Boekverslag: Joe Speedboot - Tommy Wieringa

Boekverslag: Joe Speedboot - Tommy Wieringa Joe Speedboot, geschreven door Tommy Wieringa, heeft zich ontzettend snel ontwikkeld tot een van de populairste boeken op de middelbare school. Het boek is vooral populair bij jongens, omdat het deze groep aanspreekt. De avonturen die plaatsvinden spreken tot de verbeelding. Het kan echter wel een ingewikkeld boek zijn, want de vertelinstantie, de motieven, de tijd en ruimte is soms vrij onduidelijk te noemen.

Inhoudsopgave


Bibliografische gegevens

  • Auteur: Tommy Wieringa
  • Titel: Joe speedboot (2005)
  • Druk: Zevenentwintigste druk, november 2006
  • Uitgever: de bezige bij
  • Plaats van uitgave: Amsterdam
  • Aantal pagina’s: 316, onderverdeeld in 42 hoofdstukken niet genummerd of met een titel. Er zijn drie aparte delen, die van het penseel, het zwaard en “en toen”.
  • Motto: Er wordt gezegd dat de samoerai een tweevoudige Weg heeft, van het penseel en het zwaard. Miyamoto Musashi.
  • Opdracht: Voor Rutger Boots

Samenvatting

Het penseel

Fransje is na een ongeluk al een lange tijd van de wereld en zijn verjaardag wordt gevierd terwijl hij in coma ligt. Hij kan ondertussen al weer wat horen en vangt gesprekken op over Joe Speedboot en dat lijkt hem meteen een “goeie”. Als hij ontwaakt kan hij alleen zijn rechterarm nog bewegen. Hij mag na lange tijd weer naar huis en dan begint het eigenlijk allemaal. Zijn broers worden opgedragen hem mee te nemen naar de kermis, maar dat willen ze niet. Ze zetten hem in een huis en daar komt hij Joe Speedboot tegen. Ze raken na een tijdje redelijk goed bevriend en bouwen een band op, samen met Christof en Engel.

Ze weten dat PJ’s moeder naakt rondloopt in de achtertuin en ze bouwen een vliegtuig om zo PJ’s moeder te kunnen bekijken. Behalve dat ze de moeder van PJ willen bekijken, vallen ze ook allemaal op PJ, een Zuid-Afrikaanse schoonheid. Iedereen vindt haar leuk, wat zorgt voor veel strijd in de groep. Na een lange tijd krijgen ze het vliegtuig in de lucht en zetten ze het vliegtuig ergens anders neer. Doordat ze het vliegtuig ergens anders hebben neergezet, hoeven ze niet weer te wachten tot het meer is dichtgevroren. Nu kunnen ze op elk gewenst moment opstijgen. Er gebeurt een tijdje hierna iets met Joe’s familie. Zijn moeder is op vakantie geweest in Egypte en trouwt na een niet te lange tijd met ene Mahfouz Husseini. Mahfouz en Joe’s moeder, Regina, hebben iets met boten. Mahfouz bouwt dan ook een feloek, een typisch Egyptisch schip en op een dag is er een groot feest vanwege de tewaterlating. Mahfouz, ook wel papa Afrika, zou een stukje gaan varen, maar komt nooit meer terug. Dit is een diepe domper en heeft invloed op het hele dorpje en zorgt voor veel onrust.

Nadat iedereen geslaagd is, willen Fransje zijn ouders zogenaamd een uitkomst bieden. Fransje zou briketten gaan persen en zijn vader zou die dan gaan verkopen. Fransje maakt enorm veel briketten. Op een dag komt Joe met het voorstel dat Fransje armworstelaar wordt. Fransje wijst dit af, omdat hij naar eigen zeggen een prima leven heeft en het prima vindt zo. Dit blijft zo totdat op een dag Fransje en Joe wat onderdelen gaan halen bij de vader van Fransje en Fransje ziet dat de briketten daar allemaal, netjes opgestapeld, liggen. Hier begint een nieuw deel van Fransje zijn leven. Hij gaat door met schrijven - het penseel - maar hij start ook met het strijden - het zwaard. Dit strijden doet hij door middel van armworstelen.

Het zwaard

Fransje wordt armworstelaar en behaalt grote overwinningen. Op een reis vraagt Fransje PJ mee. Dit vindt ze leuk, maar het loopt niet helemaal zoals gepland. Joe en PJ komen samen en vormen een stelletje, tot groot ongenoegen van Fransje en Christof.
Als ze thuis komen horen ze dat Engel dood is gegaan, doordat een hond op zijn hoofd is gevallen. Wat later verschijnt er een boek van PJ waar in staat geschreven: HOER VAN DE EEUW. Dit leest Fransje en hij zegt het tegen Joe, maar Joe trekt zich er niks van aan. Joe doet ongeveer 3 maanden later mee aan de Parijs-Dakar race in een shovel en in die tijd gaat PJ vreemd met Fransje en mag ze al zijn boeken lezen over Lomark.

En toen

En toen. Christof nodigt PJ, met toestemming van Joe, uit voor een gala. Daarna belanden ze bij elkaar in bed. Later trouwt Christof met PJ, maar als de kat van huis is dansen de muizen op de tafel. Als Christof weg is, komt Joe met enige regelmaat op visite en dan puur voor PJ. Alhoewel PJ niet alleen met Joe vreemd gaat, maar ook met Fransje.

Vertelinstantie

Het verhaal wordt verteld als een achteraf vertellende ik-verteller. Er wordt namelijk meerdere malen verwezen naar een later moment. Fransje, degene die het verhaal eigenlijk vertelt, verwijst dus ook echt naar latere momenten. Zo ook als hij verwijst naar de dood van Engel, dit vind je terug op bladzijde 194: “Engel bleef achter in Enschede en zwaaide ons uit. Het onweer was dichtbij, boven de stad was de licht van mica. Engel zwaaide tot we de straat uit waren. Het was de laatste keer dat ik hem in leven zag.”
Dit wijst erop dat de verteller weet hoe dit verhaal af gaat lopen, of in ieder geval hoe het verder gaat, want Engel gaat dood. Daarbij zie je ook hier dat het een ik-verteller is.

Nogmaals duidelijk bekrachtigd dat het een ik-verteller is, door nog een duidelijk citaat daarvan. Ook komt in dit citaat wat naar voren van hoe de verteller, Fransje, zijn eigen gedachten veel verwoordt en er komt ook naar voren hoe hij dat allemaal opschrijft. Dit citaat vind je terug op bladzijde 122: “ Hé, Fransje, wat weeg jij eigenlijk? Vroeg hij toen ik bij hem was. Een jaar geleden had ik iets meer dan vijftig kilo gewogen en daar was niet veel bij gekomen. Ik stak vijf vingers naar hem op, en zag zijn lippen meebewegen met zijn gedachten. Hij leek iets te berekenen. Vijftig kilo zeg je, zei hij. Wat kan het ook verdommen. Heb je zin om een eindje mee te vliegen Fransje? Mijn ogen werden groot van afgrijzen. Ook moest ik nog steeds ontzettend poepen. Ik had er buikpijn van.” Dit citaat geeft duidelijk aan hoe Fransje is. Hij wilt een samoerai worden en verstenen, maar is duidelijk nog een jongen. Fransje is een jongen die eigenlijk bestemd is om te schrijven. Hij doet ook eigenlijk niets anders meer nadat hij in coma heeft gelegen. Dat komt hier duidelijk naar voren.

Het laatste citaat vind je terug op bladzijde 181: “ O ja, er was iets. Hij had die Ter-Land-Ter-Zee-En-In-De-Lucht-Blik in zijn ogen, die iets beloofd, een Versnelling. Ik wachtte het af. We zaten een tijdje tegenover elkaar in de kristallen helderheid van de eerste meimorgen en bliezen rookwolken in de lucht die zo fris was dat je ‘m zou willen oplikken.” Er wordt op ieder detail in gegaan en alles doet er toe, tenminste, zo lijkt het. Alles wordt aangehaald en in het verhaal krijg je op deze manier ook Fransje zijn gedachtes mee. Zo ook hier, hier lees je dat hij een zogenaamde Ter-Land-Ter-Zee-En-In-De-Lucht-Blik in de ogen van Joe zag. Je krijgt zijn gedachten mee, omdat hij slecht kan praten en dus nagenoeg niks zegt.

Personages

Twee van de drie belangrijkste personages zijn sowieso Fransje en Joe, maar daarna ligt het allemaal niet veel uit elkaar. Ondanks dat een paar andere personages ook wel een belangrijke invloed hebben gehad op Fransje, hebben ze niet zo een grote invloed gehad op Fransje als PJ.

Fransje

Fransje is de jongen waar het hele verhaal om draait, Fransje is de hoofdpersoon en hij vertelt het hele verhaal vanuit zijn eigen perspectief. Fransje is geobsedeerd door Miyamoto Musashi, een samoerai die een boek heeft geschreven over de tweevoudige weg van de samoerai: het penseel en het zwaard. Zo voelt Fransje zich eigenlijk ook, als een samoerai. Dit blijkt duidelijk wanneer Fransje blijft liggen voor een naderende maaimachine en op die manier ernstig verlamd raakt. Fransje ligt hierna in coma voor 220 dagen, waarna hij zegt dat hij nu alleen nog de weg van het penseel kan volgen. Toch doet hij het onverwachtse en volgt hij ook de weg van het zwaard.

Fransje is 14 jaar als hij ontwaakt en wat je weet is dat hij één extreem sterke arm heeft. Hier een citaat van wanneer Joe Fransjes arm vastpakt en hij hem voor het eerst Frans de Arm noemt, op bladzijde 37. “Hij lacht, Joe komt dichterbij en pakt mijn arm. Met zijn linkerhand, want de rechter is nog altijd niet om aan te zien door die bom. 'Wat kom je doen Fransje?' Dan gaan zijn ogen wijd open. 'Téring, moet je voelen.' Christof voelt aan mijn arm. 'Heeft hij daar beton in ofzo?' Vraagt hij. Christof trekt zijn wenkbrauwen hoog op zodat hij eruitziet als een uil. Zoals ze erin opgaan, lijkt me een beetje overdreven, zo bijzonder is het nou ook weer niet. Ik word rood. 'Hij wordt rood', zegt Christof. 'Mag ik even?' Vraagt Joe. Hij rolt de mouw op tot boven mijn biceps en fluit zacht tussen zijn tanden. Wat een monster. Christof kijkt hem raar aan, die begrijpt zulke dingen niet zo goed. 'Het was me eigenlijk nog niet zo opgevallen hoe groot die arm inderdaad is.' 'Vooral als je dat lichaampje erbij ziet' zegt Christof. Hij heeft wel gelijk want het lijkt of al mijn groei de laatste paar maanden in die arm is gaan zitten, het lijkt wel de arm van een volwassen vent met van die bobbels en aderen overal. Een berenarm, al zeg ik het zelf. Joe begint te lachen en roept als een circusdirecteur: ‘Dames en heren, hierrr isss… Frans de Arrum!’ Frans de Arm! Ja!” Dit heeft een belangrijke invloed gehad op Fransje, dat hij zo’n ongelooflijk sterke arm heeft. Hierdoor verandert zijn leven vrij drastisch. Zo komt het dat hij eerst “zomaar” staal ombuigt, waarna hij later brikettenperser wordt. Daarna wordt hij armworstelaar. Dit allemaal vanwege het ongeluk.

Fransje is vrij sociaal - maar heeft ook toch wel enige zelfzucht - qua omgang met anderen en denkt daar dan meestal erg goed bij na. Alhoewel er natuurlijk altijd rivaliteit is en dat komt duidelijk naar voren in dit citaat. Ook zie je hier Fransjes manier van sociaal zijn en van zelfzucht. Op bladzijde 35: ”Joe heeft beet, hij trekt een glinsterend vis het water, Christof springt er zenuwachtig omheen. Eigenlijk had ik Joe’s vriend moeten zijn. Christof is geen goede vriend voor hem, die is te voorzichtig. Hij houdt Joe tegen, heb ik het gevoel. Hij is een rem op Joe’s snelheid en dat moet niet, Joe moet zichzelf kunnen opvoeren tot hij vliegt. Mijn ongeluk is te vroeg gekomen, het heeft de loop van de dingen in de war geschopt. Ik had daar naast hem moeten zitten, niet Christof.” Hierin komen een aantal dingen naar voren die kenmerkend zijn voor Fransje. Ten eerste natuurlijk dat hij toch wel enigszins zelfzuchtig is, daarnaast zie je dat hij sociaal kan zijn en tenslotte is de rivaliteit duidelijk zichtbaar.

Tenslotte is het ook een erg doelgericht personage, hij is er totaal op gericht om een samoerai te worden. Daarbij als citaat het motto, dat boekdelen spreekt. “Er wordt gezegd dat de samoerai een tweevoudige Weg heeft, van het penseel en het zwaard. Miyamoto Musashi.” Dit citaat zou, als de pagina een nummer had, op pagina zes staan. Dit citaat geeft aan hoe Fransje denkt. Hij is enorm geobsedeerd door samoerais en hij wil enorm graag zelf een samoerai zijn.

Fransje is een round character, omdat hij gedurende het verhaal een verandering ondergaat. Hij wordt, behalve dat hij ouder wordt en zijn spieren steeds weer iets verder ontwikkeld geraken, een ander persoon. Hij let op andere dingen en heeft andere interesses, hij ondergaat een karakterverandering.

Joe

Joe is een energiek persoon die heel erg geïnteresseerd is in bewegingsenergie en dan met name de verbrandingsmotor. Dat is dan ook de reden waarom hij aan de Parijs-Dakar race meedoet in een shovel. Hierbij een citaat van de gedachten van Fransje, waaruit toch wel aardig duidelijk wordt wie Joe nou is, zie bladzijde 292-293: “Joe is een verlosser zonder belofte; hij heeft geen vooruitgang gebracht, alleen beweging. We doen ons best, zei hij lang geleden, we bouwen een vliegtuig om het geheim te zien, maar dan kom je erachter dat er geen geheim is, alleen een vliegtuig. En dat is mooi. Hij heeft onze wereld betoverd maar na een regenbui spoelen de kleuren er gewoon weer af.” Joe is in beweging is geïnteresseerd. Hier betreft het een vliegtuig, puur om iets te ontdekken. Hij gaat verder met beweging in dingen brengen, maar komt telkens niet verder. Hij brengt overal wel beweging in en dergelijke, maar hij brengt nooit een drastische verandering. Hij interesseert zich dus voor beweging, maar dan vooral in de verbrandingsmotor. Hoewel dit hier niet zo heel erg duidelijk is aangegeven, is dit toch erg belangrijk. Dit citaat zegt iets over wat voor Joe erg belangrijk is. Namelijk dat hij mensen wel in vervoering bracht, maar dat hij uiteindelijk niets echt teweeg bracht, net zoals hij dat doet met techniek.

Het energieke vind je ook terug op bladzijde 56, daar windt hij zich enorm op, omdat het hem interesseert en dan pas zie je hoe energiek hij eigenlijk is. “Joe begon steeds meer op een maffe tovenaarsleerling te lijken als hij zo opgewonden was.” In dit citaat vind je dus ook echt dat energieke van Joe terug.

Wat je voor de rest nog weet is dat hij een keer heel erg kort haar heeft gehad, voor een tijdje, waarna hij het weer liet groeien toen hij ouder was. Wat je ook weet is dat hij niet bang is en dat vind je dan ook terug als hij een bom maakt en op die manier twee vingers verliest. Daarbij is Joe ook vrij bazig en dat vind je terug in een citaat van bladzijde 135. “Ook zij slagen alledrie voor hun examens, maar Joe verbiedt zijn moeder om een tas met een vlag uit het raam te steken.” In dit citaat zie je dat Joe zelf beslist wat er gebeurt wat met hem te maken heeft en dat hij niet wilt dat anderen zich hiermee bemoeien, dit soort stukjes vind je overal in het boek terug.

Wat je tenslotte nog weet over Joe is dat hij helemaal niet Joe Speedboot heet, maar dat hij eigenlijk Achiel Stephaan heet. Hij wil echter niet dat iemand hem zo noemt, wat ook wel enige vorm van bazigheid aangeeft.

Joe is een Flat character, omdat hij geen echte verandering in het verhaal doorgaat, hij blijft de uitvogelende jongen die hij altijd al was. Hij blijft bij wat hij eerder heeft gezegd en vindt dat het allemaal wel goed is. Hij blijft vreemde dingen doen, zoals een vliegtuig bouwen en later meedoen aan een rally, maar hij verandert ook niet in wat hij doet. Hij blijft dingen uitvogelen of uitzoeken of ombouwen en doet er dan eventjes iets mee en dan is het wel goed.

PJ (Picolien Jane)

PJ of eigenlijk Picolien Jane is van Zuid-Afrikaanse komaf, ze schijnt heel erg mooi te zijn en had, toen ze in het begin in Lomark woonde, een zwaar Zuid-Afrikaans accent. Naarmate ze langer in Lomark woont verdwijnt haar accent vrijwel helemaal, alhoewel je kunt blijven horen dat ze van Zuid-Afrikaanse komaf is. Hierbij een citaat van hoe ze eruit zag aan het begin, toen ze net in Lomark kwam wonen: “We weten niet wat we zien. Ze draagt een kroon van onstuimig krullend haar, dat bruisend rond haar schouders valt. Ik denk aan zee en schuim, mijn dagboeken zijn vol van haar. Haar huid is bleek, ik heb nog nooit zulke blauwe ogen gezien, ze staan een beetje schuin in haar brede gezicht. In de pauze verdringen de meisjes zich rond haar om met hun handen de kurkentrekkerkrullen te volgen die terugspringen als elastiek wanneer je eraan trekt. De meisjes willen allemaal PJ’s vriendin zijn. Haar manier van praten brengt iedereen in verrukking. Het nabije en toch geheimzinnige Afrikaans maakt je beurtelings aan het lachen en aan het rillen van het soort genot dat mooie taal opwekt.” Hierin wordt beschreven hoe ze eruit ziet en hoe haar accent klinkt.

Wat PJ kenmerkt is haar nogal losse gedrag ten opzichte van relaties. Zo heeft ze wat met Joe, maar gaat ze vreemd met Christof nadat deze en PJ samen ergens heen zijn gegaan. Dit lees je op bladzijde 311. “Zo ging PJ mee naar het gala van het Utrechtse Studenten Corps in een nauwsluitende zilvergrijze rok en niemand die begreep hoe Christof aan zo’n schoonheid kwam. Die nacht werd hij ontmaagd. Nu kwamen wij alle drie samen in haar schoot. In de zomer die volgde heeft Christof Joe op een Utrechts terras verteld dat ook hij een relatie had met PJ, en dat ze definitief voor hem, Christof, had gekozen.” Hierin lees je dat ze zowel Joe aan het lijntje houdt als Christof.

Het laatste over PJ is dat ze wel zeer vriendelijk doet in het algemeen. Ze neemt overal de tijd voor, hoewel dat niet per se heel erg lang hoeft te zijn. (bladzijde 132-133) “Het duurt een eeuw voordat PJ en Joop er zijn en op twee meter bij ons vandaan blijven kijken naar de activiteit op de werf. Koeksnijder knikt naar ons, Engel en Joe groeten terug. Hij bouwt een boot, hoor ik PJ verbaasd zeggen. Het Afrikaans is weggesleten tot een flauw accent. Er liggen er anders nog genoeg, zegt Koeksnijder. Ik kijk PJ niet aan omdat ze mijn gedachten zo kan lezen. Joe, vraagt ze, dat is toch de man van jouw moeder? Die man uit Egypte? Joe knikt. Papa Afrika, zegt hij, en daar moet ze erg om lachen. Koeksnijder komt schuin achter haar staan met de lichaamshouding van de man die iets beschermt. Papa Afrika, herhaalt PJ. En wat ben ik dan? De dochter van de man die me vorige week pijn heeft gedaan. Twee gaatjes.” Dit citaat geeft haar vriendelijkheid aan. Ondanks het feit dat ze weg is met haar vriendje van dat moment, neemt ze toch de tijd om gedag te zeggen en een klein, maar goed gesprek te houden.

PJ is een flat character, ze is gedurende het verhaal helemaal niet veranderd. Ze leidde in het begin al een losbandig leven en dat doet ze het hele verhaal lang. Voor de rest heb je wel een terugverwijzing waarin wordt vermeld dat ze vroeger dik was en daarom gepest werd.

De relatie tussen allemaal is dat Fransje, Joe en PJ allemaal vrienden van elkaar zijn en dat zowel Fransje als Joe een keer hebben geslapen met PJ. Daarbij komt dat Joe en Fransje beste vrienden van elkaar zijn - althans, in de gedachten van Fransje - en dat PJ en Joe iets met elkaar hebben gehad.

Ruimte

Fysische ruimte

De fysische ruimte die de grootste rol speelt, is Lomark. Het plaatsje waar alles gebeurt en waar ze allemaal wonen. In principe gebeurt hier alles. Wat je weet is dat er op het einde een geluidswal ligt en dat het dorp helemaal afgesloten ligt van de rest van de wereld, omdat er geen eigen afslag is. Vanaf bladzijde 316: "De E981 is in gebruik genomen, een gletsjer van asfalt heeft nieuwe tijd voor zich uit gewalst en wij zijn verdwenen achter een metershoge geluidswal van aarde en kunststof. We horen inderdaad niks, net zomin als wij nog worden gehoord. Automobilisten die langsflitsen zien misschien vanuit een ooghoek het puntje van onze kerktoren boven het scherm uitsteken, met daarop de hoan die kroanig blef, maar verder heeft de wereld ons aan het zicht onttrokken. Maar daarachter zijn wij niet gestorven, noch zijn wij van gedaante veranderd. Wij zijn hier nog.” In dit citaat lees je wat over Lomark. Dit is eigenlijk alles wat je over Lomark te weten komt, je weet niet hoe het dorpje er echt uitziet, maar wat je wel weet is dat het een dorpje is waar al eerder helemaal geen aandacht naar uitging. Lomark is zo belangrijk omdat het de gedachten van Fransje symboliseert. Fransje voelt zich afgesloten en zelfs buitengesloten, zoals een samoerai.

Daarnaast is er ook nog een belangrijke plek, eigenlijk net buiten het dorp. Dit is “de dijk”. Vanaf hier bespiedt Fransje Joe en Christof. Daarnaast gebeurt hier van alles. Wat betreft het vliegtuig gebeurt hier alles, maar ook met betrekking tot de shovel. Hier een citaat van hoe die dijk er dan uitziet, met daarbij het meertje, geciteerd vanaf bladzijde 35. “ De zomerdijk is een flauwe, brede helling. Als Joe en Christof daar niet achter zijn ben ik dat hele eind voor niks gekomen. Ik kom tot boven op de zomerdijk, mijn arm valt er bijna af. Beneden is een strandje, zo geel als de kalknagel op pa’s grote teen. Zwanen drijven in de oksel van een krib, daar waar nauwelijks stroming is. Op de punt van de krib zitten twee ruggen, met lange antennes vangen ze signalen uit het water op: Joe en Christof. Ik ben hier al lang niet meer geweest, bij het water, de dijk en de velden die glimmen van het vette gras. Waar ze net hebben gemaaid is het bleek als een pas geschoren hoofdhuid. Op de volgende krib zitten honderden kieviten.” Dit is dus het duidelijkste citaat over de dijk.

Psychische ruimte

De psychische ruimte die staat op bladzijde 35-36: “Eigenlijk had ik Joe’s vriend moeten zijn. Christof is geen goede vriend voor hem, die is te voorzichtig. Hij houdt Joe tegen, heb ik het gevoel. Hij is een rem op Joe’s snelheid en dat moet niet, Joe moet zichzelf kunnen opvoeren tot hij vliegt. Mijn ongeluk is te vroeg gekomen, het heeft de loop van de dingen in de war geschopt. Ik had daar naast hem moeten zitten, niet Christof. De wind van achteren blaast me weer een beetje koel, ik dreef zowat mijn stoel uit.” Dit is een vrij duidelijke psychische ruimte, omdat de wind invloed heeft op hoe Fransje zich voelt. Dit staat hier dan ook vrij letterlijk.

Zintuiglijke manier waarop de ruimte wordt geschetst

Er is geen duidelijke zintuiglijke ruimte te vinden in Joe Speedboot

Symbolische Ruimte

De symbolische ruimte is van toepassing bij Lomark, omdat het symbool staat voor afzondering, dat wordt ook meerdere malen duidelijk gemaakt in het verhaal als er wordt gesproken over buitenstaanders. Er zitten slechts drie buitenstaanders op de school, het dorp is dus nagenoeg helemaal afgezonderd van de rest van de wereld.

Tijd

Historische tijd

Het verhaal speelt zich af, vanaf het voorjaar van 1993, dat weet je door twee dingen, namelijk op bladzijde 9: “ Het is een warm voorjaar, in de klas bidden ze voor me omdat ik al meer dan tweehonderd dagen van de wereld ben.” Dit wijst erop dat het in het voorjaar is en op bladzijde vijftig staat dit: “In januari 1993 komen ze aan op Schiphol. Na een paar weken bij verre familie en een paar maanden in een vakantiehuisje tussen naaldbomen en stacaravans, …” Hierin staat letterlijk dat PJ en haar familie op die datum op Schiphol aankomt. Dat wil dus zeggen dat - aangezien je dan nog geen volledig jaar bent “opgeschoten” - het verhaal begint in het voorjaar van 1993. Het verhaal duurt tot ongeveer 2003, omdat in het gehele verhaal ongeveer tien jaar verstrijkt.

Verteltijd

Er zijn 42 ongenummerde hoofdstukken zonder titel, met 316 bladzijdes.

Terug(ver)wijzing – Vooruitwijzing

Terugverwijzing, bladzijde 161-166: Dit is een vrij lange terugverwijzing, daarom is deze geparafraseerd. Joe en Engel zitten samen op een school en gaan op een dag naar een Van Gogh-museum, maar Joe had er helemaal geen zin in om lang te moeten wachten en vond het überhaupt maar niks. Dus hij gaat weg. Voordat hij in een café terecht komt krijgt hij nog een jointje aangeboden en hij rookt die op. Daarna is hij vrij misselijk. Zodra hij in dat café terechtkomt, waar hij expres is gaan zitten omdat PJ daar vlakbij woont en hij geen onderdak heeft, komt PJ een keer langs zijn tafel. Ze nodigt hem uit bij haar te slapen, want zij is 's nachts toch altijd weg. Dat doet Joe. ’s Morgens komt ze terug en dan hoort hij voor het eerst over haar vriendje.
Er is geen vooruitwijzing in het boek te vinden.

Chronologisch – Niet chronologisch

Chronologisch, er zitten geen flashbacks in.

Ab ovo – In medias res

Het verhaal is in Ab ovo verteld, je valt namelijk binnen op het moment dat Fransje in coma ligt, en vanaf daar wordt het pas echt een verhaal. Daarvoor is het nog niet echt een verhaal en het verhaal wordt dan ook langzaamaan opgebouwd. Eerst sluit Joe vriendschap met Christof, dan gebeurt er het een en ander, dan sluit hij vriendschap met Engel en tenslotte ook met Fransje. En zo gaan ze dan met zijn vieren het avontuur tegemoet.

Motieven

Verhaalmotief

Het belangrijkste motief is die van de leer van de samoerai, Miyamoto Musashi, dit is een verhaalmotief. Hij baseert alles op deze leer en hij beoordeelt mensen dan ook naar deze richtlijn. Het belangrijkste wat er over deze leer in het boek staat is het motto, want hier is het hele boek op gebaseerd. “Er wordt gezegd dat de samoerai een tweevoudige weg heeft, van het penseel en het zwaard. Miyamoto Musashi”

Het hele verhaal wordt hierop gebaseerd, want eerst “bewandelt” hij de weg van het penseel, maar naarmate hij verder komt gaat hij meer en meer de weg van het zwaard bewandelen. Het hele verhaal is hierop gebaseerd en daardoor is dit het belangrijkste citaat, van het belangrijkste motief. “…Dromen mag maar denk niet dat je iets te verwachten hebt. Ik droom de kleur van mijn liefde voor PJ, het verbijsterend oranje van een zon die opgaat. Dit zal ik haar niet kunnen zeggen. Dit is volkomen kut. Ik bedoel, ik had net zo goed dood of een Chinees uit Wuhan kunnen zijn, zo raakt mijn bestaan nergens aan het hare. Soms lijkt het of ik ga huilen maar dat is onzin, ik zal van steen worden. Werk daaraan. Je moet veel oefenen zegt meester Musashi. Niet PJ-dingen denken. Dat verzwakt. Veel oefenen. Verstenen. Dat is mijn strategie.” Dit citaat komt van bladzijde 177. Dit citaat heeft, behalve dat het een citaat is van wat Miyamoto Musashi zegt, een dubbele betekenis. Fransje wilde eerst van steen worden en is toen voor een maaimachine blijven liggen. Juist daardoor zal hij nooit meer een normaal leven kunnen leiden. Hij wil nu weer van steen worden, maar op een andere manier. Dit is dus van belang, omdat Fransje nu opnieuw weer zijn leven op wil pakken. Hij wil ook echt van steen worden, maar dan van binnenuit.

Dan een ander citaat wat een vervolg is op het eerste citaat van het andere motief. Dit staat op bladzijde 46. “Ik denk vaak aan de grote samoerai Miyamoto Musashi wanneer ik schrijf, die zegt dat de weg van de samoerai tweeledig is: de weg van het zwaard en die van het penseel, ofwel de pen. De weg van het zwaard is een beetje moeilijk voor mij, blijft die van de pen over. Ik heb dat uit “Het Boek van de Vijf Ringen, Go Rin No Sho”, het boek dat ik in de bibliotheek vond en stukgelezen heb. Ik heb dat nooit teruggebracht.”
Dit citaat geeft aan hoe geobsedeerd hij is door Miyamoto Musashi en de uitspraken Miyamoto Musashi.

Leidmotief

Een belangrijk leidmotief, zijn de boeken die hij heeft geschreven. Deze zijn belangrijk om twee redenen. Ten eerste omdat hij hier de informatie uit haalt die hij als schrijver van dit verhaal. Daarbij komt dat hij hiermee een verbintenis krijgt met PJ, waardoor voor Fransje zijn leven er een stuk rooskleuriger uitziet.

Op bladzijde 45-46 kan je dit lezen: “Toen ik vijftien jaar was, heb ik mijn ouders laten weten dat ik in het tuinhuis achter het huis wilde wonen. Ik kon nu een aantal dingen zelf en een blik knakworsten opwarmen zou ook wel gaan. Ma was tegen, pa isoleerde het huisje en maakte er een gaskachel, een klein keukenblok en een plee in. Boven de deur was een hoefijzer gespijkerd voor geluk. Sindsdien woonden mijn ouders aan de overkant, ik douchte daar en keek er soms televisie. Woensdag woonde in een betralied vogelhok tegen de zijkant van het huis, overdag ging hij vaak mee op mijn schouder zoals de papegaai van een piraat. Hij kon nu vliegen, soms was hij een halfuur weg maar als ik floot kwam hij altijd bij me terug. In dit huisje ben ik begonnen met alles opschrijven. Echt alles. Sommige mensen vinden dat moeilijk te geloven, dat ik een bijna letterlijke weergave van dit leven maak op papier. In mijn dagboeken kun je de tijd zien – zo zien 365 dagen eruit, en zo tien keer 365 dagen, of vijftien, of twintig. Daar kun je bijna niet meer overheen kijken, dat is een berg die achterwaarts de geschiedenis in groeit. En alles staat erin, tenminste, als het zich in mijn buurt heeft afgespeeld of ik er via via van heb gehoord. Als jij bijvoorbeeld zou langskomen zou ik dat opschrijven. Zo van: die en die gezien, zus en zo laat op deze en deze dag. En als me iets aan je was opgevallen, dat je rare oren hebt of een mooie neus, zou ik dat ook opschrijven, en wat je kwam doen en hoe je dat deed. Maar ook andere dingen, hoe de herfstregens bijvoorbeeld het blond uit onze haren spoelen, waar het donkere winterhaar onder te voorschijn komt, en over de rivier die door onze levens stroomt zoals de grote bloedsomloop.

“Schrijf je erover, over Joe? Inderdaad schrijf ik weer, om de leegte te verdrijven, maar ik weet niet of de toon me bevalt. Het proza is even rechtlijnig als de grens tussen Libië en Egypte, en even illusieloos misschien. Mag ik het lezen? Waarom lach je? Dacht dat je het nooit meer zou vragen. Ja, echt? Vind je het goed? Één voorwaarde – van begin tot eind.
O, heel graag, ik wil je heel graag horen praten. Begrijp je dat? Die boeken zijn jouw stem voor mij.”
Dit is bladzijde 298, het punt waarop er voor Fransje veel veranderd, omdat PJ zijn dagboeken wil lezen en hierdoor veranderd er veel voor hem. PJ toont – al dan niet plots – meer interesse voor Fransje en dat is wat Fransje totaal niet erg vindt. Hierdoor gaan ze meer met elkaar om.

Thema

Het thema is “het ontvluchten van de werkelijkheid”. Voorbeelden zijn: PJ die opeens anders wilde worden en Fransje die opeens armworstelaar wordt. Dit zijn dingen die in principe nooit zouden gebeuren als ze niet probeerden om de werkelijkheid, het leven zoals het is, te ontvluchten. Een ander voorbeeld is het bouwen van een vliegtuig, om meer te kunnen dan ze al konden.
© 2014 - 2024 Mattie010, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
recensieTommy Wieringa – Een mooie jonge vrouw‘Een mooie jonge vrouw’ is het boekenweek geschenk van 2014. Wieringa schrijft over een man van in de veertig die een ve…
Boekverslag: Joe SpeedbootBoekverslag: Joe SpeedbootHet boek Joe Speedboot gaat over Fransje, een zwaar gehandicapte jongen. Op een dag komt er een nieuwkomer, genaamd Joe…
Kleding: het merk Tommy HilfigerKleding: het merk Tommy HilfigerHet kledingmerk Tommy Hilfiger kan op veel plaatsen worden gekocht, bijvoorbeeld bij de outlet als aanbieding. Tommy Hil…
Hoe schrijf je een BoekverslagWat zijn belangrijke dingen die persé in een goed boekverslag terug te vinden zijn en welke dingen kun je er beter uit l…

Boekverslag: transit - Hella S. HaasseBoekverslag: transit - Hella S. HaasseTransit, geschreven door Hella S. Haasse, is gepubliceerd in 1994. Dit boek gaat over Iks of Xenia, die net terugkomt va…
Boekverslag: vertraging - Tim KrabbéBoekverslag: vertraging - Tim KrabbéVertraging, geschreven door Tim Krabbé, is uitgegeven in 1994. Het verhaal speelt zich af in Australië, voornamelijk vla…
Mattie010 (86 artikelen)
Laatste update: 04-09-2014
Rubriek: Educatie en School
Subrubriek: Samenvattingen
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.