Een baan als leraar in het voortgezet onderwijs?

Een baan als leraar in het voortgezet onderwijs? Over werken als docent in het voortgezet onderwijs hebben velen zo hun gedachten. Zo wordt er vaak gedacht dat een docent maar halve werkdagen maakt, alleen maar voor de klas staat en altijd op vakantie is. Dit beeld blijkt in de praktijk echter niet te kloppen. In onderstaand artikel schets ik vanuit mijn expertise als leraar een beeld van de werkelijke werkzaamheden van een docent.

Lesgeven

Natuurlijk is de belangrijkste taak van een docent in het voortgezet onderwijs het lesgeven in een vak aan leerlingen van diverse niveaus. De manier waarop dit lesgeven gebeurt hangt af van verschillende zaken. Zo zal op een "conservatieve" school vaak klassikale uitleg gegeven worden terwijl op "nieuwste school" onderwijs meer coachend lesgegeven wordt met aandacht voor de individuele leervraag van ieder kind. Uiteraard zijn er veel tussenwegen mogelijk. Ook de mate waarin scholen streven naar uniformiteit in manier van lesgeven is op iedere school anders. Voorafgaand aan een mogelijke sollicitatie is het dus erg belangrijk om inzicht te hebben in de manier van lesgeven en de vrijheid van de docent op een een school.

De manier waarop een docent moet lesgeven is ook sterk afhankelijk van het schoolniveau en de leeftijd van de leerlingen. Hoewel ook binnen ieder schooltype leerlingen onderling zeer verschillend kunnen zijn kan in grote lijnen het volgende worden gesteld:
  • VMBO-Basisberoeps, kader en gemengde leerweg: Deze leerlingen volgen (voor een deel) praktijkonderwijs. Doordat zij vaak een kortere spanningsboog hebben en weinig theoretisch zijn ingesteld is het van belang de lesstof in kleine delen en op eenvoudige, overzichtelijke en gestructureerde wijze aan te bieden. Voor theorie geldt dat zij veel waarde hechten aan een koppeling aan de praktijk. Deze leerlingen kunnen vaak beter reproduceren dan verbanden leggen of nieuwe inzichten verwerven. Een docent is op dit schooltype relatief lang bezig om kleine hoeveelheden stof aan te leren. Vaak is hier ook bovengemiddeld veel aandacht nodig voor sociale processen tussen leerlingen onderling en tussen leerling en docent. Deze leerlingen werken vaak voor de docent en minder voor het vak. Anders gezegd: bij een docent die ze mogen werken ze harder.
  • VMBO-Theoretisch (vroeger MAVO): Deze leerlingen volgen uitsluitend theoretisch onderwijs. Wel is het bij deze leerlingen nog erg van belang om leerstof te verdelen in kleine hoeveelheden en een duidelijke structuur aan te bieden. Over het algemeen gaat deze leerlingen reproductie ook beter af dan het verkrijgen van inzichten en het leggen van verbanden. De spanningsboog is relatief kort en sociale processen zijn in deze klassen vaak nog erg belangrijk. Ook hier zijn leerlingen gevoelig voor de mate waarin ze een docent mogen.
  • HAVO: De HAVO-leerling laat zich misschien wel het moeilijkst definiëren. HAVO leerlingen zijn vaak in staat om zich grote hoeveelheden theorie eigen te maken maar hebben behoefte aan een koppeling naar praktijksituaties. Voorbeelden hiervan zijn bij het lesgeven daarom van groot belang. HAVO-leerlingen zijn vaak beter in staat zelfstandig aan complexe opdrachten te werken maar houden graag het overzicht en zijn gebaat bij een vooraf aangegeven, duidelijke sructuur. Verbanden leggen en inzichten verwerven is op de HAVO belangrijk, maar een docent heeft vaak zijn handen vol aan het oefenen hiervan met een groot aantal leerlingen. Een HAVO leerling is vaak spontaan en zal het de docent vertellen als hij/zij het ergens niet mee eens is. Er is in hogere klassen echter wel vaak het besef dat het belang van een schoolvak niet afhangt van de docent.
  • VWO: Deze leerlingen worden voorbereid op een opleiding in het Wetenschappelijk Onderwijs.Zij kunnen vaak zelfstandig grote hoeveelheden theorie aanleren en zijn goed in het leggen van verbanden en verkrijgen van inzichten. VWO-ers hebben vaak een relatief grote spanningsboog en overzien complexe situaties. Zij verwachten van een docent vaak dat deze een vak tot in de puntjes beheerst en moeten voldoende uitgedaagd worden om geïnteresseerd te blijven. VWO-ers houden doorgaans een striktere scheiding aan tussen studie en het sociale leven, dat ook voor hen in de puberteit zo belangrijk is.

Ook tussen de manier van lesgeven aan de diverse leeftijdsgroepen zitten grote verschillen. Zo wordt er bij jonge leerlingen vaak veel aandacht besteed aan het aanleren van studievaardigheden terwijl oudere leerlingen deze vaardigheden al meer beheersen en meer met de daadwerkelijke leerstof bezig zijn.
Aangezien leerlingen in het voortgezet onderwijs een grote ontwikkeling meemaken is het van belang de leeftijdsgroepen en hun bijbehorende fysieke- en mentale ontwikkeling goed te kennen.Leerlingen van 12 jaar, 15 jaar en 18 jaar kunnen ieder totaal verschillend reageren op een zelfde manier van lesgeven. Zo kan een leerling van 12 nog een opdracht doen "omdat het moet," kan een leerling van 15 hem juist niet doen "omdat het wel moet" en kan de leerling van 18 een afweging maken over het nut van de opdracht en de consequenties van zijn/haar beslissing. Wel wil ik nadrukkelijk vermelden dat onderwijs geen exacte wetenschap is en er natuurlijk vele uitzonderingen mogelijk zijn op bovenstaande tekst.

Corrigeren

Om als docent, leerling, ouder, mentor een beeld te krijgen van de prestaties van een leerling is het belangrijk regelmatig te toetsen. Deze toetsen moeten natuurlijk gemaakt worden maar ook weer worden nagekeken. Dit correctiewerk is vaak een tijdrovende klus dat secuur gedaan moet worden. Hoewel dit in eerste instantie vaak leuk wordt gevonden, vinden veel ervaren docenten dit één van de meest vervelende onderdelen van het leraarschap. Het aandachtig uitvoeren van het correctiewerk geeft echter wel inzicht in leerprestaties van leerlingen, vaardigheden van de leerlingen, valkuilen van leerlingen, efficiëntie van de lessen enz.

Leerlingbegeleiding

Hoewel er vaak klassen van 20 tot 30 leerlingen worden gevormd is het belangrijk dat iedere leerling in beeld is en begeleid wordt. Het is daarom noodzakelijk dat docenten hun leerlingen leren kennen en per leerling een beeld krijgen van het functioneren op school, maar ook het functioneren van een leerling buiten school. Leerlingen zitten een zeer groot gedeelte van hun jeugd op school waardoor er op docenten een verantwoordelijkheid rust die verder reikt dan alleen lesgeven. School is vaak de plek waar problemen in de thuissituatie, psychische problemen, sociale problemen, leerproblemen, gedragsproblemen enz. naar voren komen. Voor docenten is het van belang dat zij leren hiervan de signalen te herkennen en weten welke stappen er daarna genomen moeten worden om een leerling te kunnen helpen met zijn/haar probleem.
Ook de "kleinere problemen van iedere dag" vragen tijd en moeite van een docent. Een kwijtgeraakte sleutelbos, overleden huisdier, onvoldoende voor een SO woordjes e.d. kunnen een leerling aardig van streek doen raken.
De leerlingbegeleiding beperkt zich niet alleen tot het verhelpen van "problemen." Ook het coachen van leerlingen in de dagelijkse praktijk is een belangrijke taak van de docent. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het "leren leren" van een (vaak onderbouw) leerling of simpelweg het geven van een compliment en het tonen van interesse in het welzijn van een leerling.

Administratie

Alle gegevens van leerlingen die van belang zijn voor het onderwijs moeten worden bijgehouden. Voor de docent betekent dit de volgende dingen geadministreerd moeten worden:
  • cijfers
  • oorzaken van slechte cijfers
  • absentie
  • kwaliteit van huiswerk
  • vergeten spullen
  • relevante medische gegevens
  • relevante persoonlijke gegevens
  • gedrag van leerlingen
  • etc...
Vrijwel alle scholen werken tegenwoordig met een online administratiesysteem. Voordeel hiervan is dat alle gegevens meteen inzichtelijk zijn voor leerlingen, ouders en collega's. Dit betekent echter wel dat de gegevens altijd actueel, compleet en juist moeten zijn. Een verkeerd cijfer of onjuiste melding van absentie kunnen ouders, leerlingen en de school aardig in verwarring brengen. Een ander nadeel van al deze administratie is dat docenten hierdoor nog veel tijd achter de computer kwijt zijn.

Overige taken

Behalve bovenstaande taken, die de dagelijkse praktijk van docenten domineren, moeten docenten nog vele andere werkzaamheden verrichten. Hieronder volgt een kleine greep uit de overige werkzaamheden van een docent:
  • deelnemen aan rapportvergaderingen en overgangsvergaderingen
  • deelnemen aan teamvergaderingen
  • deelnemen aan sectievergaderingen
  • ontvangen van ouders op ouderavonden
  • ontwikkelen van lesmateriaal
  • maken van leerplannen en studiewijzers
  • bijhouden van actualiteiten omtrent onderwijs en vakgebied
  • surveilleren bij buitenschoolse activiteiten
  • bijdragen aan open dagen/avonden
  • etc..

Vrije tijd

Het aantal lessen dat een docent moet geven is afhankelijk van het taakbeleid van de school. Meestal wordt hierbij uitgegaan van een oude CAO-regeling waarbij 25 lesuren van 50 minuten per week als maximum wordt gesteld. Uiteindelijk dient altijd uitgegaan te worden 1659 arbeidsuren per jaar. Hieronder vallen alle activiteiten die een docent moet verrichten. Of een docent zijn werkzaamheden daadwerkelijk binnen deze tijd verricht is van vele factoren afhankelijk. Het is echter meer aannemelijk dat er meer arbeidsuren worden gemaakt dan dat er minder worden gemaakt.
Uitgaande van 11 vakantieweken per jaar (want die heeft een docent in het voortgezet onderwijs inderdaad) maakt een docent, volgens het boekje, wel een werkweek van ruim 40 uur. In de praktijk wordt dit vaak meer dan 40 uur. Naast de schoolvakanties en feestdagen mag een docent overigens geen normale vrije dagen opnemen.

Conclusie

Een docent in het voortgezet onderwijs heeft veel meer taken dan alleen lesgeven. Hoewel lesgeven nog altijd de belangrijkste taak is van een docent moet er rekening mee worden gehouden dat bijna de helft van de tijd in andere zaken gaat steken. Hoe de lesgevende taak zelf wordt uitgevoerd is o.a. afhankelijk van schooltypen en niveaus. Uiteindelijk maakt een docent een werkweek van meer dan 40 uur, waar tegenover wel 11 vakantieweken staan.

Lees verder

© 2012 - 2024 Mvoetensen, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Hoe hoog is het salaris in het onderwijs?Hoe hoog is het salaris in het onderwijs?Het inkomen van leraren is onder andere afhankelijk van het soort onderwijs, en het aantal dienstjaren. De afgelopen jar…
Zij-instromer in het onderwijsIn het onderwijs is er vrijwel altijd een tekort aan gekwalificeerd personeel. Als je toe bent aan een nieuwe uitdaging,…
Tegemoetkoming deeltijders aanvragenTegemoetkoming deeltijders aanvragenExtra geld om te kunnen studeren is altijd welkom. Wie in deeltijd een vmbo theoretische leerweg, havo- of vwo-deeltijdo…
Tegemoetkoming in de schoolkosten voor scholierenKinderen die naar school gaan kosten ouders veel geld. Voorheen was daarvoor de tegemoetkoming ouders. Maar die is per 1…

Seizoenen: betekenis, data en halfrondeSeizoenen: betekenis, data en halfrondeVier keer per jaar wisselen wij in Nederland van seizoen. In de lente komt de wereld tot leven, in de zomer is het warm,…
Bronnen en referenties
  • CAO VO 2011-2012 (http://www.vo-raad.nl/userfiles/bestanden/CAO/CAO-VO-2011-2012.pdf) geraadpleegt op 1-11-2012
Mvoetensen (22 artikelen)
Laatste update: 05-11-2012
Rubriek: Educatie en School
Subrubriek: Diversen
Bronnen en referenties: 1
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.