Werkwijzen (meer)begaafde leerlingen/plusleerlingen

Werkwijzen (meer)begaafde leerlingen/plusleerlingen Om aan de onderwijsbehoefte van de plusleerlingen/(meer)begaafde leerlingen tegemoet te komen, zijn er een aantal mogelijke werkwijzen. Die werkwijze verschillen van het uitvoeren van een aanpak binnen in de klas tot een aanpak die ervoor zorgt dat een kind uit groep 3 kan samenwerken met groep 8. Alle mogelijke aanpakken zijn uit te voeren, het is alleen net waar een school voor kiest.

Verrijking/compacting

Een mogelijke aanpak voor de (meer)begaafde leerlingen is dan ook het verrijkingsonderwijs. Verrijking staat voor verbreding en verdieping van het onderwijs. Bij verbreding wordt de lesstof aangevuld door nieuwe vakken zoals vreemde talen of bijvoorbeeld computervaardigheden. Bij verdieping krijgt de leerling extra stof over een bepaald onderwerp waar het in de reguliere stof al over ging.

Om verrijking toe te kunnen passen moet er extra tijd vrijkomen. Dit kan een leerkracht doen door compacting toe te passen. Bij compacting maakt de leerkracht een selectie van de opdrachten/stof die een leerling normaal zou krijgen. De onnodige oefen- of herhalingsstof uit de reguliere methoden worden overgeslagen. Moest een kind eerst vier rijtjes keersommen maken, dan hoeft hij na de compacting alleen het laatste lastige rijtje te maken. Natuurlijk moet er dan wel in de gaten worden gehouden of het gemaakte werk wel voldoende wordt gemaakt of dat de stof eigenlijk nog wel moet worden herhaald. Compacting en verrijking zijn eigenlijk niet los van elkaar te gebruiken, want de overblijvende leerstof moet wel interessant zijn voor de hoogbegaafde leerlingen. Het verrijken kan op verschillende manieren en er moet dus worden gekeken naar het niveau van het kind.

Versnellen

Sommige leerlingen hebben op alle gebieden een voorsprong ten opzichte van de andere kinderen van dezelfde leeftijd. Zij lopen dan bijvoorbeeld op meerdere gebieden wel een jaar voor op hun klasgenootjes. Voor deze kinderen zal overwogen moeten worden of ze een jaar over kunnen slaan. Begaafde kinderen hebben vaak ook een hogere sociale intelligentie en voelen zich juist beter thuis bij oudere kinderen. Wanneer een kind een klas overslaat gebeurt dit meestal in een 'even' groep, bijvoorbeeld groep 2, 4 of 6. Dit omdat het groepen zijn waar veel herhaling wordt geboden vanuit het voorgaande leerjaar. Dit kan een oplossing zijn voor hoogbegaafde kinderen, die op meerdere gebieden een sterke voorsprong hebben.

Part-time onderwijs in een hogere klas

Wanneer een kind in één vak (vaak rekenen of taal) meerbegaafd is en voor dit vak bijzonder gemotiveerd is, kan de leerling dit vak in een hogere klas volgen. Een eis hiervoor is horizontale programmering voor de vakken. De school moet er dan voor zorgen dat er in elke klas, op hetzelfde tijdstip, dezelfde les wordt gegeven.

Projecten voor (hoog)begaafde kinderen (thematiseren)

Speciale projecten voor (hoog)begaafde kinderen zijn erg goed voor de motivatie en doorzettingsvermogen van deze kinderen. Deze projecten hebben een grote invloed op het schoolwelbevinden van de kinderen. Als de leerkracht niet alleen let op inhoud, maar ook op vormgeving en presentatie, dan ondervinden alle kinderen uit de klas hier voordeel van. Ook verdwijnt het gevaar dat sommige kinderen een bepaalde positie innemen in de klas, omdat ze een extra project mogen doen.

Plusklas

Een aanpak die vaak goed aanslaat bij meerbegaafde leerlingen is het organiseren van een apart klasje; de plusklas oftewel de verrijkingsklas. In zo'n plusklas komen alle (meer)begaafde leerlingen bijvoorbeeld een ochtend bij elkaar. Er is dan een docent die hen begeleidt in een bepaald traject of thema waaraan zij werken. Na een degelijke uitleg van de leerkracht zijn er veel mogelijkheden. Zo kan er voor gekozen worden om de kinderen zelf verder te laten werken, een dagelijks werkmoment te geven of om ieder in hun eigen klas te laten werken.

Een (meer)begaafd kind voelt zich op die momenten minder 'apart' en heeft het gevoel dat hij even echt zichzelf kan zijn. De kinderen kunnen daar op hun niveau van gedachten wisselen en bepaalde (moeilijke) opdrachten samen uitvoeren/maken. Wanneer deze kinderen op dezelfde mentale leeftijd aan het werk kunnen, spreken we van een 'peergroup'. In de peergroup werken zij dan zowel aan het (meta)cognitieve, sociale en creatieve gebied. Het doel van deze verrijkingsgroep is dus niet alleen om het beste uit het kind te halen, maar ook om met en van elkaar te leren en zich in bredere zin te ontwikkelen.

Onderzoekend leren

Onderzoekend leren is een manier van leren die veel kansen biedt voor de (meer)begaafde leerlingen. De wetenschappelijke werkwijze en de wetenschappelijke manier van denken wordt daarbij aangeleerd. Door leerlingen zelf het proces van onderzoek te laten ervaren, ontdekken ze hoe kennis tot stand komt en hoe ze een antwoord kunnen krijgen op hun eigen vragen. Ze worden uitgedaagd om op een actieve manier antwoorden te zoeken op hun (onderzoeks)vragen. Eerst wordt er een thema aangegeven waarover de kinderen de aankomende tijd aan het werk gaan, daarna kunnen zij zelf of samen een onderzoeksvraag bedenken. Tijdens het onderzoek proberen zij dan achter het antwoord op die vraag te komen. Zelf moeten zij bedenken welke materialen ze gebruiken, hoe ze het aanpakken en hoe ze achter het antwoord kunnen komen. Deze onderzoeksvragen kunnen al beginnen bij de jongste kinderen. Een vraag als: 'Wat gebeurt er als je kleuren mengt?' zorgt al voor een goed onderzoekje.

Meerbegaafde leerlingen zien het oplossen van problemen als een uitdaging. Dit sluit aan bij het top-down model. Dit is een manier van leren waarbij de leerlingen vanuit een probleem een oplossing moeten zoeken. Terwijl bij het bottum-up model juist stapsgewijs gewerkt wordt, worden bij het top-down model die stapjes later ingevuld. Bij het directe instructiemodel wordt er ook gewerkt vanuit het bottum-up model, waarbij er in kleine stapjes en met veel instructie wordt gewerkt.

Interdisciplinair leerstofaanbod/onderwijs

Wanneer er andere lessen worden gegeven dan is het goed om te denken aan interdisciplinair onderwijs. Het leerstofaanbod gaat dan over verschillende vakken en onderwerpen. Dit is voor deze (meer)begaafde leerlingen goed te doen, omdat zij hun denkprocessen goed onder controle hebben. Ze denken lateraal: ze maken plotselinge onverwachte sprongen. Ze durven daarbij risico's te nemen en te experimenteren.
© 2015 - 2024 Lin25, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Uitdaging (meer)begaafde/plusleerling: onderzoek laten doenUitdaging (meer)begaafde/plusleerling: onderzoek laten doenIn een basisschoolklas zitten gemiddeld zo'n 25 leerlingen. Elk kind is uniek en heeft een eigen karakter, eigen talente…
Na de basisschool: welke keuze middelbaar onderwijs is juistNa de basisschool: welke keuze middelbaar onderwijs is juistZodra kinderen groep 8 van het basisonderwijs hebben gevolgd, moeten ze naar de middelbare school. Dat betekent dat alle…
Verrijking van de leerstof voor meer en hoogbegaafdenVerrijking van de leerstof voor meer en hoogbegaafdenU zult al vaak gelezen hebben dat meer en/of hoogbegaafde leerlingen gebaat zijn bij, verrijking, verbreding en verdiepi…
Onderwijsbehoefte (meer)begaafde leerling/plusleerlingOnderwijsbehoefte (meer)begaafde leerling/plusleerlingGeen enkel kind is precies hetzelfde als een ander kind en ieder kind heeft recht op goed onderwijs, aldus passend onder…

Is schoolverzuim toegestaan?Is schoolverzuim toegestaan?Ouders hebben de neiging om de schoolvakantie te verlengen door een paar dagen voor een vakantie weg te gaan en/of een p…
Mogelijke problemen (meer)begaafde kinderenMogelijke problemen (meer)begaafde kinderenGeen enkel kind is precies hetzelfde als een ander kind en ieder kind heeft recht op goed onderwijs, aldus passend onder…
Bronnen en referenties
  • Molen, W. v. (2005). Omgaan met hoogbegaafde kinderen in de basisschool en het opzetten van een verrijkingsklas. Antwerpen/Apeldoorn: Garant.
  • Wind, W., & Feenstra, A. (2003). Omgaan met (hoog)begaafde leerlingen. Bussum: Coutinho.
Lin25 (21 artikelen)
Laatste update: 10-04-2019
Rubriek: Educatie en School
Subrubriek: Diversen
Bronnen en referenties: 2
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.