.