Band of Brothers: Broers in de strijd
Iedereen kent wel de legendarische televisie-serie "Band of Brothers" die geregisseerd werd door Steven Spielberg en Tom Hanks. Maar zoals zo vaak haalden zij hun mosterd bij een sterk boek. Dat was het boek "Band of Brothers" van Stephen E. Ambrose.
Het verhaal
Het verhaal begint met een korte inleiding tot het onderwerp. Er wordt verteld om wie het draait en het verhaal wordt ook gesitueerd op vlak van tijd en ruimte. Alles draait om de parachutisten van de Easy-compagnie, het 506de regiment van de 101ste luchtlanddivisie. Het was een zeer jonge groep vrijwilligers (ze waren allemaal na de Eerst Wereldoorlog geboren), afkomstig uit alle streken en sociale standen van de Verenigde Staten. Het waren boeren, mijnwerkers of universiteitsstudenten die allemaal voor het leger hadden gekozen voor de spanning, de eer en de maandelijkse toelagen. Het verhaal volgt deze burgersoldaten vanaf de loodzware opleiding tot de ontbinding van de compagnie. Ze veranderden van simpele jongens in zwaar getrainde, tactische en emotionele vechtmachines.
Hun opleiding begon in 1942, duurde ongeveer twee jaar en vond plaats onder leiding van de fel gehate commandant Sobel. Ondanks het feit dat hij op tactisch vlak een absolute nul was, leidde hij zijn compagnie op tot de beste elite-eenheid ter wereld. Onder het motto ‘Currahee!’ wat zoveel betekende als ‘wij zijn de besten’ en wat tevens de naam was van de berg waar tijdens de opleiding op getraind werd, speelde de Easy-compagnie een belangrijke rol in de bevrijding van Europa. De opdrachten brachten hen van de kusten van Normandië, naar Eindhoven en Beieren, tot aan het Adelaarsnest van Hitler in Berchtesgaden. Met een ervaring die ze hun hele leven niet meer zouden vergeten, keerden de resterende soldaten van Easy-compagnie terug naar hun families.
De psychologie achter het verhaal
De soldaten kwamen van alle rangen en standen en waren allemaal verschillend. Het waren allemaal vrijwilligers, wat voor hen ook een extra motivatie was. Ze wisten dat ze op de mannen naast hen konden vertrouwen, omdat ze niet tegen hun zin in het leger zaten. Hierdoor waren ze ook enorm gedreven met hun taak bezig. Ze beschouwden elkaar niet als vrienden of partners, maar als broeders. Iedereen wist alles van elkaar en kon de anderen nog maar aan hun silhouet herkennen door hun kleding, manier van wapendracht of draagwijze van hun helm. Ze arriveerden als simpele jongens en maakten een volledige metamorfose mee op zowel fysisch als mentaal vlak. Ze hadden geen angst om te sterven, integendeel. Het was voor hen een eer dat ze samen met zulke goed getrainde elitesoldaten mochten samen vechten en ze wilden dan ook voor hun ‘wapenbroeders’ sterven.
Een ‘purple heart’, een medaille voor soldaten die tijdens de strijd gewond raakten, werd als een gewoon embleem beschouwd en niet als een eerbetoon. De mannen die niet gewond raakten werden beschouwd als ofwel slechte soldaten, ofwel ongelooflijke geluksvogels.
De Duitsers kregen de bijnaam ‘Krauts’ wat niet zo’n geweldige betekenis had, maar de Amerikaanse soldaten wisten goed genoeg dat de meeste Duitse soldaten net zoals hen waren. Het waren jongens van dezelfde leeftijd, met dezelfde sociale verschillen en met dezelfde interesses. “Onder andere omstandigheden hadden ze misschien nog wel goede vrienden geweest”, zoals één van de soldaten wel eens had opgemerkt. Maar er stond gewoon veel te veel op het spel. Net zoals de Amerikanen moesten de Duitsers bevelen opvolgen om te overleven, hoewel ze daarmee hun dood tegemoet gingen.
Omdat de Easy-compagnie beschouwd werd als de beste compagnie ter wereld, kregen ze ook de zwaarste opdrachten. Gedurende de hele oorlog moesten ze altijd voorop gaan, met als dramatisch dieptepunt de bossen in Bastogne. Dit versterkte de groep enkel, waardoor ze elkaar blindelings konden vertrouwen. Er was niemand die nog maar dacht aan opgeven, ook niet nadat ze bijna al hun kameraden hadden zien sterven of levenslang zien verminkt raken.
Niemand was graag aan het front, maar het was hun plicht en hun job om elkaar te steunen en te helpen. De kameraadschap onder de soldaten zorgde voor een ongekende motivatie en adrenaline. Ze waren stuk voor stuk emotionele mannen die ook enorm aangedaan waren van de verliezen, maar tijdens de oorlog veranderden ze in vechtmachines. Ze wisten dat ze in het heetst van de strijd moesten functioneren zonder genade, medelijden of spijt. Volgens luitenant Speirs hadden ze enkel een kans om op deze manier te functioneren als ze het feit accepteerden dat ze toch al dood waren.
Het is nu onmogelijk te begrijpen wat deze mannen meegemaakt hebben en wat voor sporen dit zowel emotioneel als fysiek bij hen heeft achtergelaten. Wat wel zeker is, is dat deze mannen ieders onvoorwaardelijk respect verdienen. Ze hebben de Europese vrijheid met hun leven verdedigd en zijn daarom alleen al allemaal memorabele helden.
Tenslotte wil ik eindigen met een citaat van soldaat Mike Ranney, dat perfect samenvat wat er in de gedachten van de Easy-compagnie omging: ‘Wat die tijd in de Easy-compagnie betreft koester ik de opmerking die ik ooit tegen een van mijn kleinzonen maakte. Hij vroeg aan me: “Opa, was jij een held in de oorlog?” “Nee”, heb ik geantwoord, “maar ik zat wel in een compagnie vol helden.”’
- Titel: Band of Brothers
- Auteur: Stephen E. Ambrose
- Uitgeverij: Roularta Books
- 312 blz.