Spaanse werkwoorden, imperfecto, indefinido en subjuntivo

Spaanse werkwoorden, imperfecto, indefinido en subjuntivo De Spaanse grammatica is complex. Vooral de vele werkwoordsvormen maken het niet gemakkelijk. Als je eenmaal weet wanneer je welke werkwoordsvorm dient toe te passen en alle bijbehorende uitgangen uit het hoofd hebt geleerd ben je weer een stapje verder.

De Indefinido

De infdefinido is de onvoltooid verleden tijd. Deze wordt gebruikt bij aanduidingen uit het verleden. In tegenstelling tot bij de Perfecto zijn hier zowel de handeling als de tijd wél afgelopen. We praten dus niet meer over: 'deze week was ik...', we praten over: 'vorige week was ik...'. Bij alles waar este of esta (esta semana, este mes) voor staat gebruik je dus de Perfecto en in de andere gevallen gebruik je de Indefinido. Denk hierbij aan: ayer (gisteren), hace unos días (een paar dagen geleden), el domingo pasado (vorige week zondag), en 1990 (in 1990), enzovoorts.

De Indefinido wordt als volgt gevormd:
HablarComerVivir
yohabl écom íviv í
habl astecom isteviv iste
él/ella/ustedhabl ócom ióviv ió
nosotros/nostrashabl amoscom imosviv imos
vosotros/vosotrashabl asteiscom isteisviv isteis
ellos/ellas/ustedeshabl aroncom ieronviv ieron

Enkele voorbeelden van de Indefinido zijn: ayer hablé con Carlos (gisteren sprak ik met Carlos), las vacaciones pasadas comieron pasta (de vorige vakantie aten zij pasta, en 2002 vivimos en Marbella (in 2002 woonden wij in Marbella).



De Imperfecto

De Imperfecto is ook een aanduiding van de verleden tijd. Deze wordt gebruikt voor:
  • Voor het beschrijven van een toestand of situatie uit het verleden (vroeger was ik... toen zij jong was ging ze...)
  • Om gewoontes uit het verleden aan te geven (een aantal jaar geleden rookte ik)
  • Voor handelingen waarvan het begin en eindpunt niet duidelijk of niet belangrijk is (we zagen de auto's aankomen)

De Imperfecto wordt eenvoudig vervoegd:
HablarComerVivir
yohabl abacom íaviv ía
habl abascom íasviv ías
él/ella/ustedhabl abacom íaviv ía
nosotros/nostrashalb ábamoscom íamosviv íamos
vosotros/vosotrashabl abaiscom íaisviv íais
ellos/ellas/ustedeshabl abancom íanviv ían

Het goede nieuws van de Imperfecto is dat die maar drie werkwoorden kent die onregelmatig vervoegd worden. Omdat het er zo weinig zijn nemen we ze hier gelijk door:
Ser = zijnIr = gaanVer = zien
yoeraibaveía
erasibasveías
él/ella/ustederaibaveía
nosotros/nostraséramosibamosveíamos
vosotros/vosotraseraisibaisveíais
ellos/ellas/ustedeseranibanveían

Enkele voorbeelden van de Imperfecto zijn: antes, Marie era muy guapa (vroeger was Marie erg knap), hace unos siglos.... (een paar eeuwen geleden.... ), quando hablaban com Juan.... (toen zij met Juan spraken....)



De Subjuntivo

De Subjuntivo is de aanvoegende wijs. Hij wordt veel gebruikt in Spanje. Onder andere om een wens, gevoel, verbod, mogelijkheid en onzekerheid uit te drukken. Bijvoorbeeld bij zinnen waarin quizá (misschien) voorkomt. Misschien duidt tenslotte op een mogelijkheid of onzekerheid. Ook in zinnen waarin duidelijk naar voren komt dat er sprake is van een wens of gevoel: quiero un bolso que tenga el color azul. (ik wil een tas die de kleur blauw heeft). Net als bij sommige vaste uitdrukkingen die met 'que' beginnen en waarin je iemand iets toewenst: 'que te mejores!' (beterschap), 'que te vaya bien' (het ga je goed) en 'que aproveche' (eet smakelijk). Hierin zijn de voorkomende werkwoorden (beter worden, gaan en eten) vervoegd volgens de Subjuntivo.

De vervoeging:
HablarComerVivir
yohabl ecom aviv a
habl escom asviv as
él/ella/ustedhabl ecom aviv a
nosotros/nostrashabl emoscom amosviv amos
vosotros/vosotrashabl éiscom áisviv áis
ellos/ellas/ustedeshabl encom anviv an

Opvallend aan de Subjuntivo is dat werkwoorden die op -ar eindigen in de subjuntivo worden vervoegd als -er-werkwoorden en de werkwoorden die op -er en -ir eindigen worden vervoegd als -ar-werkwoorden. Verder op de eerste persoon na dus totaal hetzelfde als de Presente. Als je die uitgangen goed beheerst is dit ook niet zo moeilijk. Alleen het toepassen vergt enige oefening. Bij alles wat je wilt zeggen moet je jezelf bedenken of dat met bovengenoemde te maken heeft. Dan gebruik je dus de Subjuntivo.

Lees verder

© 2009 - 2024 Zelda, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Spaans: drie verleden tijdenTegenwoordig is Spaans een van de meest voorkomende talen in de wereld. Het is dan ook een goed idee om wat basis Spaans…
Duitse grammatica: zwakke werkwoord - kenmerken & vervoegingDuitse grammatica: zwakke werkwoord - kenmerken & vervoegingIn dit deel van deze special over Duitse grammatica wordt uitgebreid stilgestaan bij de basisregels voor de vervoeging v…
Turkse taal: werkwoorden en gebiedende wijsUitleg over de grammatica van de Turkse taal met betrekking tot werkwoorden en gebiedende wijs (bevestigend en ontkennen…

Spaanse werkwoorden: ser en estar (zijn), de verschillenSpaanse werkwoorden: ser en estar (zijn), de verschillenIn Spanje zijn er twee vertalingen voor het woord 'zijn'. Ze beteken allebei gewoon 'zijn', maar ze worden allebei in ve…
Geschiedenis ZimbabweGeschiedenis ZimbabweZimbabwe. Het land van Robert Mugabe. Het is een actueel thema dat nog steeds dagelijks in het nieuws komt. Zie hier de…
Zelda (74 artikelen)
Gepubliceerd: 12-08-2009
Rubriek: Educatie en School
Subrubriek: Buitenlands
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.