Wat staat er in een docentenhandleiding bij een lessenserie?
Als docent wordt er wel eens van je verwacht dat je zelf een lessenserie maakt omdat de methode die gebruikt wordt soms niet geheel toereikend is. Om deze lessenserie voor meerdere jaren en door meerdere docenten bruikbaar te maken is het van belang dat je een docentenhandleiding schrijft.
Maar wat moet er nou eigenlijk allemaal in een docentenhandleiding? Dit verschilt natuurlijk per lessenserie maar meestal bestaat het uit een basis opbouw en enkele vak gerelateerde delen.
Waarom deze lessenserie?
Hierin beschrijf je wat de reden was tot het ontwerpen van de lessenserie, zoals niet toereikendheid van het boek, een koppeling met een extra vak of omdat je op een methodeloze school werkt bijvoorbeeld.
De beoogde voorkennis van de leerlingen
Hierin wordt beschreven wat de voorkennis is en hoe je die eventueel toetst.
Lesdoelstellingen
Verwar deze kop niet met de leerdoelen, deze komen hierna namelijk pas. In de lesdoelstellingen stel je de lesdoelen die je hebt, zoals de leerlingen kunnen de leerteksten koppelen naar de opdrachten, de leerlingen kunnen zelfstandig werken en de leerling kan bij de opdrachten gebruik maken van computers.
Leerdoelen van de lessenserie
Hierin zet je de competenties en/of eindtermen die in de lessenserie behandeld worden, zodat docenten in een oog opslag kunnen zien welke delen van het vak aangesproken worden. Ook voor eventuele controle op de lesuren norm kan hiernaar gekeken worden.
Wat er allemaal in de bijlagen komt
Lijst van lesmateriaal
Hierin staan alle powerpoints, teksten, links naar films en wat al niet meer wat je gebruikt in je lessen, ook de theorie over het onderwerp zet je altijd beknopt in deze lijst. Wanneer nodig zet je er ook een probleemoplosser in, vooral wanneer het over bijvoorbeeld elektrotechniek gaat. Hierin schrijf je ook een introductie op het onderwerp, die je eventueel ook voor de leerlingen gebruikt. Deze komt dan ook in het opdrachtenboekje.
Opbouw van de lessenserie
Hierin zet je een schematische weergave van wat er in welke les behandeld wordt en met welke vakken een bepaalde les aansluiting heeft.
Lesvoorbreidingsormulier
Hierop staat altijd voor wat voor klas de les bedoeld is oftewel de doelgroep, wat de benodigdheden zijn, hoeveel tijd je per onderdeel nodig hebt en precies per les uitgelegd welke eindtermen aan bod komen.
Opdrachtenboekjes
Wanneer je een lessenserie hebt ontworpen horen daar meestal ook opdrachten bij, deze stop je natuurlijk ook in de handleiding.
Antwoordmodel
In het antwoordmodel zitten de antwoorden bij opdrachten en bij bijvoorbeeld Praktische Opdrachten een beoordelingsformulier en de criteria.
Een bronnenlijst
Deze is zeer belangrijk, documenteer ALTIJD waar je je informatie vandaan hebt.