Wat is dyscalculie?
In onze moderne samenleving komen overal getallen en cijfers voor; met klok kijken, vertrektijden van de trein, groente en fruit afwegen in de supermarkt etc. Bij de meeste mensen gaat dit vanzelf. Een klein percentage mensen lijdt echter aan de rekenstoornissen dyscalculie. Voor mensen met deze rekenstoornis zijn taken waarin cijfers betrokken zijn erg lastig. Wat zijn nu de kenmerken van dyscalculie? Hoe wordt dyscalculie gediagnosticeerd en waar ligt de oorzaak?
Bij 3 tot 6% procent komt de
rekenstoornis dyscalculie voor.
Dyscalculie komt even vaak voor bij jongens als bij meisjes. Wanneer mensen aan
dyscalculie lijden, kunnen zij minder goed
rekenen en hebben een verminderd
getalbegrip. Mensen hebben hier niet alleen in hun jeugd gedurende hun schoolloopbaan last van, maar ook daarna. Een recept lezen en uitvoeren is bijvoorbeeld erg lastig. Mensen met dyscalculie zijn
niet minder intelligent. Zij hebben alleen erg veel moeite met cijfers. In die zin lijkt dyscalculie op
dyslexie. In dit stuk wordt ingegaan op hoe het verschil tussen dyscalculie en
rekenproblemen is te herkennen, waar je bij kleuters op moet letten, wat de kenmerken van dyscalculie zijn, hoe het gediagnosticeerd kan worden en hoe de hulp eruit kan zien.
Dyscalculie, wat zijn de kenmerken?
Ieder kind heeft last van rekenproblemen. Rekenproblemen horen bij het leren met cijfers om te gaan. Rekenproblemen verdwijnen met het toenemende getalbegrip van het kind. Dyscalculie is dus niet hetzelfde als rekenproblemen. Bij dyscalculie zie je een
rekenachterstand bij iemand bij je het niet verwacht. Op het einde van de basisschoolloopbaan loopt het kind bijvoorbeeld meerdere schooljaren achter wat betreft het getalbegrip, terwijl andere vaardigheden zich wel normaal hebben ontwikkeld. Kinderen met dyscalculie hebben moeite met het begrijpen van de cijfersymbolen, het leren van tafels en/of het opslaan en terughalen van informatie uit het werkgeheugen. Verder zie je dat breuken en procenten lastig zijn voor mensen met dyscalculie. Kleuters met dyscalculie hebben een gebrek aan ruimtelijk inzicht en spelen minder met blokken en knutselen minder. Ook zie je in de kleuterleeftijd hebben kleuters moeite met dyscalculie met het begrip meer-minder en verdelen. Later in hun schoolloopbaan blijft rekenen zwak. Zwakke rekenaars tellen nog op hun vingers, of hebben moeite om de cijfersymbolen te herkennen.
Diagnosticeren en helpen van kinderen met dyscalculie
Dyscalculie wordt gedefinieerd als een specifiek, genetisch vastgesteld
leerdefect in een kind met een normale intelligentie. De diagnose wordt gesteld als de rekenprestatie aanzienlijk beneden de verwachte prestatie naar aanleiding van leeftijd, intelligentie en onderwijs is.
Dyscalculie is te diagnosticeren met de Utrechtse getalbegrip toets-revised (UGT-R). Een leerkracht kan hiermee nagaan op welke rekenonderdelen kinderen zwak scoren. Op www.graviant.nl is hier meer over te vinden. Dyscalculie moet door een psycholoog of orthopedagoog worden vastgesteld. De DSM-IV geeft aan dat er sprake is van dyscalculie wanneer:
- A. De rekenkundige begaafdheid ligt, gemeten met een individueel afgenomen gestandaardiseerde test, aanzienlijk onder het te verwachten niveau dat hoort bij de leeftijd, de gemeten intelligentie en de bij de leeftijd passende opleiding van de betrokkenen.
- B. De stoornis van criterium A interfereert in significante mate met de schoolresultaten of de dagelijkse bezigheden waarvoor rekenen vereist is.
- C. Indien een zintuiglijk defect aanwezig is, zijn de rekenproblemen ernstiger dan die welke hier gewoonlijk bijhoren.
De oorzaak voor dyscalculie ligt in het proces dat betekenis geeft aan cijfers en telwoorden. In dit proces worden er getallen van gemaakt. Normaal wordt dit proces een automatisme. Bij het kind met dyscalulie, de dyscalculist gebeurt dat niet. Het tellen blijft een bewust proces.
Kinderen met dyscalculie zijn geholpen met een tafelkaart, rekenmachine of pc. Ook het tellen op de vingers moet niet ontmoedigd worden. Bij het eindexamen mogen kinderen met dyscalculie 30 minuten langer over hun tentamen doen. Er is dan wel een dyscalculieverklaring nodig. Middelbare scholen kunnen binnen de kaders van de wet bepalen hoe zij mensen met dyscalculie tegemoet zien. Dat kan bijvoorbeeld door een vrijstelling voor wiskunde te verlenen of extra tijd met toetsen te geven. Op de HAVO/VWO kunnen kinderen een profiel kiezen waarin wiskunde minder zwaar aan bod komt.
Wil je meer weten kijk dan op www.rekenstoornis.nl
Lees verder