Het maken van keuzes: ethische stromingen
Dit is tevens een samenvatting van hoofstuk 4 uit Over Normaal Gesproken van Van Horen Zeggen. Elk mens maakt in zijn leven keuzes. Welke keuzes iemand maakt, hangt af van wat iemand op dat moment belangrijk, noodzakelijk of plezierig vindt. Bij het maken van je keuzes spelen bepaalde waarden voortdurend een rol. Een denkwijze waarin één waarde of principe heel duidelijk centraal staat, wordt een ethische stroming genoemd.
5 ethische stromingen zijn:
- Verlangen naar genot; 'hedonisme'
- Streven naar wat nuttig is; 'utilisme'
- Besef van plicht; Immanuel Kant
- Persoonlijke verantwoordelijkheid; Søren Kierkegaard
- Respect voor het leven; Albert Schweitzer
Handelen vanuit het verlangen naar genot; hedonisme
De Griekse filosoof Epicurus zei dat een mens bij alles wat hij doet, van nature streeft naar geluk en genot als hoogste goed. Genot is volgens hem een toestand waarin de mens lichamelijk en geestelijk in evenwicht is. Geestelijke rust is de hoogste vorm van genot. Deze kun je bereiken als je bevrijd bent van je angsten en een zekere onverstoorbaarheid hebt behaald.
Volgens Epicurus komen er bij de mensen 3 soorten verlangens voor:
- Natuurlijke en noodzakelijke verlangens. Dit zijn de lichamelijke behoeften als eten, drinken, slapen en bescherming tegen de kou. Deze dingen heb je nodig om in leven te blijven. Deze behoeften moet je wel bevredigen, maar je moet je er niet te veel aan toegeven. Je moet dus bijvoorbeeld niet meer eten/drinken dan nodig is.
- Natuurlijke maar niet-noodzakelijke verlangens. Dit zijn alle verlangens naar 'meer'. Ter wille van de geestelijke rust moet een mens deze verlangens onder controle houden.
- Niet-natuurlijke en niet-noodzakelijke verlangens. Deze verlangens worden door anderen in ons opgewekt. Hier moeten we helemaal niet aan toegeven. Het bevredigen hiervan zorgt alleen maar voor afgunst tussen mensen en daardoor verstoort het de geestelijke rust.
Zuiver hedonisme
Epicurus hecht ook een groot belang aan vriendschap. Bij vrienden voel je je veilig en hoef je niet bang te zijn dat het geluk je niet gegund wordt. Naast de wijsheid is vriendschap het belangrijkste bezit voor een gelukkig mens.
Platvloers hedonisme
Tegenwoordig wordt het woord hedonist vaak gebruikt voor mensen die er maar op los leven, voor hen die het platvloers najagen zonder aan anderen te denken. Zij doen zoveel mogelijk en zo lang mogelijk waar ze zin in hebben, als het maar lichamelijk genot geeft.
Handelen vanuit het streven naar wat 'nuttig' is; utilisme
De Britse filosoof Jeremy Bentham stelde dat ieder individu zijn eigen geluk nastreeft. Maar een mens zal dat persoonlijke 'geluk' pas ten volle ervaren, indien hij bij zijn streven naar geluk rekening houdt met het algemene welzijn. In het utilisme gaat het daarom om de vraag: 'Welke handeling levert het meeste nut op voor het grootste aantal mensen?'
Geluk en genot
Volgens Bentham was geluk vooral een zaak van genot. En genot hangt vooral af van twee dingen: 'het niet ervaren van pijn' en 'het wel ervaren van lust'. Op dit punt is Bentham sterk bekritiseerd door John Stuart Mill. Volgens Mill is geluk meer dan menselijke gevoelens van lust of genot. Hij benadrukt juist de kwaliteit van de verlangens ook de kwaliteit van het geluk bepalen.
Handelen uit moreel plichtsbesef; Kant
De Duitse filosoof Immanuel Kant noemt het nastreven van onze verlangens een (beschaafde) vorm van 'egoïsme'. Hij vindt niet dat we deze dingen 'moreel goed' mogen noemen. De kwalificatie 'moreel goed' kan alleen van toepassing zijn op onze mentaliteit, onze innerlijke gezindheid, onze wil.
Elk mens heeft, volgens Kant, een aangeboren 'morele grondwet' (een geweten). Kant noemt dit ook vaak de 'zedenwet'. Wanneer een mens zich afvraagt wat hij moreel gezien moet doen in een bepaalde situatie, dan moet hij zich dus niet laten leiden door een doel (streven naar geluk), maar door de plicht het goede te doen.
Kant zegt: 'Handel zo dat wat jij wilt, op hetzelfde moment door alle mensen gedaan moet kunnen worden.' Mensen kunnen alleen maar goed samenleven als ze dat doen vanuit respect en eerbied voor de menselijke persoon. 'Handel zo dat bij alles wat je doet, de mens altijd een doel is en nooit een middel.'
Handelen uit persoonlijke verantwoordelijkheid; Kierkegaard
De Deense theoloog en filosoof Søren Aabye Kierkegaard zegt dat filosofische theorieën over 'de mens' je niet kunnen helpen, wanneer je in de praktijk beslissingen moet nemen. Voor elk mens is zijn 'eigen waarheid' van veel groter betekenis, want dat is een waarheid die hemzelf aangaat.
Verder is Kierkegaard ook van mening dat de meeste mensen niet hun eigen leven leiden, maar dat van de massa. Mensen moeten juist in concrete situaties hun eigen keuzes maken, waarbij ze zich niets aantrekken van de massa.
Handelen vanuit respect voor het leven; Schweitzer
'Respect voor alles wat leeft' is het ethische principe dat verbonden is met het leven van Albert Schweitzer. Volgens hem leeft de mens niet alleen voor zichzelf, maar altijd in verbondenheid met anderen.
Schweitzers ethiek
Schweitzer zegt dat 'eerbied voor het leven' de basis voor elke ethiek moet zijn. Dit begrip omvat alle leven, menselijk, dierlijk en plantaardig. Schweitzer leidt uit zijn standpunt het volgende af:
- 'Goed' is het leven beschermen en behouden, het leven bijstaan en tot ontwikkeling brengen.
- 'Kwaad' is het leven benadelen, beschadigen, onderdrukken of vernietigen.