Cognitieve ontwikkeling - Piaget

Ieder kind doet ontdekkingen door actief met de omgeving om te gaan: voorwerpen pakken, in de mond stoppen, bekijken, tegen elkaar slaan. Een kind doet nieuwe kennis op door interactie. Kennis verwerven is niet een passief opslaan van informatie, maar het resultaat van een interactief proces. Jean Piaget was de eerste die een veelomvattende theorie over deze cognitieve ontwikkeling ontwierp. De theorie die Piaget (1896-1980) heeft ontwikkeld gaat over de opeenvolgende manieren van denken van kinderen. Het gaat bij Piaget om de cognitieve ontwikkeling, om de ontwikkeling van denken, taal en andere functies als aandacht en geheugen. Het gaat hier voor de duidelijkheid niet over de inhoud van het denken, zoals de inhouden die in leerplannen zijn vastgelegd. Je moet verstandelijke ontwikkeling scherp onderscheiden van leren. Het gaat bij Piaget om de verstandelijke ontwikkeling en niet om leren. De mogelijkheid van denken ligt in mensen opgeslagen, leren wordt van buitenaf aangestuurd.

Contact met de omgeving

Ieder kind doet ontdekkingen door actief met de omgeving om te gaan: voorwerpen pakken, in de mond stoppen, bekijken, tegen elkaar slaan. Een kind doet nieuwe kennis op door interactie. Kennis verwerven is niet een passief opslaan van informatie, maar het resultaat van een interactief proces. Jean Piaget was de eerste die een veelomvattende theorie over deze cognitieve ontwikkeling ontwierp. Hij bestudeerde deze ontwikkeling bij normale kinderen. Hij veronderstelde dat een kind geboren wordt met aangeboren reflexen en een aangeboren neiging om actief met de omgeving om te gaan. Door interactie met de omgeving en door lichamelijke rijping (vooral van de hersenen) ontstaan volgens hem vanuit die reflexen steeds complexere cognitieve vaardigheden. Piaget heeft met zijn theorie grote invloed op verklaringen over de wijze waarop een kind zich ontwikkelt. Zijn benadering is echter niet de enige en zijn theorieën zijn later genuanceerd en aangepast.

Ontwikkeling komt naast rijping dus tot stand door contact met de omgeving. Daarom is het hoofddoel van het menselijke denken, de aanpassing aan de omgeving, adaptatie: veranderingen in wijze van denken, om effectief te kunnen functioneren in relatie tot de omgeving. Piaget stelt dat elk levend wezen geboren wordt met de neiging tot adaptatie: aanpassing aan de omgeving. Bovendien heeft de mens de neiging tot organisatie: nieuwe aanpassingen integreren in bestaande systemen. Kennis bestaat volgens Piaget uit structuren of systemen. Leren doe je door jouw systemen aan te passen. Adapteren is dan het proces waarmee kinderen veranderen in gedrag en denken om effectiever te kunnen functioneren. De invloed van de evolutietheorie van Darwin is duidelijk, al gaat Darwins theorie over de adaptatie wel uit van hele soorten aan veranderingen in de omgeving Een mooi voorbeeld uit het dagelijks leven: een baby die voor het eerst een hapje vast voedsel krijgt. Tot dan toe was de baby alleen maar gewend aan het zuigen aan een tepel of op een speen om vloeibaar voedsel binnen te krijgen. Met de mondbewegingen die de baby maakt, wordt er meer eten naar buiten geduwd dan naar binnen gewerkt. Na een tijdje leert de baby het hapje wel effectiever met de mond naar binnen te werken. De baby heeft zijn mondbewegingen dus aangepast om het eten in zijn mond te krijgen. Door deze adaptatie kan het kind beter functioneren.

Assimilatie en accommodatie

Adaptatie bestaat uit twee complementaire processen: assimilatie en accommodatie. Assimilatie is het proces waarmee bestaande kennis en vaardigheden worden gebruikt in nieuwe situaties. Accommodatie is het proces van aanpassing van bestaande vaardigheden of kennis om met een nieuwe situatie om te kunnen gaan. Bij assimilatie is sprake van aanpassing van het denkschema, terwijl bij accommodatie sprake is van uitbreiding van het denkschema.

  • Assimilatie: in het voorbeeld gebruikte de baby eerst bestaande mondbewegingen om te zuigen.
  • Accommodatie: de baby moet de bestaande vaardigheden (mondbewegingen) veranderen.

Door een continu proces van assimilatie en accommodatie ontwikkelt een kind vanuit aangeboren reflexen een steeds groter aantal vaardigheden dat in allerlei situaties toegepast kan worden. En dat geldt zowel voor het handelen als voor het denken. Ook het denken ontwikkelt zich volgens het principe van assimilatie en accommodatie, aldus Piaget. Maar waarom hebben kinderen de neiging zich steeds verder te ontwikkelen? Er is hier sprake van een zelfregulerend proces dat zorgt voor steeds betere adaptatie. Als het gedrag van het kind in overeenstemming is met de eisen die de omgeving aan het kind stelt, dan ontstaat er evenwicht (equilibrium). Een kind heeft steeds de neiging om disbalans op te lossen en doet dat door assimilatie en accommodatie. Bijvoorbeeld: een jong kind dat plezier beleeft door van alles in zijn mond te stoppen zal die kennis herzien wanneer hij op het strand een hapje zand in de mond gestopt heeft. Ander voorbeeld, maar dan op het gebied van denken: een beginnende leerkracht zal zijn aanpak moeten herzien als de resultaten ervan tegenstrijdig zijn met zijn bedoelingen. Equilibratie geldt dus zowel voor het handelen als voor het denken.
Piaget beschrijft diverse stadia van cognitieve ontwikkeling. De volgorde van die stadia ligt vast, maar de snelheid waarmee ze worden doorlopen varieert per individu en per cultuur. De vier hoofdstadia zijn:

  • De sensomotorische periode (0-2 jaar). Piaget verdeelt deze periode in zes substadia van in totaal twee jaren. In deze periode ligt de nadruk van het cognitief functioneren op motorische reacties naar aanleiding van sensorische indrukken: het kind reageert motorisch op wat het waarneemt. Voor het kind bestaan dingen alleen maar als hij ze kan zien. Als dingen verstopt zijn, dan zal hij pas gaan zoeken vanaf ongeveer anderhalf jaar. Het kind leert een onderscheid te maken tussen zichzelf en de omgeving. Door interactie met de omgeving worden vroege schema's aangepast aan nieuwe situaties.

  • De preoperationele periode (2-7 jaar). Het denken van het kind wordt geleidelijk minder egocentrisch. Het is in staat om dingen van verschillende kanten te bekijken. Het denken is aanvankelijk niet logisch en systematisch. Pas rond het zevende jaar ontstaat de mogelijkheid om consistent logisch en systematisch te denken. Kenmerkend voor deze periode zijn:

Egocentrisme: Het denken van het kind centreert zich rond de eigen persoon. Ook neemt hij waar vanuit het eigen gezichtspunt en is dus nog niet in staat om zich in het perspectief van de ander te verplaatsen. Egocentrisme is duidelijk iets anders dan egoïsme.

Animisme: De neiging om leven toe te kennen aan niet-levende dingen. Bijvoorbeeld: het kind dat zegt dat de stoel waar het tegen aanloopt hem pijn doet.

Artificialisme: De neiging om te geloven dat alle dingen door de mensen zijn gemaakt. Bijvoorbeeld: een kind dat voor het eerst bergen ziet en dan zegt: “Kijk, papa gemaakt!”

Realisme: De neiging om psychische fenomenen als gedachten en dromen als fysische realiteiten te zien. Bijvoorbeeld: wanneer kinderen denken dat dromen van buiten komen. Piaget heeft in talloze experimenten met kinderen de ontwikkeling van een aantal elementen van logisch denken in kaart gebracht. De belangrijkste begrippen die hij onderzocht zijn: rangorde, categorieën, en conservatie van aantal, volume en gewicht. Het preoperationele kind beheerst deze begrippen nog niet. Bijvoorbeeld: in een proefje toont Piaget aan, dat wanneer een smal hoog glas gevuld wordt met water, en een breed laag glas gevuld met evenveel water, het kind zal zeggen dat er in het hoge glas meer water zit. Het denken richt zich dus op één dimensie. In de concreet-operationele periode leert het kind hiermee om te gaan.

  • De concreet-operationele periode (7-11 jaar). Het denken van het kind wordt nu minder egocentrisch en hij kan ook een situatie van verschillende kanten bekijken. Hij let nu ook op het dynamische aspect van veranderingen en is in staat tot bepaalde logische activiteiten, met name wanneer concreet materiaal aanwezig is.

  • De formeel-operationele periode (vanaf 11 jaar). Het kind is nu in staat om zonder concreet materiaal, abstracte problemen op te lossen. Kortom, het abstract-logische denken komt tot ontwikkeling. In deze periode ontstaat het vermogen om logische denkoperaties uit te voeren met hypothetische gedachten: “Stel je voor dat…”.

Onafhankelijke ontwikkeling?

Nu is het maar de vraag of Piaget zo ingenomen zou zijn met de periodes die we naar aanleiding van zijn theorie gewend zijn te gebruiken. Het lijkt er daarbij op of er sprake is van een onafhankelijke ontwikkeling zonder invloeden van de omgeving. Piaget zou beslist flexibeler met deze leeftijdsindelingen omspringen dan de opsomming suggereert. Immers, de invloed van de omgeving, bijvoorbeeld de school, heeft wel degelijk een grote invloed op de ontwikkeling. Een 'rijke' omgeving zal de ontwikkeling versnellen, een 'arme' omgeving zal het proces vertragen. Medewerkers en navolgers van Piaget hebben inmiddels veel van zijn opvattingen voor het onderwijs bewerkt. We onderschrijven de opmerking in Ontwikkelingspsychologische visies (Van Oers, 2004) dat de les die uit Piagets theorie getrokken kan worden in het kort neerkomt op: “het heeft geen zin kinderen van alles te leren waar ze (nog) geen begrip voor hebben en ook niet kúnnen hebben, simpelweg omdat het niet in hun wereldbeeld past.” Toch gebeurt dat maar al te vaak, thuis en op school; niet in de laatste plaats omdat kinderen ouders en leerkrachten op het verkeerde been kunnen zetten (“je zou haar eens moeten horen; zulke moeilijke woorden als ze al gebruikt”). Vergis u niet, zou Piaget zeggen: “dat hoeft niet te getuigen van de werkelijkheid, maar ook het omgekeerde geldt: het corrigeren van 'foute' en het aanleren van 'goede' antwoorden betekent nog niet per definitie dat er begrip wordt bijgebracht.” In navolging van Piaget moet je je bewust blijven van het gegeven, dat in interactie met de omgeving het kind zelf zijn realiteit construeert en reconstrueert. Als leerkracht moet je dus net zo creatief en adaptief zijn als de kinderen.

Invloed

Het werk van Piaget heeft tot op heden nog steeds grote invloed op de verklaringen van de kinderontwikkeling. Er is ook kritiek. Andere onderzoekers bijvoorbeeld toonden aan dat kinderen sommige vaardigheden vroeger bezaten dan Piaget veronderstelde. Ook de stapsgewijze ontwikkeling van periode naar periode blijkt lang niet altijd zo keurig te verlopen. Kinderen kunnen met de ene vaardigheid soms in een ander stadium zitten dan met een andere vaardigheid. Andere onderzoekers ten slotte toonden ook aan dat kinderen veel meer aangeboren vermogens hebben om de omringende wereld te begrijpen dan Piaget aannam.
© 2010 - 2024 Rosie86, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
De ontwikkelingsstadia van PiagetDe ontwikkelingsstadia van PiagetDe Zwitserse psycholoog Jean Piaget (1896-1980) deed veel onderzoek naar de denkontwikkeling van kinderen in de leeftijd…
Ontwikkeling en onderzoek van leren in de leerpsychologieOntwikkeling en onderzoek van leren in de leerpsychologieLeerpsychologie is het onderzoek naar het verschijnsel ‘leren’. Hoe leren mensen en wat is leren precies? De leerpsychol…
Galton, Binet & Piaget, een vergelijkingGalton, Binet en Piaget hadden hielden zich alle drie bezig met intelligentie. Zo ook hadden zij alle drie verschillende…
Jean Piaget en zijn conservatie van vloeibare volumeDe proef van conservatie van vloeibare volume laat zien hoe anders het kinderbrein het overschenken van vloeistof in een…

Sociaal-culturele achtergrond van kinderenElk kind in de groep neemt zijn eigen achtergrond mee van thuis. Dat merk je als leerkracht aan de manier waarop kindere…
Maslow en zijn motivatietheorieHet gedrag van mensen heeft een reden en een doel. We noemen dat motivatie. Mensen doen niet zomaar iets, maar willen ie…
Bronnen en referenties
  • Boek: Theorieën van leren en ontwikkeling - Auteur: P.L.C. van Geert
Rosie86 (53 artikelen)
Gepubliceerd: 06-10-2010
Rubriek: Educatie en School
Subrubriek: Diversen
Bronnen en referenties: 1
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.